Categorieën
Film Strips

Column: Van poedel tot Wolverine

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

‘I am the best there is at what I do. But what I do best isn’t very nice.’ Deze slogan zou niet verkeerd staan op het visitekaartje van een professionele killer of op die van een zichzelf overschattende belastingambtenaar. Dan liever een killer.

Met de uitspraak stelt Wolverine zichzelf aan de lezer voor in het vierdelige klassieke stripverhaal van schrijver Chris Claremont en tekenaar Frank Miller. Het creatieve duo verschafte de mutant met het opvallende kapsel, de zelfhelende gaven en adamantium skelet plus dito klauwen de nodige diepgang en presenteerden Wolverine als een man die de balans probeert te vinden tussen zijn beestachtige natuur en zijn menselijkheid. Een held die door het leven gaat als een ronin: een samoerai zonder meester.

Naar eigen zeggen was dit stripverhaal uit 1982 de inspiratie voor de nieuwe film The Wolverine waarin Hugh Jackman wederom de Canadese rouwdouwer met het korte lontje gestalte geeft, maar behalve de personages en pakweg de eerste paar scènes heeft de film van James Mangold weinig van doen met die strip. Is dat erg? Nee. Strippuristen die hun beeldverhalen letterlijk op het witte doek willen zien, hebben het altijd moeilijk gehad in Hollywood. Enige verwatering hoort erbij. Hoewel Andrew Garfields suggestie om Peter Parker homoseksueel te maken in de nieuwe Spider-Man-film mij ook te ver ging. Natuurlijk heb ik geen hekel aan homo’s, maar een personage van seksuele voorkeur laten veranderen of van etniciteit, zoals de zwarte Kingpin in de inmiddels vergeten Daredevil-film, verandert het personage fundamenteel in de basis en dat is toch iets anders dan het ontwerp van zijn superheldenkloffie aanpassen.

The Wolverine
The Wolverine

Niets nichterigs overigens aan Jacksmans vertolking in The Wolverine. De Australiër heb ik altijd een inspirerende castingkeuze gevonden: hij belichaamt het personage met een flair die soms doet denken aan Eastwoods Harry Callahan. Zoals in de scène die losjes op de strip is gebaseerd, waarin Wolverine in een bar een jager hardhandig confronteert met de giftige pijl die hij in een Grizzlybeer schoot. De beer werd gek van het gif en bracht vijf man om het leven. Niet de schuld van de beer, wel van de jager die niet de moed had het beestje uit zijn lijden te verlossen. Dus pint Wolvie de snoodaard aan de tafel vast door de pijl door zijn hand te rammen en verduidelijkt hij zijn standpunt met een monoloog die uit de mond van Dirty Harry had kunnen komen en eigenlijk ook heel goed uit de stripversie van Claremont. Qua spirit komt The Wolverine dicht bij het stripfiguur en dat is gezien zijn vorige soloavontuur, waarin Wolverine is gedegradeerd tot het equivalent van een gecastreerde, langharige poedel, een hele stap voorwaarts. Daarom hoor je deze strippurist dit keer niet (heel hard) klagen.

Deze column is gepubliceerd in Schokkend Nieuws #103.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Piet Pienter en Bert Bibber

catherine_dejongheIedere dinsdag en vrijdag publiceer ik een aflevering van Stripliefde, de rubriek waarin striplezers zich uitspreken over hun favoriete strip of strips.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Catherine Dejonghe, 47 jaar, PR-medewerker ’t Mannekesblad.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Een  van mijn favoriete strips is Systeem Kleerkast van de reeks Piet Pienter en Bert Bibber.
Tijdens mijn jeugd las ik vooral Jommeke en Suske & Wiske. Ik ben opgegroeid in West Vlaanderen en daar zijn Piet Pienter & Bert Bibber nooit zo populair geweest als in het Antwerpse.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Zo’n drie jaar geleden leerde ik mijn vriend kennen en die is uitgever van oa Piet Pienter en Bert Bibber dus …… Het allereerste boek dat ik vast kreeg was Systeem kleerkast.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
De strips hebben onmiddellijk mijn hart verovert door de ongekende soort humor die erin verweven zit, elke strip lees je drie keer of meer en telkens ontdek je nog nieuwe dingen. De grappige woordenschat die Pom gebruikt in bijvoorbeeld de reclameborden langs de weg, zijn soms hilarisch. Zonder dan nog te spreken over het goede persoonlijk contact met de Meester zelf maakt elk boek dubbel waardevol 🙂

Het feit dat er enkel 45 verhalen op de markt zijn maakt het ook heel plezant voor een beginnende verzamelaar als ik , om die bijéén te krijgen!

pietpienter

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Bloggen

Zeven jaar bloggen

Mike getekend door Aimée de Jongh (2006).
Mike getekend door Aimée de Jongh (2006).

Nostalgie, soms maak ik me daar schuldig aan. Heel on-zen om terug te blikken, maar zo werkt mijn geest nu eenmaal. Nu dringen de dingen die ik vorig jaar beleefde pas goed tot me door, alsof ze al die tijd in mijn hersenpan hebben liggen sudderen totdat ze klaar waren om gegrokt te worden. Soms voel ik een warme gloed in mijn lijf als ik terugdenk aan mooie gebeurtenissen die ver in het verleden liggen. (En af en toe krijg ik een nare smaak in mijn mond als ik aan minder fijne scènes terugdenk, maar daarover nu even niet.)

Soms verlang ik weer terug naar de begindagen van mijn blogcarrière. De eerste paar maanden dat ik op Mike’s Webs publiceerde had ik namelijk geen idee van hoe en wat. Ik deed maar wat. Heerlijk die onbevangenheid. Het geluksgevoel toen Statcounter de eerste bezoekers registreerde. De eerste comments. Je kon online publiceren en mensen lazen je teksten. Hoe cool was dat?

In het begin keek ik naar hoe anderen het deden, goede voorbeelden inspireerden me en ik las hier en daar blogtips van – vooral – Amerikaanse bloggers. Die gasten waren toen al dol op lijstjes. Wat moest je wel doen als blogger? Wat absoluut niet? Later zag ik in hoe loos veel van die lijstjes zijn: alsof anderen voor je kunnen bepalen hoe je moet bloggen… De enige regel die geldt wat mij betreft is dat je doet wat goed voelt en waar je zin in hebt.

filmframes_januariv2_M_Minneboo
In het begin plaatste ik bijna iedere maand een andere filmrol van favoriete films, strips, etc.

(Om dezelfde reden heb ik de jury van de Dutch Bloggies nooit serieus genomen. Ervan uitgaande dat bloggen een vrije vorm van publiceren is, wie waren zij dan om zichzelf als autoriteit te presenteren en te bepalen wat een goed blog was en wat niet? Alsof het bloggen door een officiële instantie ingelijfd moest worden. Ik weet ook wel dat het meer als een geintje begonnen is, en dat is een mooi uitgangspunt, maar op het laatst nam men zichzelf zo serieus. Ga toch weg.)

Tegenwoordig geef ik blogcollege en leg ik jonge journalisten uit hoe ze het medium kunnen inzetten om hun werk te bevorderen. Soms word ik over het medium geïnterviewd. Tig artikelen heb ik over het onderwerp geschreven. Heel tof natuurlijk om expert te zijn en als zodanig gezien te worden en ook tof om het blogevangelie te mogen verspreiden, maar het is definitief bewijs dat er van onbevangenheid geen sprake meer is. Bloggen is werk geworden: mijn blog is een verlengstuk van mijn freelance activiteiten, mijn winkeltje. Gelukkig maar dat ik het fijn vind om over strips te schrijven.

Daarnaast heb ik in de loop der jaren kennisgemaakt met de schaduwkant van online publiceren: menig verbaal gevecht heb ik gevochten met trollen die het web rijk is. Soms waren die trollen toenmalige vrienden die spreekwoordelijke dolken in je rug willen steken. (Tenminste ik ga er gemakshalve even vanuit dat die dolken spreekwoordelijk van aard waren.) Ik heb geleerd hoe heerlijk het is om mensen via Twitter en op je blog kunnen blokkeren als dat nodig is en hoeveel rust dat geeft.

‘Wie heeft er allemaal een Facebookaccount?’ vroeg ik laatst toen ik gastcollege gaf op de School voor Journalistiek. Van de 36 studenten had vrijwel iedereen er een. Sommigen verzuchtten: “We hebben geen keus. We moeten wel.” En helaas hebben ze gelijk: zonder Facebook weet je niet wat er speelt, hoor je er niet meer bij en word je niet meer uitgenodigd voor feestjes, want je kunt die facebookevents niet inzien. En je hebt Facebook nodig om je content te pluggen. Net zo goed als Twitter en welk ander social media platform je ook bij hebt aangesloten. Voorheen kwam men misschien spontaan op je blog kijken of je nog wat leuks had te melden of ze zagen via de rss-feed dat er wat nieuws op je site stond. Nu zijn we oververzadigd met informatie en moeten bloggers om aandacht schreeuwen om bezoekers te krijgen. Als marktkooplui roepen we om onze waar aan te prijzen. Zucht, alleen daarom zou je al terug kunnen verlangen naar vroeger.

Hmmm, dit is een zeer vrolijk stukje aan het worden, merk ik. Het is een kwestie van omdenken. Facebook is er nu eenmaal en als dat boek voorgoed gesloten wordt, is er wel weer een ander platform waar je rekening mee moet houden. Het voordeel van Facebook en Twitter is dat anderen je linkjes door kunnen sturen, waardoor meer mensen kennis kunnen maken met je ideeën, teksten, foto’s en video’s. In het geval van de rubriek Stripliefde heb ik gezien hoe handig FB en Twitter kunnen zijn. Ze leveren veel lezers op en inzendingen van mensen die graag de titels van hun favoriete strips met anderen willen delen. Al moet ik zeggen dat vooral de aandacht die er op andere blogs aan wordt besteed veruit het zwaarst lijkt te wegen. (Dank dus voor de aandacht, mede bloggers!)

Sowieso vind ik het fijn om dit medium te kunnen gebruiken om het beeldverhaal bij een breed publiek onder de aandacht te brengen. Sommige mensen zullen wellicht beweren dat ik door hier de focus op te leggen, minder persoonlijk ben gaan bloggen. Maar dat bestrijd ik: de afleveringen die ik voor Spidey’s web schrijf zijn zeer persoonlijke blogposts. Deze rubriek is een van de belangrijkste redenen waarom ik nog blog en houdt de creatieve stroom actief.

Waar ik eigenlijk naartoe wil is dit:

Toch kan het wel, bloggen met een open vizier. Bloggen met lol, regels vergetend en betweters negerend. Gewoon zelf het wiel uitvinden. Gewoon doen wat je wilt. Lekker rammelen op je toetsenbordje. Even niet met werk bezig zijn. Wees als Dr. Who en stort je vol overgave en zelfvertrouwen in het diepe. Huppa. Vrijheid! Laat je gerust inspireren door andere online publicisten: neem de technieken en ideeën over die je interessant vindt, maar laat dogmatisch denken los. Schrijf over je fascinatie en met je hart.

Er zijn een paar bloggers die me in het afgelopen jaar hebben geïnspireerd op de een of andere manier. Dank dus daarom aan (in willekeurige volgorde, wat op alfabet staat zo truttig): Peter, Edwin, Karin, Marco, Neil, Kurt, Jason, Josephine, Jim, Frits, en Elsbeth.

En natuurlijk grote dank aan Linda die mijn hart heeft en met engelengeduld wacht als we ergens heen moeten en ik nog even dat blogpostje wil afmaken en publiceren. En die een gewillig oor heeft als ik over mijn blog zit te praten.

(En dan geef ik nu graag het woord aan Cat Stevens, omdat dit liedje goed uitdrukt hoe ik tegen zaken aankijk:)

Waarom deze terugblik? 27 Augustus van ieder jaar is mijn blogverjaardag. Dan vier ik dat ik 2006 op die datum mijn eerste blogpost ooit schreef. In de weken voor die eerste publicatie was ik al met mijn blog bezig: een goede titel verzin je immers niet zo maar en het ontwerpen van de layout vereist ook denkwerk.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: De Chninkel

Op de planeet Daar wordt al eeuwig oorlog gevoerd tussen drie onsterfelijke rassen. Het dwergenvolkje de Chninkels leven als slaven en fungeren als kanonnenvlees tijdens de vele veldslagen tussen de drie onsterfelijken. J’on de Chninkel weet zo’n veldslag wonderwel te overleven. Tot hem verschijnt de Schepper der Werelden en geeft hem de opdracht mee om vrede te brengen over Daar. Hij moet binnen vijf zonnekruisingen zijn taak volbrengen, anders vernietigt de Schepper de boel. J’on gaat tegen wil en dank op pad, bijgestaan door de aapachtige Bom-Bom en G’Wel, een blonde, sexy Chninkel, met wie onze held natuurlijk veel liever de koffer in duikt dan dat hij zijn zware taak uitvoert.

chninkel_coverAldus in het kort de premisse van de striproman De Chninkel, geschreven door Jean van Hamme en getekend door Grzegorz Rosinski, waarvan zojuist een jubileumeditie is verschenen bij Casterman. Het is dit jaar namelijk een kwart eeuw geleden dat De Chninkel voor het eerst uitkwam en het album wordt door velen als echte stripklassieker beschouwd. Het album heeft in ieder geval altijd goed verkocht. Ik had het verhaal nog niet gelezen, maar was er nieuwsgierig naar geworden door de goede en uitgebreide special die erover in Brabant Strip Magazine stond. (Ga dat interessante striptijdschrift lezen, mensen!) De special bevat interviews met de makers en is ook in het mooi uitgegeven album opgenomen, evenals wat schetsen en voorstudies van Rosinski.

Gekleurd
Van Hamme en Rosinski kenden elkaar al van de stripreeks Thorgal toen ze aan De Chninkel begonnen. Rosinski gaf aan dat hij graag eens een strip in zwart-wit wilde maken. Er valt een hoop te genieten aan De Chninkel: het tekenwerk van Rosinski is prachtig en het album is sfeervol ingekleurd door Graza. Oorspronkelijk verscheen de strip dus in zwart-wit, waarbij Rosinski zwaar gebruikmaakte van diverse rasters om zijn tekeningen van grijstinten te voorzien. De inkleuring is echter goed gelukt en voegt echt iets toe aan de vertelling, al waren de zwart-wit platen overigens ook oogstrelend. Wat mij verder aan het verhaal aansprak is de groei die J’on doormaakt. Ziet hij zichzelf in het begin nog als nietsbetekenend mannetje, zonder zelfvertrouwen en zonder geloof dat hij zijn taak goed zal kunnen volbrengen, langzaamaan zien we zijn zelfvertrouwen toenemen.

Onlogisch

G'wel, J'ons vriendinnetje. Er zit ook wat erotiek in de Chninkel.
G’wel, J’ons vriendinnetje. Er zit ook wat erotiek in de Chninkel.

Tot zover het goede nieuws. Een paar strips daargelaten, ben ik over het algemeen niet zo’n fan van het fantasy-genre. Bij films als Bored of the Rings haal ik graag mijn slaaptekort even in, en de verbeeldingen van elfjes en dwergjes in strips zijn vaak zo verschrikkelijk clichématig dat je je soms afvraagt waarom het fantasy heet als de makers zelf geen fantasie hebben om met iets nieuws te komen. Ook bevatten die zelfverzonnen mythologieën dikwijls onlogische elementen die vragen oproepen. In De Chninkel is bijvoorbeeld sprake van drie onsterfelijke rassen, waarvan een Zembria de cyclopen wordt genoemd. Dit zijn halfnaakte amazones die hun linkeroog hebben dichtgenaaid. Een van de bestaande Amazonemythen vertelt dat deze krijgers hun rechterborst verwijderden om beter te kunnen boogschieten. Van Hamme dacht daar een leuke variatie op te maken door zijn amazones dus met één oog te laten vechten. Een gek idee, want wie maar door een oog kan kijken, kijkt zonder diepte. Dat lijkt me lastig zwaardvechten op je paard als je geen diepte kunt zien. Een erg onlogische keuze van de auteur dus.

Bijbels
Daarbij leunt Van Hamme naar mijn smaak te veel op de Bijbel als template, waardoor de parallellen tussen De Chninkel en de Heilige Schrift, die we anno 2013 toch wel mogen beschouwen als het oudste fantasyboek ter wereld, snel gaan vervelen. Het is overduidelijk dat J’on als een soort Messias door het leven gaat. Vooral omdat er al in zoveel heldenverhalen met verwijzingen uit de Bijbel wordt gespeeld en me elke superheld een verwijzing naar de Messias meent te zien, is deze aanpak enigszins als sleets te duiden.

De Schepper der Werelden wordt verbeeld als een zwarte monoliet en die lijkt zo nagetekend uit 2001: A Space Odyssee. Deze God is net zo onverdraagzaam, rancuneus en kleinzielig als de schepper uit het Oude Testament. Zelfs als onze kleine Chninkel zijn taak op tijd volbrengt, doodt De Schepper der Werelden wraakzuchtig de levende wezens op de planeet Daar. Eigenlijk zijn die Goden maar enorme zeikerds.

De Messias uithangen is niet zonder risico's. Je weet altijd waar je baantje eindigt.
De Messias uithangen is niet zonder risico’s. Je weet altijd waar je baantje eindigt.

Natuurlijk zijn die parallellen bewust zo geschreven door Van Hamme. Tegen interviewers Tom Vermeeren en Gert Bussens zei hij hier het volgende over:

‘Ik ben altijd gefascineerd geweest door mythologie en andere sterke verhalen. En de Bijbel is nu eenmaal een boek waarin veel boeiende verhalen te lezen zijn. Ik ben niet gelovig maar toch hebben die godsdienstige verhalen me altijd gefascineerd. Mijn idee was om een mix te maken van thema’s uit het Oude en het Nieuwe Testament. Uit het Oude Testament waren me vooral de bloederige massamoorden bijgebleven en uit het Nieuwe Testament de figuur van Jezus als Messias, als de Verlosser die het ene mirakel na het andere doet en de mensen met verstomming slaat. Ik wilde een verhaal vertellen met als vertrekpunt de “marketingstrategie van een god”, ik noem het meestal “theologische marketing”. Dat is een term die ik zelf heb bedacht. In heel veel primitieve beschavingen is het toch zo dat de goden eerst fouten uitlokken bij de aardse stervelingen, om vervolgens boos te kunnen worden. En tenslotte sturen ze allerlei straffen op hen af om te tonen wie er echt de baas is. Daaruit ontstaat de angst en de vrees van de gelovigen die hun hele leven keihard hun best doen om in de gratie van die goden te blijven en zo verdere straffen in de toekomst te vermijden. Tegelijk bewonderd en gevreesd worden is toch dé ultieme sleutel van elke dictatuur. Zo verzon ik de wereld Daar waarin een opperwezen dat zich manifesteert als een grote monoliet het slavenvolkje van de kleine Chninkels uitkiest als uitverkoren volk om de wereld te redden.’

In het antwoord van Van Hamme lees ik een duidelijke kritiek op de Bijbel en het godsbeeld dat in de Heilige Boeken wordt geschetst en in dat uitgangspunt kan ik mij als atheïst goed vinden. Die kritiek is ook wel in de strip terug te vinden bijvoorbeeld in de wijze mannetjes die denken te weten wat hun god denkt, zitten er zoals altijd naast en heulen onder een hoedje met de machthebbers. Toch: hoewel naar mijn smaak de parallellen tussen Jezus en J’on weer te duiden worden gelegd, is naar mijn gevoel de godskritiek weer iets te subtiel, die had wat meer uitgesproken mogen zijn. Vooral door Van Hammes suggestie in de epiloog dat Daar eigenlijk onze aarde is, zwakt zijn in het interview gemaakte punt wat af.

Maar daar kunnen de lezers van De Chninkel onderling uren over discussiëren, wat al aangeeft dat het een interessant en gelaagd verhaal is. Dat verklaart wellicht  waarom de strip al jaren als klassieker wordt gezien.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Kuifje

Santiago neemt even pauze van zijn Facebookpagina en leest Kuifje.
Santiago neemt even pauze van zijn Facebookpagina en leest Kuifje.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Ik ben Santiago Martín (Granada, 1969) alias Santi. Ik ben werkzaam als docent Spaans aan de Faculteit Sociale Wetenschappen te Ljubljana, Slovenië. Daarnaast teken ik strips voor verschillende Sloveense uitgeverijen. Mijn stripwerk kun je volgen op Facebook.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Strips zoals Kuifje, Asterix en Obelix, Lucky Luke, Guust Flater en Paling & Ko zijn mijn favoriete strips en lees of bekijk ik ze weer om de zoveel tijd. De strip Cokes in Voorraad is een van de mooiste strips van Hergé.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Het werk van Hergé heeft mijn entrée tot de stripwereld bepaald en mij tegelijkertijd naar andere strips en stripauteurs geleid.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Met Kuifje kwam ik in aanraking toen ik ongeveer 8 of 9 jaar oud was. De eerste stripalbums die ik las waren De scepter van Ottokar en Cokes in Voorraad. Het waren twee in één. Ik werd meteen verliefd op de combinatie nauwkeurigheid, humor en avontuur.

kuifje_bobby

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

 

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Een gesprek met Oom Ben

Er was een tijd waarin Spider-Man-verhalen dubbel en dwars de moeite van het lezen waard waren. Dat tijdperk eindigde zo’n beetje nadat schrijver J. Michael Straczynski ermee ophield en Brand New Day aanbrak. Daarna zaten er soms nog wel heel genietbare verhalen tussen, maar zo goed als de reeks comics van Straczynski en John Romita Jr. is het niet meer geworden.

Een zo’n juweeltje is het verhaal ‘Happy Birthday’ dat in Amazing Spider-Man 498 t/m 500 (2003) is gepubliceerd. In dit verhaal zien we niet alleen op originele wijze enkele interessante momenten uit Spider-Mans carrière, ook krijgt Peter de kans om nog één keer met zijn Oom Ben te praten.

ASM_498-heroes_web

Hierin krijgen Peter Parker, The Fantastic Four, Thor, Iron Man en Cyclops te maken met een invasie van the Mindless Ones. Deze zijn in onze dimensie geraakt en dreigen de hele stad te vernietigen. Mr. Fantastic bedenkt een wapen waarmee hij ze denkt terug te sturen naar waar de Mindless Ones vandaan komen, maar het blijkt een val te zijn: door het wapen te activeren komt Dormammu weer tot leven die de aarde wil vernietigen. Doctor Strange komt net te laat aan om de helden te waarschuwen en gaat de strijd aan met zijn aartsvijand Dormammu. Spidey bemoeit zich ermee, want hij wil de Doctor niet alleen laten vechten tegen de machtige Dormammu, maar door de acties van het Webhoofd komen Strange en Spidey buiten onze dimensie terecht. Sterker nog: ze bevinden zich in the void: de dimensie voor het ontstaan van alles, voor tijd en ruimte. Ja, ja, het klinkt allemaal ver van je bed, maar blijf nog even lezen, true believer.

The Thing en Spidey aan het vechten met de Silent Ones.
The Thing en Spidey aan het vechten met de Silent Ones.

Dr. Strange is dankzij zijn magie in staat Spidey en hemzelf naar onze aarde terug te transporteren, maar daar bevinden ze zich buiten de tijd. Ze zien een potentiële toekomst waarbij Dormammu en zijn Mindless Ones alles vernietigd hebben en de superhelden dood zijn. Maar omdat ze buiten de tijd bestaan, flitsen ze soms terug naar het heden waaruit ze zijn vertrokken. Dit betekent dat Spidey zich zowel in de toekomst als het verleden bevindt, en als Spidey van het pad afdwaalt, bevindt onze held zich op verschillende momenten in zijn carrière. Hij bevindt zich zowel in de toekomst op het moment waarop zijn oudere ik aan zijn einde zal komen en in het verleden, in het het moment waarop de radioactieve spin de jonge Peter Parker zal bijten en hem zijn spinnenkrachten zal geven. Durft Spider-Man in te grijpen en te voorkomen dat de spin hem zijn krachten geeft, zodat Parker een normaal leven kan leiden? Het zou de jonge Peter veel leed in de toekomst besparen. Door zijn acties als Spider-Man kwamen immers Gwen en haar vader George om het leven. Ook verloor Peter zijn geliefde Oom Ben door zijn eigen stommiteit. Niet gebeten worden door de spin zou kunnen betekenen dat ze allemaal nog leven. Maar ja, dat betekent ook dat al die mensen die Spider-Man zou redden, niet gered zullen worden. Wat weegt zwaarder?

Dr. Strange roept Spidey op om zijn stem naar de toekomst te volgen en terug te keren naar het moment voordat Reed Richards zijn wapen gebruikt en alles naar de verdommenis helpt, zodat hij Reed kan tegenhouden. Straczynski laat Peter een reis maken door de tijd, en dat betekent dat hij bepaalde momenten uit zijn verleden nog eens moet doormaken. Hij bekijkt deze niet van een afstand, maar maakt deze dus mee alsof ze nu gebeuren.

Zo zien we zijn eerste gevecht met the Sandman uit Amazing Spider-Man #4, zijn eerste ontmoeting met the Vulture, the Lizard en Electro. Het gevecht tussen de Hulk en Spidey in de grot uit Amazing Spider-Man #14. En zo gaat het nog even door. Spidey vecht zich als het ware door het verleden naar zijn toekomst, en hoewel hij doodmoe is van al het geweld, zet hij door. Als het hem echter weer niet lukt om Gwen Stacy te redden, wil hij het opgeven.

Dan spreekt Doctor Strange onze held vermandend in astrale vorm toe:

ASM_500_strange_web

Het Webhoofd besluit door te zetten en in een prachtige spread van John Romita Jr. zien we hoe hij al zijn vijanden nog eens confronteert (klik vooral op het plaatje voor de grotere versie):

asm_500_johnromitajr

Uiteindelijk is Peter weer terug op het moment dat hij het samen met Thing opneemt tegen de invasie van Mindless Ones, vlak voordat Richards zijn machine gaat gebruiken. Uiteraard lukt het Peter om Reed Richards ervan te overtuigen zijn machine niet te gebruiken en hoewel zijn tijdreisverhaal ongeloofwaardig klinkt, geloven de andere helden het Webhoofd op zijn woord. Als dankzij ingrijpen van de helden en Dr. Strange de wereld gered is, geeft Strange Peter een magisch cadeautje: het is immers Parkers verjaardag. Later die avond op het dak maakt hij dit cadeautje open: het geeft hem op magische wijze de kans om 5 minuten door te brengen op de manier waarop Peter wenst. En dan verschijnt oom Ben op het dak. Wat volgt is deze prachtige en ontroerende scène die ik je niet wil onthouden:

ASM_500_ben1_web ASM_500_ben2_web ASM_500_ben3_web

Ik geef toe dat ik bij dit soort momenten ook een traantje wegpink. Dit prachtige verhaal, waarin sciencefiction elementen moeiteloos worden gecombineerd met een emotionele dimensie, staat in schril contrast met de verschrikkelijke manier waarop het huidige creatieve team Spider-Mans vijftigste verjaardag ‘vierde’ in Amazing Spider-Man #700.

Straczynski en JRJR (wiens tekeningen geïnkt werden door Sr!) gaven de Spideyfans en Peter Parker met Amazing Spider-Man #500 het perfecte cadeautje: op een interessante manier wordt er teruggeblikt op zijn leven. Uiteraard komen in het leven van Spider-Man vooral de moeilijke momenten aan bod, want op dat soort momenten laat een held zien wat hij waard is. Tegelijkertijd verstrekt het Peter in zijn overtuiging Spider-Man te blijven en te beseffen waarvoor hij het allemaal doet. En als dank voor al zijn moeite krijgt hij de kans om nog een keer met zijn geliefde oom Ben te spreken. Wie zou dat niet willen? Nog een keer een goed gesprek voeren met een overleden naaste?

Categorieën
Strips

Sexy juffrouw Jannie door Franquin

juffrouw_jannie_franquinEen sexygetekende juffrouw Jannie door André Franquin. Ze ligt lekker op het strand, tenminste, dat stel ik me zo voor, terwijl ze ligt te dromen van haar heimelijke liefde Guust Flater. Ik ben dol op de levendige, zwierige lijnvoering van Franquin. Een groot stripmeester. Een tijd geleden schreef ik een aflevering van de rubriek Stripplaatje onder de loep over Guust voor Eppo. Die zal ik binnenkort eens publiceren. De afbeelding stond op de Franse Facebookpagina Comics Vintage.

Categorieën
Boeken Strips

Een echte showcase van Frits Jonker

Zaterdag bezocht ik samen met Linda kadowinkel Gifted in Amsterdam. Linda moest daar wat kaarten van Kadolab afleveren die besteld waren en die ze samen met haar collega ontwerpt en maakt. Tot mijn grote vreugde verkopen ze in Gifted ook strips, waaronder van Peter Pontiac, Zone 5300 en er staat zelfs een hele vitrine waarin het werk van Frits Jonker staat tentoongesteld. Een echte Frits Jonker ShowCase dus.

showcase_fritsjonker
Jonker is typograaf, letteraar en beeldfetisjist. Hij heeft een ietwat curieuze, maar boeiende hobby. 14 februari 2005 begon Jonker met ShowCase, een ‘fanzine’ in de vorm van een strook ter grootte van een derde van een A4-velletje: handgeletterde verhalen over alles wat hem interesseert. Unieke hersenspinsels over en met kunst, typografie, wetenschap, levensvragen en zaken waar geen directe aanleiding toe is. In de strookjes tref je bijvoorbeeld een aflevering aan waarin Frits alleen olifantjes tekent, of bepaalde beeldmerken opnieuw heeft ontworpen. Ook plaats hij wel eens beeldmateriaal dat hem boeit, zoals een stripplaatjes. Deze ShowCases fotokopieert Frits in maximaal 25 exemplaren en verspreid hij gratis onder vrienden en kennissen.

Gemiddeld maakt hij een aflevering per dag. Inmiddels zijn het er meer dan 2200 afleveringen. De eerste 1900 werden in 2012 door uitgeverij Xtra gebundeld in een telefoonboekdik boek getiteld ShowCase. Dat boek zie je op de foto staan, met in de vitrine allerlei extra’s die in de doos van ShowCase zitten, waaronder twee boekjes met portretten die Frits maakte op basis van profielfoto’s op Facebook, andere mini-boekjes, ansichtkaarten en een mp3-CD met daarop onder andere een aflevering van VPRO’s Vrije Geluiden, een in de jaren tachtig en negentig wekelijks uitgezonden radioprogramma geschreven door Jonker en gepresenteerd door Albert Ballintijn.

Ik probeer me te beperken tot ongeveer één aflevering per dag en dat betekent dat ik voor mijn gevoel vooral afleveringen niet maak. En afleveringen die ik niet maak zijn trouwens ook nog eens de beste. (pag. 276)

Eigenlijk is Jonker een blogger zij het dan dat zijn blog op een papierenstrookje verschijnt. Inmiddels zet Jonker zijn ShowCase ook online, wat hem een echte blogger maakt. Al ziet hij dat zelf misschien anders. Labels zijn in deze ook niet belangrijk. Een bijzonder boek is ShowCase in ieder geval wel.

Ik hoop Frits binnenkort te interviewen voor een Daily Webhead-video, want ik vind ShowCase een erg boeiend project.

Categorieën
Film

Kevin Smith wil Clerks 3 maken

Foto © Kevin Smith
Foto © Kevin Smith

Fans van filmmaker en stripschrijver Kevin Smith herkennen zijn hoofd en het gebouwtje waar hij voor staat meteen: de Quick Stop convenience store waar hij jarenlang werkte en de eerste Clerks-film opnam. Bij de foto schreef Smith: ‘Doing some way, way-preliminary scouting at the little shop of pleasures that changed my life forever…’

Ja, fans, haters en alles er tussenin: Smith is een derde (!) Clerks-film aan het voorbereiden. Op zijn site zegt hij daar het volgende over:

In the very near future, I’ll be making Clerks III. It’s an epic l’il swan-song – my g’bye to film, meant to showcase everything I’ve learned in 20 years of making movies. Since The Weinstein Company was behind Clerks II, they got first shot at any potential sequel. My producer Shannon McIntosh and I spent months preparing the submission package for Bob Weinstein: the 120 page script, 3 separate budgets for shooting in 3 different states, a cast list, a cash-flow schedule, and sundry other items with which Bob Weinstein would decide whether or not he wanted to be involved in Clerks III. The deal gives him a month to decide.

Eigenlijk zou Smith met Clerks III stoppen met films maken. Tot hij opeens een heel vreemd idee voor een horrorfilm kreeg. Over een huiseigenaar die een kamer gratis verhuurd, zolang als de huurder maar af en toe een walruspak aantrekt. Gekkigheid? Ja en gebaseerd op een krantenartikel: ‘The story concerns a listing from GumTree.uk, a website that specializes in living situations and apartments to rent. In one memorable listing, a homeowner offers a living situation free of charge – the only caveat being the lodger would have to dress like a walrus from time to time,’ schrijft Smith.

Daar is hij nu druk meebezig. Ze gaan draaien in september om Tusk voor Sundance 2014 af te kunnen maken. Daarna gaat Smith dus waarschijnlijk Clerks III opnemen.

This doesn’t change the retirement thing at all: I’m still wrapping up my film career. I intend to close it with Clerks III – which we’re now aiming to shoot March of 2014 (more on that when I get the info).

Ik ben eigenlijk erg benieuwd naar deze nieuwe horrorflick van Smith. Red State was op zijn minst origineel te noemen en lapt de klassieke scenarioregels van Hollywood aan zijn laars. De film toont dat het echte gevaar bij je om de hoek kan wonen, want godsdienstgekkies zitten overal. En een nieuwe Clerks? Als het verhaal goed is, waarom niet? Clerks II is een van de beste films over mannenvriendschap ooit gemaakt en heeft een speciaal plekje in mijn filmhart veroverd.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Journalistieke strips, Blacksad, DMZ, Blueberry, IRS en Storm

Jules leest zijn
Jules leest zijn Alain Chevallier.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Jules Calis, 28 jaar, illustrator en journalistiek striptekenaar.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Sowieso journalistieke strips die dicht op de werkelijkheid zitten (en dan bedoel ik vooral het tekenwerk, als het heftig of realistisch is werkt het op mij beter, dan een meer cartoonachtige journalistieke strip), werken van Patrick Chappatte, werken van Joe Sacco, strips door Dan Archer die ik als journalistiek striptekenaar ook hoog in het vaandel heb staan en uiteraard Maus.
Daarnaast: Storm, Blueberry, IRS en Blacksad.
En DMZ door Brian Wood en voornamelijk Ricardo Burchelli.

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Journalistieke strips grijpen je als lezer echt bij je lurven. Je beseft dat de verhalen echt zijn gebeurd. De boeken van Joe Sacco hebben ook nog eens zo’n impact omdat het echt pillen zijn die je leest en je veel als lezer incasseert. Niks geen heldendom maar de rauwe werkelijkheid. BAM dit is oorlog!
Storm is een heerlijke strip om je mee te laten voeren naar de meest bizarre werelden en avonturen.
Blueberry is een perfecte anti-held, verhalen zitten goed in elkaar, zijn avontuurlijk en daarnaast een ontzettende inspiratie voor me.
IRS en Blacksad, want ik heb ook een voorliefde voor crime-noir en detectives.
De noir stijl (vooral bij Blacksad en enigzins zie ik het ook erg terugkomen bij Blueberry) geven contrast aan de platen en komen dus ook op de lezer af. Ook iets waar ik me meer in zou willen verdiepen qua techniek.
DMZ trouwens omdat ik het idee van een tweede Amerikaanse Burgeroorlog uniek vond en de eerste vier verhalen ook erg sterk zijn.
De Nachtuil verdient trouwens ook nog een eervolle vermelding!

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
De eerste van de favorieten was Storm en de legende van Ygdrassil. Toen was ik nog een manneke van 6 en vond dinosauriërs te gek. Daarna natuurlijk veel strips gelezen maar nooit echt geweldig gefascineerd geraakt. Wel bizar omdat ik me herinner dat ik echt veel meer plaatjes keek en de tekst bijna niet las.
Pas rond mijn twintigste begon ik andere strips te ontdekken, waarderen, analyseren en bestuderen. Mogelijkheden begon ik meer te begrijpen. Vanaf mijn 25e ben ik echt weer begonnen met tekenen, illustreren en verhalen maken. Door tips van anderen, bibliotheken, stripwinkels, stripdagen en beurzen  heb ik veel meer strips leren kennen.

Tot slot wil ik graag nog even de foto nader toelichten. Ik las als manneke van 8 af en aan en af en aan: Alain Chevallier, De dolende rijder. Ik weet niet waarom ik er zo door gefascineerd was. Toen was ik ook nog behoorlijk autofan en ik denk dat ik de actie me ook wel aansprak. Anyway, ooit ben ik dat album kwijtgeraakt en ook dat drong pas een half jaar geleden tot me door. Uiteindelijk vond ik het album in de tweedehandsbak van de Utrechtse stripwinkel Blunder, dus die heb ik meteen meegenomen en dolblij dat ik het weer heb.

Illustratie: Joe Sacco.
Illustratie: Joe Sacco.

Jules bedrijft zelf ook stripjournalistiek. In april berichtte ik over zijn verslaggeving van het Sound Central Festival. Die strip staat inmiddels op zijn site.

In de rubriek Stripliefde vertellen iedere dinsdag en vrijdag striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Strips Video

Video: Een van de grootste stripverzamelingen ter wereld

Over stripliefde gesproken: de 51-jarige stripverzamelaar Bob Bretall, begon met comics verzamelen nadat hij Amazing Spider-Man #88 had gelezen. Inmiddels heeft hij 90.000 comics en een huis vol nevenartikelen.

stripverzameling

Spider-Man is nog steeds zijn favoriete held, ook al leest hij de huidge Spidey-comics niet:

“He was the guy that got me into collecting. I always thought he was a very relatable hero, he had problems of his own to overcome but he always did the right thing. I love the line by Stan Lee: ‘With great power there must also come great responsibility’. Those early Marvel comics were not ‘written down’ to kids and had a lot of really advanced stuff in them. I’d often find myself going to the dictionary when reading comics as a kid. Spider-Man will always have that spot as my favourite even though I no longer read new Spider-Man comics coming out today.”

Wat ik hartverwarmend vind aan deze video is dat Bretall zijn verzameling daadwerkelijk leest. Hij koopt ze niet om ingeseald in een kluis te stoppen in de hoop dat hij ze ooit met winst kan verkopen. Zijn strips zien er gelezen uit en hij leest ze nog dagelijks. Het is een levende collectie van iemand die echt van strips houdt. Dat sluit geheel aan bij mijn filosofie: strips zijn er om te lezen, niet om in te beleggen. Nu ben ik wel zuinig op mijn strips en ik houd ze graag goed, maar ik ben niet iemand die per se een eerste druk hoeft te hebben. De meeste Spidey-comics die ik heb zijn herdrukken bijvoorbeeld of trade paperbacks. Ik heb zelfs Batman #1 uit 1939 in de kast staan. Wel een herdruk natuurlijk, dus geen zeldzaam en waardevol exemplaar, maar dat neemt niet weg dat ik het eerste verhaal van de vleerman dus gewoon kan lezen. Het gaat mij om de verhalen. Een goed verhaal, mooi tekenwerk: dát maakt een strip in mijn ogen waardevol. Niet wat er op een veiling voor geboden wordt.

Zie het oorspronkelijke Daily Mail artikel voor foto’s van Bretalls huis.

(Via Spider-Man Crawlspace)

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Kick-Ass 1, Hitgirl, and Kick-Ass 2

Dave Lizewski is just another ordinary American Teenager: he likes girls (but can’t get a date) and he loves videogames and comic books. One day he has an epiphany. ‘Why hasn’t anyone tried to be a superhero in real life?’ he asks himself, and decides to become one. Dressed up in a green bodysuit and a ski mask and armed with just a pair of batons he calls himself Kick-Ass. After walking around in his suit for weeks without doing anything really, his first act as a superhero is an attempt to stop three loitering hoodlums painting graffiti. They beat Dave into a pulp and stab him. When Dave stumbles into the street, he gets hit by a car. This experience answers his question: nobody dresses up as a superhero in real life because when they do, they get their ass kicked.

kickass1

In the hospital it takes numerous operations – they fit three metal plates inside his head – and after weeks of recovery and physical therapy Dave is well again. Before we know it, he’s back hitting the streets. After one of his fights ends up on YouTube, Kick-Ass is an overnight success, and more people start to dress up as superheroes. Like the mysterious Red Mist, who seems to steal the spotlight from Kick-Ass, and Dave doesn’t like that one bit. Soon he’ll learn there’s more to Red Mist than he suspects. Of all the hero-wannabees Hit-Girl and her partner in crime Big Daddy seem to be the genuine article. Although Hit-Girl is only ten, she’s a lethal weapon all by herself and soon things get very, very violent when they take on the mafia.

Original ideas
Kick-Ass
is the brainchild of comic book writer Mark Millar and artist legend John Romita Jr. Millar is known for ultraviolent comic books that deal with marvel1985coverinteresting concepts. In Marvel 1985, a limited series Millar wrote a couple of years ago, the baddies from the Marvel Universe all of a sudden show up in the real world and make havoc. Young Toby Goodman has to travel to the fictional world of Marvel to get help. In Superman: Red Son Millar explores the notion what would have happened if Superman’s rocket landed in Russia instead of Kansas, making him a communist hero. Millar also wrote hits like Wanted, which was turned into a film starring Angelina Jolie, and worked with John Romita Jr. on Wolverine: Enemy of the State.

Romita Jr. is one of the best artists working in the comic book industry today. For the past thirty plus years he’s drawn every major Marvel Comics character including Iron Man, Spider-Man and currently Captain America. Romita is a brilliant visual storyteller: he always puts ‘the camera’ in the right spot and makes sure he presents the story in a clear, exciting way. One can read his comics just by looking at the drawings.

The first Kick-Ass comics inspired a film by the same name by director Matthew Vaughn, but this was not just a carbon copy adaptation. The comic book series had only just begun when the film was being written and shot, so the screen story deviates a bit from the comic book. Which is a good thing, because that way both stories are worth looking into. This summer the sequel Kick-Ass 2 is coming out, and that flick is based on the comics part two and part three in the series, respectively titled Hit-Girl and Kick-Ass 2.

Kick-Ass-hit-girl-schopt-ko

Hit-Girl is a great follow up to the original Kick-Ass comic and deals with the daily adventures of the title character. Although Mindy McCready as Hit-Girl could slice a mafia hoodlum in half with her sword without breaking a sweat, she has a hard time leading a normal life and blending in with her high school classmates. How can she outsmart Debbie Forman, smart-mouthed queen bee of the seventh-graders, if she doesn’t even know what Justin Bieber’s latest album is called and what the hell The Hunger Games are? This is where Dave Lizewski comes in. While Hit-Girl teaches him a thing or two about crime fighting, she learns from Dave what TV series are hip and what songs to put on her iPod.

When Red Mist and the Genovese gangster family try to get revenge on Hit-Girl and Kick-Ass for what they did to the Family in the first comic series, it’s just a matter of time before Mindy and Dave have to suit up once more.

Real-life superheroes
In the third story, Kick-Ass 2, Millar and Romita take the concept of real life superheroes up to a new level when Kick-Ass joins a superhero team. Besides chasing criminals, they also consider more mundane actions such as distribute blankets to the homeless and volunteer at a local hospice. (Stuff we never see DC Comics’s Justice League do.) This shows that Millar is really into tabs on the real-life superhero thing, which is a phenomenon that exists for real in the United States: people dress up as superheroes not so much to fight criminals but to help homeless people or volunteer to help other people in need.

Since Kick-Ass 2 is a comic book, soon things get really ugly and violent when Red Mist, now calling himself The Motherfucker, wants to be the biggest supervillain known to men. He and his group of hired thugs start a violent rampage targeting Kick-Ass’s family and friends and they leave a nasty, bloody trail of victims.

kick-ass-hit girl

The Kick-Ass stories are a wonderful, satirical take on the superhero genre, with a lot of humorous nods and winks at the comic book scene and contemporary popular culture. The humour makes the ultraviolent action sequences digestible for most readers. However, I had the feeling that in Kick-Ass 2 the creators went a bit overboard when for no particular reason the Motherfucker shoots a bunch of kids and adults in a quiet street in the suburbs. Although the depiction of violence has always been a big part of the story in the series – for example: when the mafia in the first series interrogates Dave they torture him and electrocute his scrotum – in Kick-Ass 2 the violence seems even harsher, even more in your face than before and this time it’s presented with little humour to lighten things up. I would say this kind of satire is probably not for the faint of heart.

Still, the artwork looks great, and on the whole, the Kick-Ass series is definitely worth reading for anyone who loves superheroes or likes to take a piss at dressed-up comic book characters. Needless to say: I am looking forward to the third series and the upcoming movie.

This review is published on the ABC blog.