Categorieën
Strips

Voorpublicatie: De wereld die strip heet

Stripmaker Marq van Broekhoven (Peer de Plintkabouter, Jodocus de Barbaar en Marq Denkt) laat gelukkig weer van zich horen. Hij heeft in eigen beheer een bundeling van zijn columns uit Myx uitgegeven, met daarin ook een artikel over (de neus van) Gerard Leever en zijn lezing over Marten Toonder. De wereld die strip heet,  heet het boekje.

boek_marqvanbroekhovenDe dagen van Myx stripmagazine liggen alweer jaren achter ons. Het tijdschrift werd uitgegeven door Silvester Strips, daarna nog een tijdje door uitgeverij uitgever Edollandia. In MYX stonden veel Franse (vervolg)strips die ook als album bij Silvester werden uitgegeven. Daarnaast stonden er ook recensies, interviews en werk van Nederlands talent in. Toen Silvester strips het blad nog uitgaf heb ik er ook nog een paar artikelen voor geschreven, al nam mijn enthousiasme snel af voor het blad omdat de betaling voor het werk steeds later gebeurde.

Waarom bundelt Van Broekhoven zijn columns eigenlijk nu pas? Marq: ‘Omdat er vraag naar een bundeling van mijn columns uit de Myx is (een stuk of vijf fans) en omdat ik het leuk vind om eens een echt boekje met letters te maken. En als proef, om te zien of deze manier van uitgeven bevalt, voor als mijn Echte Roman af is.’

Strips of illustraties zul je niet in het boekje aantreffen: ‘Geen tekeningen of strips. Omdat dit mijn eerste ervaring is met Brave New Books wilde ik de kans op blunders zo klein mogelijk houden. En ik had ook eigenlijk helemaal geen zin om er tekeningen bij te gaan maken. Even heb ik getwijfeld over een Marq Denkt-stijl-plaatje op de titelpagina, maar daar heb ik ook maar van af gezien. Ook had ik toevallig een weekje geen ander werk, zodat ik mooi de tijd had om alles uit te werken. Voor illustraties had ik meer tijd vrij moeten maken.’

Om te kunnen proeven van wat je als lezer te wachten staat, publiceer ik hier als voorproefje een van Marqs columns:

Tieten en tepels

Laureline.
Laureline.

Het tweede paar blote borsten dat ik in mijn leven zag, maakte een onuitwisbare indruk op me.

De eerste blote borsten waren die van mijn moeder, gedurende het eerste jaar van mijn leven. Daar kan ik me (gelukkig) helemaal niets meer van herinneren. Ik moet ze dagelijks enkele keren van zeer dichtbij hebben kunnen aanschouwen en ik geloof niet dat ik overdrijf, als ik zeg dat in die periode mijn hele bestaan moet hebben gedraaid om die twee, maar ze zijn uit mijn geheugen gewist. Verdwenen. Weg.

Een dikke tien jaar later zag ik het tweede paar. Ze waren van Laureline. Laureline was het collegaatje van Ravian, de tijd-ruimte-agent. Samen waren ze neergestort op een verre planeet, waar de bevolking sidderde onder het schrikbewind van De Meester, een gigantisch brein dat zijn tegenstanders middels beangstigende visioenen kon verslaan. Ik volgde deze avonturen elke week in het stripblad Pep. Met kloppend hart en rode oortjes. Tegen het eind van het verhaal volgde de onvermijdelijke confrontatie van onze helden met De Meester en mijn kloppend hart versnelde zijn klop, terwijl mijn rode oortjes nog intenser rood kleurden. In haar angstvisioen zag Laureline zichzelf in de greep van een enorme, huizenhoge machine. De tekening vulde bijna de hele bladzijde: een glimmend stalen monster van tientallen meters hoog, met in zijn klauwen een kleine, kwetsbare, naakte Laureline. Ze was op die Pep-pagina niet groter dan een centimeter en haar borsten moeten daar dus slechts een fractie van geweest zijn, maar ze maakten een onuitwisbare indruk op me.

Het was de eerste keer dat ik een naakt lichaam in een strip tegenkwam. Dat is één. Het waren de tieten van Laureline die ik hier mocht aanschouwen – en Laureline was het mooiste, spannendste, realistischte stripmeisje dat ik kende. Dat is twee. Maar bovenal werd ik omver geblazen door die tepels! Twee dikke, zwarte punten stonden daar vooruit te wijzen in de richting van de metalen moordmachine. Dus zo groot waren tepels? En ze waren zwart? De ene onthulling stapelde zich op de andere en de tekening groef zich een weg diep in het geheugendeel van mijn hersenen, om daar nooit meer uit te verdwijnen.
Mijn eerste vriendinnetje had heel wat uit te leggen…

Later ben ik me ernstig gaan afvragen, of die overweldigende tepels niet het werk zijn geweest van een ludiek redactielid (por dios!), of van mijn ondeugende broertje en zijn zwarte stiften, want toen ik jaren later het album van Ravian en de Vogels van de Meester gekocht had en met kloppend hart en rode oortjes doorbladerde naar de betreffende pagina, achterin het boek, ontdekte ik tot mijn verbijstering dat Laurelines borsten geen tepels meer hadden. Ze waren verdwenen. Weg.

Van Broekhovens bundel is voor € 16,90 aan te schaffen, onder andere bij Bol.com. ‘Maar op beurzen verkoop ik het voor € 15 (inclusief signatie/dedicace),’ laat de stripmaker weten.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Nieuwe Spider-Man lezing op KLIK!

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

In november is het tijd voor het KLIK! Amsterdam Animation Festival, dat dit jaar als thema The Fabulous Fifties heeft. Er is ook aandacht voor Spider-Man: ondergetekende geeft dan namelijk een lezing over zijn favoriete stripheld.

In 2012 gaf ik voor het eerst een lezing over de Muurkruiper tijdens het Imagine Film Festival, die vooral ging over de geschiedenis van de stripheld en mijn bedevaart naar striplocaties in New York.

Tijdens KLIK presenteer ik de sequel: Storytelling in the Spider-Man Universe. Hierin ga ik dieper in op hoe in de loop der jaren de storytelling van de Spider-Man-strips en animatieseries is veranderd. In de jaren zestig gebeurde er veel meer in een Spidey-strip dan nu. Het waren volledige verhalen waar heel veel in gebeurde. De strips van nu worden veel meer als afleveringen uit een televisieserie geschreven. Ieder deeltje kruipt de plot een klein beetje verder. Ook kijken we naar specifieke verteltechnieken die de stripmakers gebruiken om van Peter Parker een menselijke held te maken.

Dan Poole speelt de hoofdrol in zijn eigen Spider-Man-film.
Dan Poole speelt de hoofdrol in zijn eigen Spider-Man-film.

Daarnaast is er veel aandacht voor de verschillende animatieseries van Spider-Man en de fanfilms die op het web te vinden zijn: van Dan Poole’s klassieke adaptatie van het verhaal De dood van Gwen Stacy tot en met stop-motion animaties waarin Spider-Man-speelgoedpoppetjes met elkaar op de vuist gaan.

Kortom, het wordt weer een gezellig feestje en ik hoop dat je erbij bent.

Een regulier kaartje kost 10 euro, maar vrienden van het festival betalen slechts 7.

Storytelling in the Spider-Man Universe vindt plaats op 15 november om 20.00 uur.
Locatie: Torenzaal, Overhoeks 1

KLIK vindt plaats van 12 t/m 17 november.

Het belooft een mooie editie te worden. Met het thema The Fabulous Fifties gaan we terug naar de jaren vijftig, toen men nog droomde van het perfecte kerngezin, voorzien van alle huishoudelijke gemakken die de toekomst zou brengen. De animatiefilms uit die tijd zaten vol met dit optimisme, en in de vormgeving verkozen de animatoren voor een meer abstracte en vloeiende lijnvoering in plaats van een realistische weergave. Denk bijvoorbeeld maar aan The Jetsons en The Pink Panther-animaties. Historicus Amid Amidi is gastcurator. Andere speciale gasten zijn onder andere Paul Rudish, Thé Tjong-Khing, Ryan Honey en Vanja Hraste.

Check hier voor het volledige programma.

Categorieën
Fotoblog

England: Halloween

Categorieën
Strips Video

Video: Bob Dylan Illustrated door Theo Bogart

bobdylan_vdboogaardWie tegenwoordig stripfeestjes bezoekt, kan zomaar Theo van den Boogaard tegen het lijf lopen die een Bob Dylan-liedje aan het zingen is. De stripmaker, natuurlijk bekend van de Sjef van Oekel-strips, is niet alleen een grote fan van de grote Amerikaanse troubadour met het opvallende stemgeluid, hij heeft nu ook een zestal liedjes van hem gevisualiseerd en uitgegeven onder de titel Bob Dylan Illustrated.

Het is een dik koffietafelboek geworden waarin de illustraties goed tot hun recht komen. Overigens ondertekende Theo zijn boek met de naam Theo Bogart.

Cobra.be zocht Van den Boogaard op in zijn atelier te Amsterdam waar hij tekst en uitleg geeft.

 

Overigens: een paar jaar geleden interviewde ik Van den Boogaard toen de herdrukken van Van Oekel uitkwamen bij De Vliegende Hollander. Toen vertelde Theo nog dat er plannen waren om samen met Wim T. Schippers nieuwe avonturen van Sjef te maken. In het video-interview laat de stripmaker duidelijk weten dat hij dit voorlopig niet meer van plan is.

Theo van den Boogaard. Bob Dylan Illustrated
Oog & Blik/De Bezige Bij, € 34,90
ISBN: 978 90 549 2422 7

Categorieën
Fotoblog

I luv Great-Britain


You see, I am a Saint now… 🙂

 Now you know where to go.

Categorieën
Daily Webhead Video

Video: Engeland…een impressie

engeland_hertVoordat je het weet zijn de impressies van de vakantie alweer weggezakt in de drukke brei van werk, boodschappen en afspraken waarin we ons dagelijks in begeven. Stress en zorgen over werk overheersen het geluksgevoel dat je ervoer in het moment dat je rustig in de zonnige tuin van het museum in Salisbury een kopje thee zat te drinken terwijl op de achtergrond de beroemde kathedraal als decor diende.

Het is daarom noodzakelijk om videobeelden en foto’s te maken om het geheugen te ondersteunen. Dit is mijn sfeerimpressie van de reis die Linda en ik in oktober maakten naar Salisbury, Bath en Bristol, met tussenstops in Stonehenge en Avebury. Pak er iets te drinken en een koekje bij en ga achterover zitten.

De muziek in deze Daily Webhead video is gemaakt door Christopher Young en Marco Raaphorst.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Guust, Van Oekel, Dirkjan en The Killing Joke

Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip. Dit keer een inzending van een student Comic Design. Ik hoop dat zijn medestudenten zijn voorbeeld zullen volgen.

Spakman leest Batman
Spakman leest Batman

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Jan-Willem Spakman, 21 jaar en ik ben striptekenaar/cartoonist.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
– Guust Flater.
– Sjef van Oekel.
– The Killing Joke.
– Sin City.
– Dirkjan.

Waarom zijn dit je favoriete strips? Wat vind je er zo goed aan?
Guust Flater. Fantastisch getekend en heerlijk kantoor-humor. Tijdloze humor.
Sjef van Oekel. Platen waar menig tekenaar jaloers op is. De Nederlandse steden die worden getekend léven echt. Geniaal schrijfwerk en goeie grappen.
The Killing Joke. Mooi getekend en een duistere draai aan bestaande klassiekers. De Joker was voor mij nog nooit zo echt.
Sin City. Meesterwerk van Miller. Koning van het Zwart-Wit (en nog een kleurtje).
Dirkjan. Voor mij de beste humoristisch gagstrips uit Nederlands. Simpel en effectief met een gigantisch skala aan grappen.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik ben pas echt strips en Graphic Novels gaan lezen toen ik begon met mij opleiding Comic Design aan de kunstacademie. Daarvoor las ik ook al wel Kuifje en Asterix. De bovengenoemde strips zijn voor mij een streven. Ik bewonder ze, en ze helpen mij te zien dat ik altijd beter kan worden in wat ik doe.

still-3--dirkjan-heerst_web
Dirkjan Heerst. (animatiestill door Mooves.)

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Strips

Strike en Stroke bieden podium voor Vlaams striptalent

Op 19 en 20 oktober te Facts in Gent en op 26 oktober op het stripfestival van Breda stelt de Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde aan pers en publiek twee nieuwe striptijdschriften voor, namelijk Strike en Stroke.

(Klik op de plaatjes voor de grotere versie.)
(Klik op de plaatjes voor de grotere versie.)

Strike is een magazine dat zich zal richten tot het hele gezin, in de traditie van de Robbedoes en Kuifje-weekbladen, terwijl Stroke bedoeld is voor de meer gevorderde Stripliefhebber.

‘De mogelijkheid tot voorpublicatie is de laatste jaren weggevallen door het verdwijnen van de striptijdschriften. Dit is bijzonder funest voor de jongere auteurs, die daardoor onvoldoende kansen krijgen om hun talent kenbaar te maken aan het grote publiek. Om hieraan te verhelpen heeft de Stripgilde (een vakvereniging die de belangen van stripauteurs, tekenaars en scenaristen behartigt ) nieuwe mogelijkheden gecreëerd. Uniek aan deze magazines is dat er nooit eerder een brug werd geslagen tussen de traditionele strip en de ‘graphic novel’ strips. Met een frisse mix van bekende en minder bekende auteurs biedt de Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde voor het eerst in het Nederlands taalgebied een platform van zowel auteursstrips als familiestrips. Met de twee magazines, Strike en Stroke, neemt de Stripgilde de strip ook mee in de 21ste eeuw door af te stappen van het klassieke papieren concept en exclusief digitaal voor tablet (o.a. iPad en Samsung Galaxy tab) uit te geven via de app van ABOMENTUM,’ aldus Rik Dewulf, secretaris van de Stripgilde.

Stripbladen in Nederland

Cover van Oogst #3
Cover van Oogst #3

Daar heeft Dewulf natuurlijk een punt. Ook in Nederland is de mogelijkheid tot voorpubliceren zeer beperkt, want weinig echte volbloed stripbladen. Je hebt hier Eppo, maar daar worden toch vooral gevestigde stripmakers gepubliceerd. Relatieve nieuwkomer Marissa Delbressine die de strip Ward tekent op het scenario van Willem Ritstier is hiervan de uitzondering op de regel. Delbressine is overigens een van de drijvende krachten achter Strips2Go, een nieuw stripblad dat recent is gelanceerd en waarvan iedere maand een nummer verschijnt. Dit stripblad biedt nieuw talent wel een podium, daarnaast staan er columns en interviews in. De schrijvers en tekenaars worden betaald uit de opbrengsten van Strips2Go.

Natuurlijk heb je nog een blad als Zone 5300 dat ook nieuw talent een kans geeft. Het aantal strippagina’s in dit magazine over strips, cultuur en curiosa is echter beperkt. Bovendien geeft de Zone-redactie de voorkeur aan meer alternatieve strips en valt de mainstream buiten de boot en levert een publicatie in de Zone geen rode cent op. Dan springt Oogst me nog te binnen: het blad wordt gemaakt door studenten Comic Design van ArtEZ en is vooral een showcase van hun talent en vorderingen.

pulpman_15Je hebt natuurlijk ook nog Stripnieuws van Stripschap. Daar staan naast artikelen ook strips in, maar de makers ervan zijn toch vooral gevestigde namen. En het onregelmatig verschijnende Pulpman van uitgeverij Xtra niet te vergeten. Hoewel dat voornamelijk gevuld wordt met strips Fred de Heij en buitenlandse strips, staat de redactie wel open voor inzendingen van Nederlands striptalent. Helaas betekent publicatie geen inkomsten voor de makers. En dat is wel het geval bij de bladen van het Stripgilde. Omdat er geen drukkosten zijn komen de inkomsten van de bladen zo goed als geheel in de portemonnee van de stripmakers.

Ik ben daarom blij met initiatieven als Strike en Stroke en vraag me een beetje af waarom een dergelijk project niet geïnitieerd is door toenmalig intendant Gert Jan Pos. Goed, die heeft twee boeken uitgebracht met verstrippingen, maar had een deel van het subsidiegeld niet ingezet kunnen worden voor het opzetten van een degelijk nieuw stripblad dat eventueel digitaal uitgegeven zou worden? Aan een magazine waarin striptalent de kans krijgt om te stralen dat met regelmaat uitkomt heb je immers veel meer dan twee boeken vol éénpaginaverstrippingen die maar aan moment aandacht vragen. Bovendien was één zo’n boek wellicht wel voldoende geweest.

Oud & nieuw talent
Nog even over Strike en Stroke. Elk magazine zal tweewekelijks verschijnen, waarbij om de week ofwel Strike ofwel Stroke zal verschijnen. Per nieuw nummer worden ongeveer 40 pagina’s aangeboden, waarbij de inhoud gevuld wordt door zowel doorwinterde en gelauwerde auteurs zoals Steven Dupré (Bronzen Adhemar 2011), Kristof Spaey, Marcel Rouffa en Marc Legendre (Bronzen Adhemar 2013) alsook aanstormend talent zoals Delphine Frantzen (studeerde af aan Sint-Lukas te Brussel in 2012), Pieter Rosseel en Isabelle Baele (Syntra 2013).

Tablet & Apps
Naast het unieke platform voor stripauteurs zijn de Abomentum app en Strike/Stroke gericht op elk mogelijk publiek dat beschikt over een tablet. De app is beschikbaar voor zowel tablets met het IOS besturingssysteem (in de Apple Store) als het Android besturingssysteem (In de Google Play Store). De Abomentum app is gratis te downloaden en de lezer krijgt de keuze hoe hij Strike of Stroke wil aanschaffen. Een los nummer voor de schamele prijs van €2,99 of een van de abonnementsformules waarbij fikse kortingen zijn te verdienen.

Ambitieuze plannen. Je begrijpt natuurlijk dat ik de makers van Strike & Stroke van harte geluk wens met hun initiatief.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De slappe lach met Hara Kiwi #9

Hara Kiwi #9 van Lectrr (Steven Degryse) kwam recent uit bij Strip2000 en dat is goed nieuws, want vrijwel iedere cartoon in deze bundel is een schot in de roos.

Cartoonist en stand-upcomedian Lectrr tapt voor zijn grappen uit een flink vaatje absurditeit. Hij maakt droge woordgrappen, slimme filmverwijzingen, interessante grafische punchlines en soms komt hij met lekker ouderwetse, seksistische gekheid. Allemaal goed om bij deze recensent de lachspieren een flinke workout te geven. Ik vermoed dat Lectrr er zelfs in slaagt om aan een zure Gereformeerde een glimlach te ontrekken.

Over cartoons moet je niet te veel praten, vind ik, daarom hier drie van mijn favoriete prenten uit de bundel. Als je er daar niet om kunt lachen, zou ik Hara Kiwi #9 laten liggen, maar mocht je net als ik in de slappe lach geraken, dan is het een leuk cadeau voor jezelf of voor een ander met Sinterklaas of kerst.

lecttr_starwars
Het mooie aan deze cartoon vind ik dat hij op verschillende niveaus werkt. Niet alleen gebruikt Lectrr de iconografie waarmee we Disney en Star Wars associëren op een slimme manier. Ook lijkt hij door drie keer the Death Star af te beelden commentaar te leveren op Disney’s aankoop van de Star Wars-franchise: de films die komen gaan zullen vooral meer van hetzelfde zijn.

lecttr_hulk lecttr_lactose

Tot voorkort kwamen Lectrrs boeken uit bij Silvester, maar nu zit hij dus in het fonds van Strip2000, de uitgeverij van Peter van der Heijden die inmiddels een aardige collectie humorstrips op de Nederlandse markt brengt.

Een bezwaar heb ik wel bij deze bundel: na 78 pagina’s heb ik nog steeds trek naar meer Lectrr-grappen. De bundels mogen dus wel wat dikker zijn, wat mij betreft.

Signeersessie in Amsterdam
Wie Lectrr in het echt wil ontmoeten, en dat weekend toevallig niet in Breda vertoeft voor de stripbeurs, kan zaterdag 26 oktober bij stripwinkel Het Beeldverhaal in Amsterdam terecht. Vanaf 15 uur signeert de sympathieke Belg daar zijn nieuwste Hara Kiwi en de bijbehorende scheurkalender voor het komende jaar.

Lectrr. Hara Kiwi #9.
Uitgeverij Strip2000. € 8,95.
isbn: 9789070060596

Categorieën
Daily Webhead Video

Video: Looking for My Love at St Mary’s Churchyard

Illustratie: Erik Wielaert
Illustratie: Erik Wielaert

Terwijl het al begon te schemeren togen Linda en ik naar de locale stripwinkel in Bath. Onderweg kwamen we een pittoresk kerkhof tegen van St. Mary’s Church. Een medewerker van de kerk liep ons tegemoet toen we het kerkhof opliepen. ‘Natuurlijk mochten we even rondkijken,’ zei hij. Ik hou van de verstilde sfeer op kerkhoven. Vooral de oude die midden in de stad staan. Een mooie plek voor de doden midden in de drukte van het leven. En een fijne plek voor de levenden voor kalme contemplatie.

Het werd de locatie van mijn Halloweeneske video voor dit jaar. Enjoy.

Tussen twee (): Er popt een reclamebanner in beeld omdat ik muziek van Danny Elfman heb gebruikt en dacht dat YouTube dit niet door zou hebben. Weer wat geleerd dus.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Live-action foto’s van Spider-Man

De vorige keer schreef ik over de zelfportretten die Spider-Man van zichzelf maakt om te verkopen als nieuwsfoto’s aan The Daily Bugle. Nu zien we in de comics soms voorbeelden van hoe die foto’s eruit zien, maar zelden fotorealistische afbeeldingen van de muurkruiper in actie.

Toen in 2002 de eerste Spider-Man-film van Sam Raimi uitkwam, vond ik wat van dat soort plaatjes op het web. Ik weet niet meer waar precies, maar ik vermoed dat ze door de filmmaatschappij online zijn gezet ter promotie van de film. Het leuke aan deze reeks is dat een paar foto’s ook in de film te zien zijn, namelijk in de scène waarin Peter Parker voor het eerst foto’s verkoopt aan Jameson. Zo zouden Peter Parkers foto’s er in reallife uitzien:

spider-man politie-auto's
spider-man trappenhuis
spider-man straatroof
Spider-Man houdt schurk vast
Spider-Man muurkruipen
spider-man en politie

Het is een tijd geleden dat ik de eerste Spider-Man-film zag, maar ik weet nog hoe blij ik als fan was dat er dit keer eens een fatsoenlijke verfilming van mijn favoriete stripheld was gemaakt. De actie zat goed in elkaar en ik kon me goed vinden met de casting van Tobey Maguire als Peter Parker, Kirsten Dunst als Mary Jane en J. K. Simmons als Jonah Jameson. Willem Dafoe zette een overtuigende schizofrene Norman Osborn neer. De film inspireerde indertijd mijn scriptieonderwerp: superheldenstripverfilmingen. (Probeer dat maar eens vijf keer hardop uit te spreken zonder je tong te blesseren.)

In mijn scriptie, waarmee ik volleerd filmwetenschapper werd aan de UvA, stonden de volgende vragen centraal: Hoe werkt de vertaling van strip naar film: welke elementen kunnen vertaald worden en welke moeten aangepast worden? Wat maakt een stripverfilming geloofwaardig?

Ik gebruikte deze foto’s van Spider-Man om het verschil tussen de werking van strip en film aan te geven en dan met name wat betreft de geloofwaardigheidkwestie. Hieronder een fragment van dat hoofdstuk:

Deze stilstaande plaatjes zouden zo in een Spider-Man-comic kunnen voorkomen, ware het niet dat dit fotorealistische beelden van de held in actie zijn. Hier gebeurt echter iets vreemds. De kleurenfoto’s bevatten overwegend felle kleuren als geel en groen – dit sluit aan bij het primair gekleurde roodblauwe pak van Spiderman. Ondanks het overeenkomende kleurgebruik tussen Spidey en omgeving doen deze foto’s wat onrealistisch aan: in een fotorealistische afbeelding ‘botst’ een magisch figuur als Spiderman met zijn omgeving. Dit is niet het geval in de bewegende scènes van Spider-Man in actie en geldt uiteraard ook niet voor de comics. De vraag die nu rijst is: waarom werken deze foto’s niet en stripplaatjes en filmbeelden wel?[1] Waarom ‘botst’ in de foto’s de magische figuur met de omgeving?

In eerste instantie zijn de foto’s te gestileerd om echte snap shots te zijn: de compositie is te mooi, te uitgebalanceerd. De foto’s tonen precies de sleutelmomenten die een actie typeren, net als in een stripplaatje. De reden voor de botsing tussen het magische en realistische ligt echter dieper dan de stilering van de foto’s. Voor het antwoord moet een onderscheid gemaakt worden tussen de betreffende elementen – namelijk de foto’s, de filmbeelden en stripplaatjes – en gekeken worden waarin de foto’s met de andere beelden nu precies verschillen. In principe wordt in alle beelden iets getoond dat als magisch of niet-realistisch omschreven kan worden: een man in kleurrijk pak met superkrachten tegen een realistische achtergrond. Aan de voorstelling als zodanig lijkt het in eerste instantie dus niet te liggen. Het verschil tussen de elementen zit in de essentie waar het beeld uit bestaat, namelijk getekend of fotografisch beeld. Nu worden twee tegenstellingen duidelijk: een fotorealistisch beeld tegenover een getekend beeld en een stilstaand fotorealistisch beeld tegenover een bewegend filmbeeld.

Er is een groot verschil tussen fotorealistisch beeld en een getekende versie van de werkelijkheid. Fotorealistisch beeld roept de connotatie op van realiteit: foto’s en film zijn immers het antwoord op de vraag naar een realistische weergave van de wereld. ‘Photography and the cinema […] are discoveries that satisfy, once and for all and in its very essence, our obsession with realism,’ volgens André Bazin.[2] Bazin spreekt over de mythe van cinema: ‘[T]he cinema as a total and complete representation of reality’.[3] Hoewel fotorealistisch beeld veel van haar onschuld heeft verloren sinds algemeen bekend is dat beeld gemanipuleerd of zelfs digitaal gecreëerd kan worden, moet de kracht van de oorspronkelijke mythe niet onderschat worden. Ten opzichte van bijvoorbeeld een getekende weergave van een voorwerp zal een foto altijd meer waarheidswaarde bezitten, al is het maar doordat een tekening niet de schijn opwekt een objectieve weergave van de werkelijkheid te zijn. Bazin beargumenteert dat er door de schilder/tekenaar altijd interventie is tussen de werkelijkheid en de toeschouwer. Foto’s zouden in dit opzicht objectief zijn – de afbeelding is gemaakt door een apparaat.[4] Een schilder maakt een representatie van een voorwerp op een doek, een foto legt dit voorwerp vast. Die afstand tussen werkelijkheid en afbeelding speelt ook mee als we een strip lezen. In een getekend plaatje van Spiderman, zijn zowel het personage als de achtergrond getekend. Doordat we te maken hebben met het product van een tekenaar, is er geen sprake van een contradictie tussen magie en realisme. De achtergrond kan er realistisch uitzien en een bestaande locatie in New York verbeelden, toch blijft de afbeelding een interpretatie/representatie van de werkelijkheid en wordt deze niet gezien als de werkelijkheid.[5] In het geval van de foto’s in Spider-Man zien we iets dat eigenlijk niet kan – een fotorealistische afbeelding van Spiderman conflicteert met onze verwachtingen van de realiteit. Hier wordt de mythe van fotografie en cinema doorbroken: er is immers geen sprake van een realistische afbeelding. De afbeelding an sich is naturalistisch, de setting en de mensen lijken echt. De handelingen van Spiderman kunnen echter niet echt zijn: ze zijn onmogelijk in onze realiteit.

De tweede tegenstelling die een rol speelt, is zoals gezegd het stilstaande fotorealistisch beeld tegenover een bewegende filmbeeld. In hoofdstuk één kwam het begrip closure al ter sprake. Als lezers verbinden we stripplaatjes tot een actie of gebeurtenis, we vullen de momenten tussen de plaatjes zelf in en construeren daardoor de actie. De lezer is als het ware medeplichtig aan de constructie van het verhaal – hij/zij laat de handelingen in zijn hoofd gebeuren. Dit gebeurt niet bij de foto’s in de film omdat deze niet tezamen een scène vormen, zoals plaatjes in een strip dat wel doen. Derhalve werkt het closure principe hier niet. Schijnbaar heffen de bewegende filmbeelden de contradictie tussen het magische en reële op, doordat we Spider-Mans acties voor onze ogen zien gebeuren. In film zorgt beweging er dus voor dat je de illusie van het onrealistische niet ziet. Dit kan voor een deel te maken hebben met de manier waarop films en strips ervaren worden. Lezen is een intensievere bezigheid dan het kijken van film, doordat er een actieve participatie van de lezer verwacht wordt om het verhaal tot leven te wekken. (Daarmee wil ik overigens niet beweren dat de filmkijker geheel passief is.) Dennis O’Neil, comicschrijver en editor, omschrijft dit verschil als volgt:

[C]omic books are meant to be read. Reading requires more participation from the audience than cinema where if you are just passive you can still get it. You have to bring your brain cells to reading. I think that there is that interaction between the part of you that perceives images and the part of you that translates the very abstract stuff that is language. If you like comics, I think it’s because of some kind of chemical process in your brain. Those two messages entering your consciousness at the same time through the same sense organ are very pleasing to you. If you are looking at a movie or a television show, it’s a different experience. You don’t have to use your imagination as much, the language is coming through the ear, the visual information is coming in through your eye. That’s what you experience everyday in your life, it’s not special in the way of perceiving a comic book.[6]

Het ervaren van film is dus vergelijkbaar met hoe we de werkelijkheid ervaren. Door het bewegende beeld is het onrealistische makkelijker te accepteren: is zien immers niet geloven?[7]

Toch is dit niet het gehele antwoord. Daarvoor moet de logica van de verhaalwereld in het onderzoek meegenomen worden.


[1] Tijdens de drie filmvoorstellingen die ik heb bijgewoond, begon het publiek altijd te lachen toen de actiefoto’s in beeld kwamen. Dit geeft aan dat de foto’s op z’n minst raar/onrealistisch overkomen.

[2] Bazin 1967: 12. [Vertaling: Hugh Gray.]

[3] Bazin 1967: 20.

[4] Volgens Bazin speelt de persoonlijkheid van de fotograaf alleen een rol in de selectie van het te fotograferen onderwerp en het doel van de foto. Hierin verschilt fotografie van schilderkunst: ‘All the arts are based on the presence of man, only photography derives an advantage from his absence.’ Bazin 1967: 13.

[5] Zoals ook is aangegeven in hoofdstuk één, is het in strip zelfs mogelijk een realistische achtergrond te mengen met meer abstract (of minder realistisch) getekende personages.

[6] O’Neil geïnterviewd door Pearson en Uricchio 1991: 32.

[7] Ik kom hier nog op terug in de conclusie, wanneer ik de geloofwaardigheid van (digitale) special effects behandel. Er zijn namelijk meerdere visuele mechanismen aan het werk die hier een rol spelen.

In augustus 2003, nu alweer tien jaar geleden, studeerde ik af met de 150-pagina’s dikke scriptie. Ik weet nog hoeveel lol ik had in het schrijven ervan. Eigenlijk was dit praktisch het begin van mijn serieus schrijven over strips. De films Batman, Spider-Man en Hulk behandelde ik uitvoerig. Het was het begin van de superheldenhype die Hollywood nog steeds bezighoudt. Wat dat betreft valt er nog steeds een hoop te genieten als liefhebber van superheldenstrips, al moet ik toegeven dat de nieuwe reeks Spider-Man-films me minder doet dan de eerste twee van Sam Raimi. Het pionieren is wel over.

Categorieën
Strips

Video: 24HCD in Utrecht

logo_24hr_comicsIn het weekend van 5 & 6 oktober was het over de hele wereld 24 Hour Comic Day. Dus ook in Utrecht, waar de locale omroep op zondagochtend een kijkje kwam nemen op het slachtveld. Stripmaker en organisator Rob van Barneveld geeft luid en duidelijk uitleg.

Normaal gesproken bezoek ik met veel plezier de 24HCD, maar dit jaar was ik niet in het land. De strips die gemaakt zijn dat weekend, zijn op dit moment nog moeilijk online te vinden. De meeste stripmakers maken een smallpressboekje van hun werk. Soms wordt de 24 Hour Comic in een regulier album opgenomen.