Categorieën
Strips

Typex’ Rembrandt wint Willy Vandersteenprijs

Dit bericht plaats ik met groot genoegen: Typex’ Rembrandt heeft de Willy Vandersteenprijs 2013 gewonnen. Dat werd bekend gemaakt tijdens het Gala van de Vlaamse Strip op vrijdagavond 13 december, tevens de opening van het Stripgids Festival te Turnhout.

'De nachtwacht'. Klik op plaatje voor grotere versie.
‘De nachtwacht’. Klik op plaatje voor grotere versie.

Uiteraard een terechte winnaar want Rembrandt van Typex legt de lat voor de Nederlandse strip weer een stuk hoger. En dat zeg ik natuurlijk als een van de juryleden, dus enigszins bevooroordeeld mag je me noemen.

Uit het juryrapport:

Rembrandt is een briljante combinatie van een gelaagd verhaal en virtuoze tekeningen. Auteur Typex voegt niet zomaar een boek toe aan de overvloed van boeken over Rembrandt van Rijn. Zijn portret is een heel persoonlijke en levendige visie op leven en werk van de beroemde schilder. Stilistisch valt op hoe de auteur zich door Rembrandt zelf heeft laten inspireren om een schetsmatige grafiek te ontwikkelen die perfect past bij zijn onderwerp. Typex heeft zichzelf indrukwekkend overtroffen, Rembrandt is zijn magnum opus. Door deze strip kijk je nooit meer op dezelfde manier naar een schilderij van Rembrandt.

Typex_Rembrandt-coverDe Willy Vandersteenprijs werd in het leven geroepen door Vlaams-Nederlands huis deBuren in Brussel, Stripdagen Haarlem en Stripgids en bekroont het beste oorspronkelijk Nederlandstalige album van de voorbije twee jaar. Er is een geldprijs van 5.000 euro aan verbonden en de laureaat krijgt een tentoonstelling op de Stripdagen Haarlem.

De Vlaams-Nederlandse jury voor de prijs bestond deze editie uit Leen Vandersteen (niet-stemgerechtigd juryvoorzitter), Toon Dohmen (stripjournalist en vertaler), Gert Meesters (stripjournalist Knack Focus), Michael Minneboo (stripjournalist), Toon Horsten (hoofdredacteur Stripgids) en Gert Jan Pos (stripjournalist, vertaler en voormalig stripintendant van Nederland).

Wegens zijn creatieve betrokkenheid bij Rembrandt nam Gert Jan Pos niet deel aan de laatste fase en stemming van het debat.

Typex, de prijs is je van harte gegund!

Eerder dit jaar sprak ik uitgebreid met de stripmaker over het maakproces van Rembrandt.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Dick Bos

Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Phil bestudeert Dick Bos.
Phil bestudeert Dick Bos.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Phil van Tongeren, 56, tekstschrijver en festivalprogrammeur.

Welke strip is je favoriet en lees je nu nog steeds?
In de vroege jaren zeventig knutselde ik met vrienden allerlei stripfanzines in elkaar, die voornamelijk als excuus dienden om toegang te krijgen tot onze idolen. Voor mij torende Daan Jippes in die jaren boven iedereen uit. Maar altijd gebleven is de liefde voor Dick Bos. Een Hollandser-dan-Hollandse held. Onlangs heb ik op een veiling een kaveltje van zes originele uitgaven gekocht, waaronder de eerste, Het Geval Kleyn. De Chef, een voorloper van Bos uit de vroege jaren dertig, ging voor 175 euro (!) aan mijn neus voorbij.

Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan?
Het geheim van Dick Bos is dat dat nauwelijks valt uit te leggen. Ik vind de combinatie van de laconieke tekenstijl met een (op z’n zachtst gezegd) nog laconiekere verteltrant onweerstaanbaar. In een interview zei tekenaar/schrijver Alfred Mazure het ooit heel treffend: ‘Dick Bos neemt zichzelf niet ernstig, hij weet dat hij zelf niet bestaat.’ Mazure tekende een gemiddeld Dick Bos-avontuur van ca. 200 pagina’s in zes dagen, en dat is te zien. Maar het maakt niet uit. Hij beperkte zich tot de essentie en ontvouwde in een paar lijntjes en vegen een compleet Hollands panorama anno de jaren veertig, met al z’n naïviteit en lulligheid. Alleen W.F. Hermans was in zijn oorlogsromans beter in staat die atmosfeer op te roepen.

Als ik even mag afdwalen: Hermans schreef na de oorlog onder pseudoniem een viertal pulpthrillers, misschien wel geïnspireerd door Dick Bos. Wie weet! Ik heb trouwens een medegelovige in Paul Verhoeven die al zijn hele leven rondloopt met plannen voor een Dick Bos-film. Die heeft hij zonder het te weten trouwens al gemaakt: Zwartboek.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik heb zopas een oude Stripschrift teruggevonden uit 1971, een Dick Bos-special waarin een bibliografie is opgenomen. Daarin heb ik als pubertje met potlood aangestreept welke boekjes ik in bezit had: 47 in totaal! Ik herinner me (want ze zijn in de loop der jaren zoekgeraakt) dat die voornamelijk uit de nieuwe serie kwamen die Mazure in de jaren zestig tekende. In een Britse setting en met de bevallige Sheila als Bos’ secretaresse. Ze zijn ook een stuk beter getekend, want Mazure kon het wel. Maar toch, die krukkige oudjes zijn me het dierbaarst. Dick Bos die in zijn cabriolet over een met twee strepen aangeduid landweggetje naar een verdacht adresje scheurt – kippenvel. Ook de teksten zijn me zeer dierbaar, vraag maar aan mijn vriendin. Die hoort me er te pas en te onpas de Bos-klassieker ‘Na zoo’n klap zeggen ze gewoonlijk niet veel meer’ uitgooien. Ook als de situatie er helemaal niet om vraagt. Bos ‘bekt’ gewoon lekker.
mazure_dickbos

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Strips

Interview John Romita Jr.: Van Spider-Man tot Kick-Ass

In Kick-Ass 2, sinds afgelopen zomer in de bioscopen en vanaf 11 december uit op DVD en Blu-ray, maken we opnieuw kennis met de reallife superheld die zijn naam aan de film gaf. De film is gebaseerd op de gelijknamige strips getekend door John Romita Jr. Al sinds 1976 tekent hij voor Marvel Comics, de uitgeverij waar ook zijn vader, John Romita Sr.carrière maakte. ‘Na 37 jaar heb ik nog steeds een brandend verlangen om de beste tekenaar in de comicsindustrie te zijn.’ 

John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.
John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.

‘Het mooiste aan mijn vak vind ik dat ik thuis kan werken. Zo was ik in staat om mijn zoon op te zien groeien en meer tijd te spenderen met mijn vrouw,’ zegt de Amerikaanse stripmaker John Romita Jr. lachend vanuit zijn huis in Long Island. ‘Maar zonder gekheid, het mooie aan strips maken vind ik zowel de verhalen die we vertellen als het tekenen zelf. Het is bijzonder om jezelf zo in je werk te kunnen verliezen en tegelijkertijd controle over het proces te houden. Strip is een groots medium dat al zover is ontwikkeld dat iedereen in de industrie eigenlijk trots moet zijn op waar we zijn op dit moment.’

John Romita Jr. (New York, 1956) is een van de beste tekenaars werkzaam binnen de Amerikaanse strip. Hij tekent gemiddeld twee comics per maand. Zijn werk is een schoolvoorbeeld van hoe je de grammatica van het medium moet gebruiken om duidelijk een verhaal te vertellen. Hij is een visuele verteller: de camera staat altijd op de juiste plek en hij laat zijn personages overtuigend acteren. Romita: ‘Kijk, er zijn tekenaars die een betere of mooiere stijl hebben dan ik, daarom blijf ik hard werken. Na 37 jaar heb ik nog steeds een brandend verlangen om de beste tekenaar in de comicsindustrie te zijn.’

Zijn gehele professionele leven werkt Romita voor Marvel Comics. Hij heeft zo’n beetje alle belangrijke helden van de uitgever getekend, zoals Captain America, Iron Man, Daredevil, Thor, the X-Men, the Punisher en the Avengers. Gedurende zijn carrière heeft hij ook veel Spider-Man-verhalen gemaakt. Daarmee trad hij in de voetsporen van zijn vader, John Romita Sr., die na Steve Ditko in de jaren zestig zijn eigen stempel op het Webhoofd drukte. Sr.’s elegante en toegankelijke tekenstijl zorgde ervoor dat het personage nog populairder werd.

De eerste comics die ik als achtjarige onder ogen kreeg, waren Romita Jr.’s Spider-Man-verhalen. Dankzij de intrigerende plots van Roger Stern en Romita’s fantastische tekenwerk, begon mijn fascinatie met de stripheld die tot vandaag de dag voortduurt. Nu ik hem jaren later voor het eerst over zijn werk en carrière spreek, kan de fanboy in mij een gelukzalige grijns niet onderdrukken. Men spreekt immers niet iedere dag met zijn held. Dat tijdens het gesprek een storm rond het huis van John de telefoonverbinding geregeld verbreekt, mag de pret niet drukken.

Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita's carrière uit AMS #227.
Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita’s carrière uit ASM #227.

Kick-Ass
Aanleiding voor ons gesprek is de film Kick-Ass 2 van regisseur Jeff Wadlow, die nu in de bioscoop draait. Zoals zo veel superheldenfilms begonnen de avonturen van Kick-Ass op de strippagina van een Amerikaanse comic. Samen met de Schotse stripschrijver Mark Millar creëerde Romita Jr. de populaire en ultra gewelddadige strip waarin middelbare scholier Dave Lizewski zich serieus afvraagt waarom niemand in het echte leven ooit een superheld is geworden en besluit het eens uit te proberen. Zonder noemenswaardige training gaat hij in een groen pak, skimasker en wapenstokken de misdaad te lijf. Ondanks dat hij harde klappen oploopt, is zijn optreden als Kick-Ass al snel zo populair dat er meer reallife superheroes opduiken, waaronder Big Daddy en zijn dochter Hit-Girl. In tegenstelling tot de andere ‘superhelden’, die vooral in hun outfit paraderen en dekens aan daklozen uitdelen, weet dit duo echt van wanten. Vooral de jonge tiener Hit-Girl hakt zonder met haar ogen te knipperen gangsters in stukken. Samen met Kick-Ass berokkenen ze de maffia veel schade.

De tweede film is gebaseerd op de strips Hit-Girl en Kick-Ass 2. Na de dood van Big Daddy in deel 1, heeft Hit-Girl haar voogd moeten beloven nooit meer voor held te spelen en probeert als normaal meisje door te gaan op de middelbare school. Ondertussen sluit Kick-Ass zich aan bij het eerste superheldenteam Justice Forever. Het zoontje van de maffiabaas wil wraak op Hit-Girl en Kick-Ass omdat ze verantwoordelijk zijn voor de dood van zijn vader. Hij heeft de ambitie de grootste superschurk aller tijden te worden, noemt zichzelf The Motherfucker en huurt enkele nare huurmoordenaars in, waaronder Mother Russia: een ex-KGB agente die qua moordlust niet onder doet voor The Terminator.

Justice Forever.
Justice Forever.

Vrijheid
Kick-Ass is een zogenoemd creator-owned project van Millar en Romita Jr., dat wil zeggen dat zij de rechten van de personages behouden. Romita: ‘Je hebt als maker de volledige vrijheid bij dit soort projecten. Het zijn onze creaties, daarom voel ik me meer verankerd in het verhaal en geniet ik meer van deze personages dan wanneer ik stripfiguren van anderen krijg aangereikt. Gedurende mijn carrière heb ik Spider-Man heel wat jaren getekend en toch voel ik me meer verbonden met het Kick-Ass-personage dan met Spidey. Overigens moet je bij de vrijheid die je als maker hebt wel oppassen dat je niet te ver gaat. Ik heb creator-owned projecten gezien die onnodig pornografisch of gewelddadig zijn.’

The Motherfucker.
The Motherfucker.

Nu zijn de Kick-Ass-verhalen ook niet bepaald zachtzinnig. In de strip Kick-Ass 2 gaat The Motherfucker flink tekeer: in een scène schiet hij zonder reden een stel kinderen en buurtbewoners dood. Even later verkrachtten hij en zijn handlangers een vriendin van Kick-Ass. Wat wilden de stripmakers hier eigenlijk mee uitdragen?
‘De verkrachtingsscène hebben we redelijk tactvol in beeld gebracht, vind ik. We suggereren de daad, maar je ziet haar niet, want we snijden er vlak voor weg. Wat het doodschieten van de kinderen betreft: we wilden daarmee de extreme psychotische aard van de schurk tonen. Ik ben het niet per se eens met dit kleine vignet, maar ik heb het wel uitgevoerd voor Mark. In al het werk dat ik ooit samen met Mark heb gedaan, was dat de enige scène waar ik niet heel blij mee was. Als vader had ik er moeite mee om dit te laten zien. Het geweld is explicieter dan ik zou willen.’

In de filmversie zit de scène met de kinderen overigens niet. Wel het begin van de verkrachtingsscène, maar die loopt met een sisser af omdat The Motherfucker zich er niet hard voor kan maken. Sowieso is het geweld in de filmversies meer afgezwakt dan in de strip. Desondanks distantieerde acteur Jim Carrey, die de leider van Justice Forever gestalte geeft, zich van zijn rol omdat hij de film te gewelddadig vond en hij dit niet kon verkroppen na de bloederige shooting die december vorig jaar op de Sandy Hook basisschool in Connecticut plaatsvond. Romita, die net als Millar als adviseur aan de films verbonden is, geeft aan Carreys visie te respecteren maar voegt toe: ‘Interessant genoeg speelt hij een personage dat juist zijn antigeweldstandpunt uitdraagt, want Colonel Stars and Stripes is een hervormde huurmoordenaar die niet meer in wapens gelooft. Nu Carrey afstand doet van de rol, mist hij de kans daar gebruik van te maken.’

Hit-Girl in actie.
Hit-Girl in actie.

Op dit moment zijn de heren druk met de stripreeks Kick-Ass 3. Samen met Millar maakte Romita Jr. al eerder het Wolverine-verhaal Enemy of the State, waarin de gebrainwashte superheld het tegen al zijn collega’s opneemt. Kennelijk beviel de samenwerking goed, want toen Millar een nieuw idee had benaderde hij Romita om er samen aan te werken.
‘Mark kwam met het oorspronkelijke idee voor Kick-Ass, al ging het verhaal toen meer over de vader en het dochtertje, Big Daddy en Hit-Girl. Toen we er aan werkten verschoof de focus naar het personage Kick-Ass. Ik heb karakterontwerpen, modelsheets en schetsen gemaakt en daar zijn we mee aan de slag gegaan.’

Millar schrijft volgens Romita een mengvorm van plot en volledige scriptbeschrijvingen: ‘Mark is zo’n goede schrijver dat hij me alleen het strikt noodzakelijke geeft en daar ga ik dan mee aan de slag. Co-schrijver is misschien te veel gezegd, maar ik vind mezelf wel een co-storyteller. Met mij is het anders dan bij de meeste tekenaars, want storytelling is voor mij het allerbelangrijkste element van het strip maken. Op dat vlak voeg ik meer aan het verhaal toe dan de gemiddelde tekenaar. Mark is heel genereus met zijn complimenten en zegt dat ik 80% van het werk verricht, maar daar ben ik het niet helemaal mee eens. Volgens mij is het een 50-50 deal.’

Romita werkt normaliter in wat de Marvel-methode wordt genoemd: de auteur schrijft het verhaal op als een synopsis of plotbeschrijving en niet als een volledig uitgeschreven script. Wanneer de strip is getekend worden de teksten toegevoegd. Zodoende heeft Romita als verhalenverteller een dikke vinger in de pap. Vaak plaatst hij buiten de stripkaders ook suggesties voor dialogen.

Thor in potlood.
Thor in potlood.

Verhalenverteller
Wanneer John een plot of script krijgt, maakt hij aantekeningen van wat hij wil gaan tekenen. Die fase heet thumbnailing, maar in plaats van kleine schetsen te maken schrijft John korte aantekeningen van wat hij wil gaan tekenen. ‘Op deze manier weet ik hoeveel pagina’s ik kwijt ben en dat het allemaal zal passen binnen de hoeveelheid die we hebben. Zo kan ik het vertelritme, de vorm en de grootte van de plaatjes bepalen en weet ik waar ik bijvoorbeeld een dubbele pagina kan plaatsen. Daarna ga ik meteen met het tekenwerk aan de slag. Ik teken direct op het artboard.’

Hier spreekt een man met ervaring, toch maakt de stripmaker met grote staat van dienst een zeer bescheiden indruk. Romita wordt alom geprezen vanwege de manier waarop hij verhalen visualiseert. Daar is hij ook trots op maar hij blijft kritisch op zijn tekenwerk.

‘Mijn verteltechniek heeft als uitgangspunt het vermijden van gaten in de vertelling. Ik wil dat de tekeningen zo duidelijk zijn voor de lezer dat de dialoog bijna een fijn extraatje is die het geheel mooi afmaakt, als de slagroom op de taart. Duidelijkheid gaat vóór mooi tekenwerk. Ik vind het belangrijker dat een striplezer kan zeggen dat hij erg genoten heeft van het verhaal dan dat hij zegt erg genoten te hebben van het tekenwerk. Mijn verteltechniek komt eigenlijk voort uit het feit dat ik in het begin niet zo’n goede tekenaar was en dit wilde compenseren door goed te letten op hetgeen waar ik wel controle over had, namelijk de storytelling. Die heb ik ontwikkeld door het werk te lezen dat mijn vader met Stan Lee maakte toen ik nog jong was. Ik heb ook veel geleerd door veel naar films te kijken, en er waren redacteuren bij Marvel die storytelling erg belangrijk vonden. Mensen als Jim Shooter (jarenlang de hoofdredacteur bij Marvel) gaven veel aanwijzingen. Bijvoorbeeld dat je telkens helder moet laten zien waar iets zich afspeelt, door geregeld een establishing shot te gebruiken.’

Voor referentiemateriaal in zijn strips gebruikt John vaak de interieurs van de huizen en bedrijven waar hij over de vloer komt. Hij vist veel observaties op uit zijn geheugen, en neemt ook foto’s. ‘Als mijn vrouw bijvoorbeeld haar dokter in de stad bezoekt, dan gebruik ik mijn telefoon om foto’s te nemen voor referentieshots van ziekenhuizen, gangen, en dat soort dingen. Dat is vooral handig omdat ik dit soort plekken van een bepaald gezichtspunt nodig heb of omdat ik specifieke voorwerpen nodig heb die ik niet altijd online kan vinden.’ Romita modelleert ook stripfiguren naar mensen uit zijn omgeving. Een berucht voorbeeld is Typhoid Mary, een zeer kwaadaardige vrouw uit Daredevil, die Romita baseerde op zijn ex-vrouw. Wellicht was dit een reactie op een vervelende scheiding? ‘Het was een moeilijke relatie en daarom was de scheiding fijn, want een bevrijding. De pen is machtiger dan het zwaard, zeg maar. Ik heb mijn wraak gekregen.’

Tuphoid Mary.
Tuphoid Mary.

De zoon van
Romita volgde een tweejarige opleiding reclametekenen aan Farmingdale University. De eerste stappen op het pad van striptekenaar waren bescheiden. Hoewel Sr. als artdirector bij Marvel werkte en Johns moeder Virginia daar trafficmanager was, is JRJR zonder de hulp van zijn ouders in 1976 bij de uitgeverij begonnen. Ze wilden zo beschuldigingen van nepotisme vermijden. Romita Jr. maakte als vakantiemedewerker schetsen en pin-ups op de redactie, en toen men zijn talent herkende, mocht hij voor de Britse afdeling van Marvel, Marvel UK tekenen. Amerikaanse comics werden in twee delen in zwart-wit tijdschriften uitgegeven en Romita JR maakte daarvoor een extra cover en de splashpage: de openingspagina die meestal bestaat uit een grote plaat. Daarna werkte hij een tijdje als productie-assistent op het kantoor van Marvel. Zijn eerste echte klus was een zespagina lange Spider-Man-verhaal in annual #11 (1977): ‘Chaos at the Coffee Bean’, geschreven door Scott Edelman. Die was ook de redacteur van de serie Iron Man en vroeg JRJR deze serie te tekenen.

Het was voor John moeilijk om onder de schaduw van zijn vader vandaan te komen: ‘Doordat mijn vader ook voor Marvel werkte dachten veel mensen dat ik door nepotisme aan de bak was gekomen. Daarom moest ik extra hard werken om mezelf te bewijzen, aan mezelf en ook aan mijn vader. Gelukkig had ik een sociaal leven buiten de stripwereld met fantastische vrienden en een fijne familie waar ik me bij kon ontspannen. Het was in het begin geen pretje en ik weet nog dat ik in die dagen veel woede voelde. Als ruwe bolster uit New York heb ik menigmaal mijn handen strak in mijn zakken moeten houden. Je zou kunnen zeggen dat ik genoeg mensen ben tegengekomen die een flinke klap hadden verdiend. Daarom fitness ik nog steeds, om me mentaal en fysiek sterk te houden. Het is interessant hoe fitness zo intrinsiek verbonden is aan strips, want om het menselijk lichaam te kunnen tekenen, moet je fysiek fit genoeg zijn om lange uren achter elkaar te kunnen werken. En daarom moet je mentaal ook fit zijn. Mijn vader zei al: “Er is altijd iemand die beter is dan jij, iemand die slimmer is, sterker en er beter uitziet. Dus raak gewend aan wie en wat je bent, deal daarmee en bewijs jezelf daarna zo goed mogelijk.” Wat mij betreft is dat het meest diepzinnige wat je een kind kunt meegeven. Mijn vader is een briljante tekenaar en hij is nooit arrogant geworden. En als hij zo goed kan zijn en toch bescheiden, mag ik van mezelf niet minder verwachten.’

Spider-Man
spidey_webslinger_RomitaRedelijk vroeg in zijn carrière kreeg Romita de kans om Amazing Spider-Man te tekenen. Eerst verhalen van Denny O’Neil, daarna die van Roger Stern. Deze samenwerking leverde comics op die nu nog steeds als een huis staan. Omdat veel ervan verbonden zijn aan Peter Parkers werk bij the Daily Bugle, zijn de fantastische avonturen van het Webhoofd geaard in de realiteit. Hoe bereidde Romita zich voor op het tekenen van Spider-Man?

‘Ik ben uitgegaan van wat mijn vader daarvoor had gedaan. Ik was toen nog geen vaardige tekenaar dus probeerde ik na te doen wat hij had gedaan. Uiteraard faalde ik daar in, maar ik kon alleen doen wat op dat moment in mijn mogelijkheden lag. Ik weet nog dat ik me compleet overweldigd en geïntimideerd voelde, maar het is me gelukt om er doorheen te komen. Uiteindelijk werd mijn werk steeds beter,’ zegt hij lachend. De werkrelatie met Stern noemt Romita fantastisch. ‘We waren allebei erg jong en beginnelingen. We wisten wat ons aansprak. Roger was toen meer een redacteur dan een schrijver. We werkten samen op de redactie van Marvel dus we spraken elkaar veel.’

In de loop van zijn carrière kwam Romita telkens weer terug bij Spider-Man. ‘Ik teken Spider-Man het liefste, want ik voel me erg vertrouwd met hem. Natuurlijk omdat mijn vader hem tekende toen ik nog jong was, maar ook omdat Peter Parker woonde in Forest Hills en dat is vlakbij waar ik ben opgegroeid. Spider-Man is een tiener uit Queens en dat maakte hem reëel genoeg om als kind uit Queens over hem te fantaseren. Toen ik de kans kreeg om hem te tekenen, heb ik geprobeerd door te zetten wat mensen juist zo aanspreekt in het personage en dat is zijn realisme. Hij is de anti-Superman, want hij woont in een bestaande stad terwijl Superman een complete fantasiefiguur is. Met Kick-Ass hebben we hetzelfde gedaan als met Peter. Kick-Ass woont ook in de buurt waarin ik ben opgegroeid. Die vertrouwdheid spreekt mij aan en maakt het voor mij echter. Eigenlijk is Kick-Ass nog realistischer dan Spider-Man, want er zitten geen superhelden in. Het zijn echte mensen die superhelden proberen te zijn.’

 

In de loop der jaren is Romita’s relatie tot Peter Parker wel veranderd. Tegenwoordig wordt Spidey geschreven door Dan Slott, en is hij niet eens meer Peter Parker, maar zit de geest van Doctor Octopus in zijn lijf. ‘Dat valt me wel tegen, maar je weet dat Peter uiteindelijk weer terug zal komen,’ zegt de stripmaker. ‘Peter heeft zich langzaam ontwikkeld en is in de loop der jaren veranderd. Dit betekent niet dat het per se slechter of beter is, maar omdat ik er nu niet aan werk, voel ik me minder met Peter verbonden. Ik heb het gevoel dat de Peter Parker uit mijn tijd meer hart en ziel had dan de andere interpretaties, maar dat komt vast omdat ik er toen aan werkte. Net als de versie van Stan Lee en mijn vader, was mijn Peter Parker een fan van Tante May, hij voelde zich verbonden met haar en zijn familie.’ Dat John dit zo aanspreekt is niet zo gek, want hij komt over als een echte familieman. Liefdevol spreekt hij over zijn kinderen, vrouw en familie. ‘Ik zou uiteindelijk graag weer met Spider-Man aan de slag gaan, want ik geniet echt van hem.’

spider-man-911

11 september
In de begin jaren van deze eeuw tekende Romita de Spider-Man-verhalen geschreven door J. Michael Straczynski. De aflevering over de terroristische aanslagen op 11 september 2001 (Amazing Spider-Man, vol. 2 #36) beschouwt hij als een hoogtepunt uit zijn carrière. Zelfs de superhelden van Marvel konden de aanslagen niet voorkomen en Spider-Man en zijn collega’s helpen de brandweermannen met het zoeken en bergen van slachtoffers.

Op New Yorker Romita maakten de aanslagen een enorme indruk: ‘Verhalen die inspelen op de actualiteit zijn altijd een onderdeel geweest van comics. Stan Lee schreef al over rassenstrijd en drugsproblemen. Ik heb het over alcoholisme gehad in Iron Man en kindermishandeling in de verhalen van Peter Parker en Daredevil. Toch, de laffe aanvallen en brute moorden op 11 september 2001, veranderden ieders leven en visie. Voor mij werd bevestigd dat vrijheid nooit veilig is. Ik wil niet te veel ingaan op politiek, maar jarenlang voelde ik me erg ontstemd, verpletterd, vol haat en woede vanwege deze aanvallen op Amerika. We zijn een vrije natie waar iedereen zijn zegje kan en mag doen, en er is een bepaalde groep mensen die het land haten waar ze wonen. Ik realiseerde me door 11 september dat, ondanks het feit dat het merendeel van de Amerikanen goedhartige mensen zijn, we gehaat worden vanwege onze vrijheid. Dit besef verankerde in mijn geest het idee dat ik me niet meer kan ontspannen, dat ik overal moet letten op wat ik doe, waar ik me ook begeef. Overal loert het gevaar om de hoek. Dat stelde me erg teleur, maar je moet dit idee wel omarmen. Het spreekt voor zich dat je niet zomaar een gevaarlijke weg of wijk in Los Angeles of New York kan inlopen, want misdaad is in elke grote stad. Maar nu is dat gevoel van onveiligheid overal: op vliegvelden, in iedere stad ter wereld, en dat brak mijn hart.’

spider-man-911-2
Gevraagd naar waar Romita nog meer trots op is, antwoordt hij: ‘Er zijn verschillende redenen waarom ik trots ben op bepaald werk. Op emotioneel niveau ben ik trots op het 11 September-verhaal, wat ouderwetse storytelling betreft ben ik trots op Man without Fear, een geüpdatet origin story van Daredevil. Met dit verhaal lukte het me om alles goed te doen: alles wat ik leuk vond om te doen kon ik kwijt in de storytelling. En Frank Miller is een briljant schrijver. Wat betreft moderne verteltechnieken en commercieel succes, ben ik erg blij met Kick-Ass.’

Een pagina uit Daredevil: Man without Fear.
Een pagina uit Daredevil: Man without Fear.

Impressionisme
In de toekomst hoopt John weer te gaan schilderen, iets wat hij sinds de kunstacademie niet meer gedaan heeft. ‘Zodra ik stop met mijn deadlinewerk wil ik dat weer oppikken. Ik weet ook precies wat ik wil gaan maken en in welke stijl. Ik vind de menselijke anatomie fascinerend, daarom vind ik het heerlijk om het menselijk lichaam te illustreren. Tegelijkertijd vind ik jammer dat ik dit de afgelopen 37 jaar alleen in een realistische stijl heb kunnen doen. Daarom wil ik graag een impressionistische stijl met een realistische combineren in portretschilderen. Ik wil het realisme niet volledig elimineren, maar ik wil graag ruimte voor fantasie in de beelden laten en daarom gaat het impressionisme een rol spelen. Ik heb al zoveel zin om eraan te beginnen dat ik het bijna kan proeven!’

Dit interview is gepubliceerd in Stripgids #36 (2013).

Categorieën
Strips

Op bezoek bij Donald Duck

Acht studenten van de School voor Journalistiek in Utrecht maakten de afgelopen maanden een schaduw-Villamedia. Een selectie van hun artikelen verschijnt de komende weken op villamedia.nl. Een van die stukken gaat over het weekblad Donald Duck.

Sommige magazines overleven alle stormen. Zelfs in een tijd waarin er steeds meer tijdschriften ten onder gaan, door de crisis en digitalisering. Een van deze magazines is Donald Duck. Dit blad heeft sinds 25 oktober 1952 een prominente plek in het Nederlandse tijdschriftenlandschap.

Nieuwere tijdschriften doen het goed, toch steekt de oplage van Donald Duck nog steeds met kop en snavel boven de andere titels uit. Donald Duck heeft een verspreide oplage van 260 duizend exemplaren per editie, volgens het HOI-instituut. Hoewel het goed gaat, is niet alles meer hetzelfde als zestig jaar geleden. De redactie oogt druk, tientallen medewerkers zitten in rijen achter de computers en tekentafels.

De drukte komt niet alleen door de ijverige medewerkers van Donald Duck. Dit komt voornamelijk omdat alle jeugdtijdschriften tegenwoordig zijn samengevoegd bij Sanoma. Hierdoor betekent bij Donald Duck werken, soms ook dat je voor een ander Sanoma jeugdmagazine aan de slag moet. Dit zijn tijdschriften zoals Zo Zit Dat of Tina. Frans Hasselaar, chef van de tekenredactie, geeft een rondleiding over de redactie en vertelt met trots, dat hij hier ondanks alle veranderingen al 28 jaar rondloopt.

Lees verder op Villamedia.

donald_duckNu ik toch striptips aan het uitdelen ben:

Dit weekend vindt Het Stripgidsfestival plaats in Turnhout. Uiteraard ben ik daar bij, want dit is altijd een erg fijne stripbeurs. Ik kijk in het bijzonder uit naar de Lucky Luke expositie, en de lezingen klinken ook interessant. Lees hier het hele programma.

Wie het televisieprogramma Beeldverhaal nog eens wil terugkijken, met de extra interviews, kan hier terecht.

Categorieën
Film Juniorpress Spidey's web Strips

Spidey’s web: Opgeblazen Spider-Man

Ieder jaar vindt in New York op Thanksgiving Day een mega optocht plaats georganiseerd door de Amerikaanse winkelketen Macy’s. In de karavaan van ballonfiguren, versierde wagens en Bekende Amerikanen is Spider-Man al jaren een vaste gast in de vorm van een megagrote ballon. Dit jaar dus weer:

Foto: Reuters
Foto: Reuters

Macy's Legendary Thanksgiving Day Parade Winds Through New York City

Die parade doet me denken aan een stripscène uit de jaren tachtig.

Demonenstad
In de zomer van 1989 kwam Marvel met een groot crossover verhaal dat Inferno werd gedoopt. Wanneer de barriere tussen de aarde en de mystieke dimensie Limbo verzwakt is geraakt, ziet een aantal demonen kans om de aarde te bereiken. Ze belanden in New York en al snel worden de gevolgen zichtbaar: auto’s komen tot leven, gebouwen beginnen te bewegen, mensen worden opgegeten door hun eigen kleding. Dat soort dingen. Het Empire State Building begint te groeien en wordt het epicentrum van alle narigheid. De belangrijke verhalen van Inferno werden in de titels rondom mutanten als the X-Men en New Mutants verteld, maar de effecten ervan waren ook in de andere comicseries van dat moment zichtbaar. Ons favoriete Webhoofd kreeg er dus ook mee te maken.

Luchtige vijand
In Amazing Spider-Man #311 begint het al goed als de stenen leeuwen voor de beroemde bibliotheek van New York tot leven komen en Spidey als leeuwentemmer moet optreden. Een nummer later loopt er een megagrote Spider-Man-ballon door de straten van New York die onze held moet uitschakelen:

spideyversusballoon1spideyversusballoon2spideyversusballoon3

De ballon is inderdaad dezelfde die dat jaar in de Thanksgiving Day Parade zou optreden.

Het Inferno-idee is volgens mij deels geïnspireerd door films als Ghostbusters. Dat in de stad door bovennatuurlijke activiteit van alles tot leven komt, lijkt veel op de taferelen die we in de twee Ghostbusters-films zien als de spoken uit hun dak gaan.

En de grote ballon van Spidey die door New York loopt lijkt veel op de scène met de Stay Puft Marshmallow Man uit de eerste Ghostbusters-film (Ivan Rietman, 1984). Sterker nog: als Spidey zijn luchtige evenbeeld tegenkomt maakt hij een directe referentie naar de film: ‘What the heck is that? The “Stay-puft”-Spider-Man?!” Opmerkelijk genoeg is deze verwijzing in de Nederlandse vertaling weggelaten. Ook de referentie naar Macy’s. Kennelijk vonden de mensen van Juniorpress beide verwijzingen te specifiek en onbekend voor de Nederlandse lezers.

In Ghostbusters II doen ze de scène van Mister Stay Puft nog eens dunnetjes over met een wandelend Vrijheidsbeeld.

Dit jaar werd tijdens de Macy’s Thanksgiving Day Parade de linkerarm van de Spidey ballon geraakt door een boomtak in Central Park en liep daardoor leeg. Tenminste, dat is de officiële versie. Wie weet kwam de ballon plotseling tot leven en moest Spidey wederom ingrijpen met een megagrote naald om hem uit te schakelen. Stranger things have happened.

Amazing Spider-Man #311 & 313. Tekst David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane.

Categorieën
Fotoblog

Puur geluk

Categorieën
Fotoblog

Tijdens een rondleiding in de Stadsschouwburg

Linda en ik waren zaterdag in de Stadsschouwburg waar we rondgeleid werden door haar collega Klaus. Erg interessant!

Categorieën
Mike's notities

December 2013: Geen verplichte gezelligheid a.u.b.

Het is weer december! Feestmaand bij uitstek. Maar ook de maand van saamhorigheid en overconsumptie. Een maand met verschillende gezichten dus. In de loop der jaren heb ik me ermee verzoend.

Foto: Jooper.
Foto: Jooper.

 

Fred.
Fred.

Sinds mijn jonge jeugdjaren ben ik allergisch voor verplichte gezelligheid. Dat heeft alles te maken met kerstdagen en gezamenlijk op zondag ontbijten met het hele gezin toen mijn ouders nog niet gescheiden waren. De spanning aan tafel was vaak  te snijden en die gezellig bedoelde samenkomsten ontaarden dikwijls in rondvliegend servies. Daarom kom ik zelden op verjaardagen en had ik altijd een bloedhekel aan kerst: ook een verplicht nummertje waarbij familiebezoek een vereiste is.

Mijn houding veranderde toen ik ontdekte dat je dit soort tradities ook op je eigen manier kunt invullen. Kerst werd een feest toen ik besefte dat ik twee dagen vrij had waarin ik lekker op de bank strips kon gaan lezen. Ik hoefde helemaal niet bij familie langs als ik niet wilde. En zonder kerstboom was het ook prima toeven. En kerstliedjes… ach, wie de radio uithoudt heeft daar binnenshuis ook geen last van.

In de afgelopen jaren heb ik me dus neergelegd bij december, juist omdat ik mijn eigen weg deze maand volg. Ik geniet van de clichés die ieder jaar weer uit de kast worden getrokken en afgestoft worden neergezet. De feestelijke straatverlichting, ach, laten we maar even vergeten dat die veel energie kost terwijl we eigenlijk duurzaam moeten zijn. Kerstfilms kijken, genieten van sneeuwvlokken voor het raam terwijl de verwarming het huis behaaglijk houdt en vrije dagen!

Dit jaar hebben we zelfs een mini-naaldboom geadopteerd die zonder eigenaar was. Fred hebben we hem genoemd. In Fred hangt het zilveren theerobotje dat ik laatst van KLIK heb gekregen. Ik streef ernaar om Fred tot ver na de kerst in leven te houden, want het beeld van weggegooide, halve dode kerstbomen langs de weg in de eerste dagen van het nieuwe jaar vind ik schrijnend.

fred02

MacGuffin
Waar ik ook van geniet is zoiets als het Glazen huis. Drie dj’s die een week lang in het openbaar radio maken en zichzelf laten uithongeren voor een goed doel en allerlei mensen die acties op touw zetten om geld in te zamelen. Ik zal eerlijk zijn: dat goede doel is voor mij niet meer dan een MacGuffin en hoeveel geld er wordt ingezameld interesseert me ook niet. Ik vind het gewoon leuk om de mensen in het glazen huis en de taferelen eromheen te volgen. Entertainment waar je verder niet bij hoeft na te denken.

Zelf heb ik een paar fijne herinneringen aan de eerste twee edities van Serious Request die op de Neude in Utrecht plaatsvonden: toen deed ik namelijk beeldregie en bepaalde dus wat je op de buis en op het web zag. De eerste editie deed ik dat ’s nachts, de tweede overdag. ’s Nachts was altijd het leukste, want dan staan de grootste randdebielen voor het glazen huis. Dronken studenten en andere nachtbrakers. Lachen hoor. Ook een voordeel van de nacht: dan liggen de BN’ers die overdag langskomen om zichzelf te promoten, euh, het goede doel te steunen, al lekker in hun bedjes. Daar heb je dan ook geen last van.

Vriendschap
Aan gezelligheid heb ik dus geen hekel, zolang het maar niet opgelegde gezelligheid is. Ik spreek graag met vrienden af om eens bij te praten en koude winterdagen lijkt samenscholen in een warm café extra fijn. Afgelopen vrijdag zat ik daarom met Peter en Jooper in Le Journal op de Neude in Utrecht.

Peter is op dit moment bezig met een interessant wijkblog. Dit is voortgekomen uit zijn frustratie over hoe dingen door de gemeente werden aangepakt en veranderingen in de buurt waar de bewoners niet bij betrokken werden. Hij zette zijn ongenoegen om in een positieve actie. Dat is bewonderenswaardig en een goede manier om met frustratie om te gaan. De hele buurt heeft hier namelijk profijt van en een kans om dingen te veranderen.

Jooper gaat op dit moment ook lekker: hij is zich steeds meer gaan richten op fotografie en dat werpt zijn vruchten af in de vorm van professionele opdrachten. Volg je interesses en je bewandelt een interessant pad. Fijn om te horen dat het met mijn vrienden zo lekker gaat.

Terwijl we zaten te praten, kwam er een oudere heer op ons af. ‘We zitten hier portretten van mensen te tekenen, vinden jullie het goed dat we jullie ook op papier zetten?’ Dat vonden we uiteraard geen probleem. De twee mannen zitten geregeld in het café om mensen te tekenen. Dit doen ze voornamelijk om het tekenen, niet zo zeer om materiaal te verzamelen voor schilderijen, al komt dat ook wel voor. Tekenen omdat je tekenen zo lekker vindt. Hoe fijn is dat? Ook weer een voorbeeld van je interesses volgen.

tekening_le_journal2

Midwinterfeest
Twee dingen aan december vind ik overigens nog wel moeilijk te verkroppen: vuurwerk is daar een van. Niet dat we dit op oudjaar afsteken, daar ontkom je niet aan. Maar ik hoop dat iedere terroristwannabe die al in september begint met het afsteken van vuurwerk zijn hand eraf knalt. Ook dat overdreven consumeren en hoe dit het midwinterfeest overschaduwt vind ik ergerlijk. (Ja, midwinterfeest, want kerst heeft voor mij geen bal met Jezus te maken.) Het is de drukste tijd van het jaar voor de shoppers. Het consumentenleger dromt met overvolle tassen door de Kalverstraten van Nederland. Wie zich daar schuldig over voelt kan gelukkig een aflaat kopen bij Serious Request.

Nou ja, ook daar hoef je niet aan mee te doen. Ook consumeren is een keuze, net als alle andere clichés deze maand kun je daar een eigen invulling aangeven. Dat is eigenlijk wat ik wil zeggen: hou het dicht bij jezelf, volg je eigen pad en doe vooral geen dingen omdat ‘het zo hoort’. Als boodschap niets nieuws wellicht, maar daarom niet minder waardevol. Wie zijn eigen pad volgt is niet alleen een gelukkiger mens, vaak heeft dit ook positieve invloed op het leven van anderen.

‘Make it so’, zou ik zeggen:

(De Star Trek-video kwam ik op het spoor dankzij Matt Baaij, een andere goede vriend met wie ik die vrijdag zat te koffieleuten.)

Categorieën
Strips

Laatste strip Willy Lohmann in StripNieuws

Begin oktober overleed stripmaker Willy Lohmann op 77-jarige leeftijd. Zijn laatste strip Odewijk de Goede wordt gepubliceerd in StripNieuws.

Odewijk de Goede gaat over een schatrijke ex-vastgoedmakelaar die onmetelijke rijkdommen vergaarde waarmee hij een eiland kocht, Euphorbia. Op dit eiland gedraagt hij zich als een soort Lodewijk XIV. Het volk en zijn personeel zijn dol op hem vanwege zijn gulheid. In zijn niet-aflatende drift om goed te doen, zorgt hij steeds weer voor opwinding, vooral omdat dingen in de soep lopen. Overigens heet het personage eigenlijk Lodewijk, maar hij kan zelf de ‘l’ niet uitspreken.

Voor Lohmann was de strip een manier om zijn ongenoegen over bepaalde misstanden te ventileren. Hij situeerde de strip op een eiland om de kleine maatschappij te kunnen gebruiken als een spiegel voor de onze. Alle mogelijke gedragingen en vooral excessen van functionarissen, zakenlui en anderszins mensen met een zekere status wilde de stripmaker aan de kaak stellen.

Lohmann windt er geen doekjes om in de strip en zijn kritiek is duidelijk verstaanbaar. Odewijk laat zich in de eerste aflevering voor het karretje spannen van een stelletje zakenlui die beweren dat het privatiseren van energie zal leiden tot lagere prijzen. We weten allemaal dat dit een sprookje is en al snel betalen de mensen dan ook een te hoge prijs voor hun stroomgebruik, terwijl de energiebedrijven er goed van leven.

odewijk_lohmann

Het eerste korte verhaal staat in StripNieuws #53. Er liggen nog twee korte verhalen op de plank en twee lange. De korte zullen in de komende nummers van StripNieuws verschijnen. Daar kijk ik naar uit, want ik kan erg genieten van Lohmanns energieke tekenstijl.

Cover van StripNieuws #53 getekend door Willem Vleeschouwer.
Cover van StripNieuws #53 getekend door Willem Vleeschouwer.

Het stripinformatieblad StripNieuws wordt uitgegeven door Het Stripschap en verschijnt vier keer per jaar met nieuws uit de stripwereld, strips en informatie over Het Stripschap. Het wordt gratis toegezonden aan alle leden van de striporganisatie en is los verkrijgbaar in een groot aantal stripwinkels in Nederland. Naast de strip van Lohmann staat er in dit nummer onder meer een terugblik op Thom Roeps hoofdredacteurschap van de Donald Duck, een uitgebreid interview met Willem Vleeschouwer, een verslag van een manga-expositie en een pittige column van Fred de Heij.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Eric Schreurs, Dave Cooper en S. Clay Wilson

Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Pieter leest Dave Cooper.
Pieter leest Dave Cooper.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Pieter Zandvliet, 44 jaar, Beeldend kunstenaar.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Alles van Eric schreurs en Dave Cooper en S. Clay Wilson. Ik lees nog altijd strips.

Waarom zijn dit je favoriete strips? Wat vind je er zo goed aan?
Goed getekend en absurde verhalen. Ze laten verotting zien, de underdogs in de samenleving. Schreurs doet dat in de realiteit en Cooper wat meer in droomwerelden. Ze hebben beide een unieke stijl en een eigen taaltje. Het swingt van het papier af. Ik vind Schreurs eigenlijk ook nog mijn favoriete kunstenaar, mede door het eerlijke, vlezige, bewegende van zijn werk.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Bij striphandel Noord in Rotterdam. Het was alsof ik de strips kon ruiken, ranzige lijnen, die mij wat aan S. Clay Wilson en Robert Crumb deden denken, maar woderwel toch weer geheel anders. Door het werk van Schreurs en Cooper werd ik verliefd op underground comics. Ik runde mede hierdoor Slaphanger, een Galerie-underground strip en muziekwinkel in Rotterdam van 1994-2003.

Joop Klepzeiker van Eric Schreeurs.
Joop Klepzeiker van Eric Schreeurs.

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Fotoblog

The not so long and not so winding road…

Categorieën
Fotoblog

Zenmomentje in Westerpark