Categorieën
Strips

Barbara Stok wint Stripschapprijs

De Groningse stripmaker Barbara Stok krijgt dit jaar tijdens de Stripdagen in Houten de Stripschapprijs uitgereikt voor haar gehele oeuvre.Stok tekent al sinds 1998 aan haar autobiografische oeuvre. ‘Het werk van Stok onderscheidt zich van andere autobiografische strips door het gebruik van dit genre voor langere verhalen met een persoonlijke dimensie,’ aldus het Stripschap dat dit jaar voor de 36ste maal de prijs toekent. Recent verscheen van Stok Dan maak je maar zin, waarin de stripmaker de twijfels van een dertiger beschrijft die na de dood van haar zwager tussen alle modegrillen en moderne trends op zoek gaat naar de zin van het bestaan. Eerste vrouw

De Stripschapprijs wordt sinds 1974 op voordracht van een onafhankelijke commissie toegekend aan een stripmaker die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt voor het (Nederlandse) beeldverhaal. Saillant detail: Stok is de eerste vrouw die deze oeuvreprijs krijgt. ‘Zij krijgt deze prijs niet vanwege haar geslacht, maar omdat zij een stripauteur is zonder weerga, met een nog altijd groeiend oeuvre van topkwaliteit’, benadrukt de jury in haar rapport. Enkele eerdere winnaars van de Stripschapprijs zijn Erik Kriek (2008), Hanco Kolk (1996) en Marten Toonder (1982).Zaterdag 26 september wordt de prijs uitgereikt tijdens De Stripdagen in Houten.Lees ook:
Marten Toonder Prijs aangekondigd

Categorieën
Media

Persconferentie van Elvis Presley

Natuurlijk is Elvis dood. Vandaag al 32 lange jaren. Maar hoe cool was het geweest als hij nog geleefd had? Welke mooie muziek is ons ontvallen omdat hij in 1977 het leven liet? In dit jaar waarin bekende mensen met bosjes omvallen, leek het me daarom leuk om op de sterfdag van The King een oud artikel te plaatsen uit Rolling Stone Magazine.
Het is een verslag van een persconferentie die Elvis hield in 1972 voordat hij voor het eerst zou optreden in Madison Square Garden te New York. Als je dus wilt fantaseren dat een van de grootste pophelden aller tijden nog leeft dan moet je bij het lezen van dit artikel maar even doen alsof het juli 1972 is en dat je zojuist het nieuwe nummer van Rolling Stone Magazine hebt opengeslagen…Elvis RIP.
(klik op de plaatjes voor de grotere en leesbare versie. Geen zin om te lezen? Check de video onderaan.)

elvis-interview-web
elvis-interview-web2elvis-interview-web3

elvis-interview-web4
elvis-interview-web5

 

Categorieën
Media

Stukjes Dexter

Ik hou van goede televisieseries. Van die series die je meenemen naar een boeiende verhaalwereld, met personages die ertoe doen. Dit jaar word ik extra verwend, want niet alleen is er True Blood – een bloedstollende vampierserie met Anna Paquin in de hoofdrol – ook hebben de bloedspatten van seriemoordernaar Dexter ons continent eindelijk bereikt.Dexter Morgan (Michael C. Hall, bekend van onder andere de serie Six Feet Under) is forensisch onderzoeker bij de afdeling moordzaken van de politie in Miami. Hij is gespecialiseerd in het analyseren van bloedspatten. In zijn vrije tijd vergiet Dexter echter zelf ook aardig wat bloed. Hij is namelijk seriemoordenaar. Maar wees gerust: hij pakt alleen misdadigers en onverlaten die hun gerechtelijke straf weten te ontspringen. Dexter handelt namelijk volgens de code die zijn adoptievader hem heeft bijgebracht. Op vierjarige leeftijd werd Dexter geadopteerd door politieagent Harry Morgan die zijn moordlustige neigingen tijdig wist te herkennen en door middel van training wist te kanaliseren.
Het script van de serie is briljant geschreven. Iedere afleveringen word ik verrast door onverwachte plottwists die toch logisch in elkaar zitten. Het concept is natuurlijk vergezocht, maar wordt met zoveel humor en humaniteit verteld dat alles geloofwaardig blijft binnen de vreemde wereld van Dexter. Daarbij is het fascinerend om langzaamaan te ontdekken hoe Dexter in elkaar zit. Voor hemzelf overigens ook, want zijn verleden is voor hem ook vaak onbekend terrein. Totdat een collega-seriemoordenaar in Miami aan de slag gaat, Dexter uitdaagt en de beerput waaruit zijn psyche bestaat opentrekt.
Als het goed is komt de serie vanaf 8 november bij de VPRO op televisie, maar echte fans hebben de serie al via download of dvd gekeken natuurlijk. Hier enkele fragmenten van YouTube om je alvast lekker te maken. Dan ga ik ondertussen weer verder met het kijken van seizoen twee.

Categorieën
Media

Theo Maassen maakt bioscoopvoorstelling van theatershow

Over vreemde dingen gesproken: de zesde theatershow van Theo Maassen, ‘Zonder pardon’ geheten, zal het komende najaar in de bioscoop te zien zijn.De show wordt in het Oude Luxor theater in Rotterdam geregistreerd door regisseur Norbert ter Hall. Ter Hall zal hiervoor tien camera’s gebruiken. In plaats van het gemontenteerde programma op televisie te vertonen, wat gebruikelijk is, zal deze vanaf 12 november digitaal in de bioscoop te zien zijn. Independent films brengt de ‘film’ uit. “En in een bioscoopzaal blijft het toch, net als in het theater, een collectieve kijk- en luisterervaring,” laat de filmdistributeur in een persbericht weten.Volgens mij is het een kwestie van oude wijn in nieuwe vaten gieten. Ik ben benieuwd hoeveel mensen deze registratie zullen bezoeken, want de meeste Maassen-fans zullen hem toch live willen zien, horen en ruiken, dunkt me. Mij zul je in ieder geval niet in de bios aantreffen om deze voorstelling te gaan zien. Het voordeel van stand-uppers op televisie kijken is immers dat je weg kunt zappen als het saai wordt. Dat kun je in de bioscoop wel vergeten. En je moet er toch niet aandenken om met allemaal Maassen-fans in een zaal te moeten zitten.

Categorieën
Film Filmrecensie

Filmrecensie GI Joe: The Rise of Cobra

Beter dan Transformers!Het ligt voor de hand om neerbuigend te doen over het bronmateriaal van GI Joe: een tekenfilmserie die werd gemaakt om een speelgoedlijn van actiefiguurtjes en accessoires aan kinderen te verkopen. Films met een soortgelijke oorsprong leveren immers, zelfs voor popcornfilms, vooral laagwaardig hersenloos vermaak op. Films zonder noemenswaardig plot met personages die slechts dienen als visueel behang. De Transformer-reeks bewees recent nog hoe laag het medium cinema kan zinken. Ik had mijn portie na het overbodige eerste deel al gehad. De recensies van Transformers 2 waren zo zuur dat filmmaatschappij Paramount bij het uitbrengen van GI Joe: Rise of the Cobra besloot om alleen een selecte groep journalisten, die schrijven voor positief ingestelde blogs en filmwebsites, uit te nodigen. De rest van de Amerikaanse filmjournalistiek krijgt de film pas te zien na de première. Paramount wil op die manier voorkomen dat negatieve recensies het bioscooppubliek zou ontmoedigen de film te gaan kijken. Ondanks de slechte recensies dook het publiek massaal de bioscoop in om Transformers: Rise of the Fallen te gaan zien. Vice-voorzitter Rob Moore van Paramount Pictures liet via filmblad Variety weten dat hij wil dat ‘het publiek de film definieert’, in plaats van de filmpers. Natuurlijk is deze actie van Paramount ook een prima manier van publiciteit genereren, al is hiermee wel een vreemd precedent geschapen waarvan de consequenties voor de filmkritiek nog niet te overzien zijn. Terug naar GI Joe: The Rise of Cobra. Het maakt niet uit dat het bronmateriaal een simpele tekenfilmserie is die draait om een militair eliteteam dat de strijd aan gaat met een terreurorganisatie die uit is op wereldheerschappij, want in principe moet een goede regisseur van ieder onderwerp een boeiende film kunnen maken. We weten immers allemaal dat het verhaal over de midlifecrisis van Lester Burham (Kevin Spacey) in American Beauty bijzaak was en dat film werkelijk draaide om het plastic zakje dat danste in de wind. En was het vermakelijke, zo niet geniale Mars Attacks van Tim Burton niet gebaseerd op een serie kauwgomplaatjes? Goedbedoelde Soap
Stephen Sommers (regisseur van The Mummy en Van Helsing) heeft dan ook duidelijk zijn best gedaan met GI Joe. In tegenstelling tot collega Michael Bay neemt hij het bronmateriaal serieus genoeg en probeert tussen de actiesequenties door de hoofdpersonages enige achtergrond te geven. Via flashbacks krijgen we te zien wat hun motivatie is. Ook houden regisseur en scenaristen de conflicten tussen de personages zoveel mogelijk op het persoonlijke vlak: Ana (Sienna Miller), de verraderlijke schoonheid aan de kant van schurk McCullen, heeft een persoonlijke vete uit te vechten met soldaat en ex-vriendje Duke (Channing Tatum). Duke slaagde er namelijk niet in om ondanks zijn belofte Ana’s broertje heelhuids van het front thuis te brengen. Dat de Schotse wapenhandelaar McCullen (een verrassende over-de-top rol van Christopher Eccleston die eerder Dr. Who nieuw leven in blies) Frankrijk kiest als doelwit voor een revolutionaire bom heeft alles te maken met wat dit land zijn voorouders heeft aangedaan. En zelfs de zwijgzame ninja Snake Eyes heeft een persoonlijke vete te bevechten. Dat de persoonlijke beslommeringen de gemiddelde soapaflevering niet overstijgen en verder niet veel om het lijf hebben, doet er niet toe. Centraal staan immers de special effects en actiescènes. Ook op dat vlak scoort de film redelijk. Team America revisited
De actiesequentie in het midden van de film, waarin de Joe’s proberen te verijdelen dat Cobra Parijs met de grond gelijkmaakt, zit bijvoorbeeld vakkundig in elkaar. Al doet het geheel wel denken aan de film Team America, waarmee South Park-bedenkers Trey Parker en Matt Stone het Amerikaans militairimperialisme op de hak namen en waarin menig nationaal symbool tegen de vlakte ging. In beide films haalt de Eiffeltoren de eindcredits niet. In wezen ging met het hilarische Team America (2004) de parodie van GI Joe de film van Sommers ruim voor. Hoewel de parodie veel leuker is dan GI Joe zelf, scoort GI Joe: The Rise of Cobra binnen het genre van onzinnige filmadaptaties, mede door de lage verwachtingen die gelijksoortige films als Transformers geschapen hebben, dus helemaal zo slecht nog niet. Toch knap als je je beseft dat deze infantiele video de inspiratiebron is van de film:
Lees ook:

Deze recensie staat ook op het filmblog van Zone 5300.

Categorieën
Film

John Hughes RIP

De Amerikaanse filmmaker en scriptschrijver John Hughes is niet meer. Donderdag 6 augustus overleed hij op 59-jarige leeftijd aan een hartaanval in New York. Wederom een droevige dood van een creatieve grootheid dit jaar. Met films als Pretty in Pink, The Breakfast Club en Ferris Bueller’s Day Off, sprak hij de jongeren van de jaren tachtig aan. Hughes toonde ons innemende, gewiekste tieners met al hun angsten en onzekerheden en rebelsheid. Hij introduceerde acteurs als Molly Ringwald, Anthony Michael Hall, Ally Sheedy en Judd Nelson.
Van de tienerflicks maakte The Breakfast Club op mij persoonlijk de grootste indruk. Het is ook nu nog boeiend om te zien hoe Hughes de tieners met uiteenlopende karakters naar elkaar toe laat groeien tijdens een zaterdag nablijven op school. Al ben ik Hughes ook zeer dankbaar voor het casten van Kelly LeBrock in Weird Science: toen nog een hot MILF with a British accent die mijn jongenshartje sneller deed kloppen.Hughes bereikte zijn creatieve piek in de jaren tachtig als regisseur en scenarist. Een creatieve periode die wat mij betreft ten einde kwam met de Home Alone-reeks: Hughes schreef het script van de eerste en derde film uit de filmserie waarin Macaulay Culkin het irritante jochie speelt dat door zijn familie thuis wordt achtergelaten. Daarna schreef Hughes vooral nog van dit soort flauwe familiefilmgarnituur. Meuk als Beethoven, Baby’s Day Out en Flubber.John Candy
Jammer, want Hughes was ook in staat om hartverwarmende personages te creëren zoals Del Griffith in Planes, Trains & Automobiles. Misschien wel de beste rol die John Candy ooit speelde. Candy en Steve Martin zijn in deze film perfecte tegenpolen die noodgedwongen samen op reis moeten. De snobistische Martin probeert koste wat kost op tijd bij zijn gezin te komen voor Thanksgiving, en kan in het begin Griffith, de onhandige maar goedbedoelende vertegenwoordiger van douchegordijnringen, niet uitstaan. Uiteraard ontstaat er een band tussen beide heren terwijl ze op weg naar huis door half Amerika reizen. Typisch zo’n film met het hart op de juiste plek. En tevens een mooi voorbeeld van hoe Hughes films maakte waarin tegenpolen elkaar vinden. Hoewel ik de tienerkomedies van Hughes ook koester, blijft Planes, Trains & Automobiles mijn favoriete film van deze filmmaker.Ode aan Hughes
Filmregisseur en stripschrijver Kevin Smith bracht wat mij betreft de mooiste ode aan het oeuvre van Hughes. Smiths personages Jay & Silent Bob reizen in de strip Chasing Dogma af naar de staat Illinois. Ze kennen de tienerfilms van Hughes van binnen en buiten en concluderen dat er op de high school in het stadje Shermer, de locatie van de meeste films, nooit een dealer te zien is. Ze zien Shermer dus als de perfecte afzetmarkt voor hun wiet. Totdat ze er na een lange reis achterkomen dat het plaatsje Shermer volledig fictief is. De ideale tienerwereld van Hughes mag dan zeer herkenbaar zijn geweest voor de generatie in de jaren tachtig, ze is fictief. Maar dankzij John Hughes wel bereikbaar via het witte doek.Deze tekst staat ook op het filmblog van Zone 5300.

Categorieën
Boeken Film

De hype rond Stieg Larssons Millennium

Vanaf vandaag draait de film Millennium: Mannen die vrouwen haten van Niels Arden in de bioscoop. Deze film is het eerste deel van een trilogie, gebaseerd op de boeken van de journalist Stieg Larsson.Ik heb geen van de boeken gelezen en de persvoorstellingen van de film door drukte moeten laten schieten. Toch ben ik nieuwsgierig geworden naar deze film. Laatst prees mijn tante de drie boeken van Larsson aan, stond er een mooi interview van Gerhard Busch in de VPRO Gids met de regisseur en hoofdactrice Noomi Rapace en van de week besteedde het actualiteitenprogramma Nova 8 minuten aan de film en het fenomeen eromheen. Want net als andere mode-boeken als Harry Potter en De Da Vinci Code, is met de drie boeken van Larsson sprake van een hype.De film MILLENNIUM: mannen die vrouwen haten is gebaseerd op de gelijknamige bestseller, de eerste uit de Millennium-reeks van Stieg Larsson. De twee andere boeken uit de reeks zijn De vrouw die met vuur speelde en Gerechtigheid. In 2008 was Stieg Larsson de tweede best verkopende auteur in de wereld – na Khaled Hosseini met De Vliegeraar. Wereldwijd zijn bijna 20 miljoen exemplaren verkocht, waarvan ruim 500.000 in de Benelux.Zelf heeft Stieg Larsson het succes niet meer mee kunnen maken. Voordat zijn eerste boek gepubliceerd werd overleed hij in 2004, op vijftigjarige leeftijd, aan een hartaanval. Hij was onderzoeksjournalist in Zweden, en autoriteit op het gebied van racisme en sociale issues.Feit en fictie
In het item van Nova komen enkele interessante zaken naar voren. Fans van de boeken bezoeken locaties uit de verhalen, een gids leidt ze rond Stockholm en toont het appartementencomplex waar de hoofdrolspeler Mikael Blomkwist zou wonen. Ik vind de drang om naar dat soort plekken te gaan om de fictieve wereld te legitimeren en/of de beleving daarvan te vergroten, een fascinerend fenomeen. Zelf heb ik een paar maanden geleden enkele locaties uit Spiderman-strips in New York bezocht. Het zoeken naar feitelijke plekken in fictie en naar fictie op bestaande plekken is mij dus niet vreemd. (Het artikel dat ik hierover schreef verschijnt in het nieuwste nummer van Stripschrift dat 18 augustus uitkomt.)Verder herken ik me in de uitspraak van acteur Michael Nyqvist (die Blomkwist vertolkt) dat hij vroeger nooit zin had om hype-boeken te lezen. Ikzelf heb ook de neiging om de Potters en Da Vinci-codes links te laten liggen, juist omdat ze al door iedereen gelezen worden. ‘Ik was toen nogal een snob en wilde niet lezen wat iedereen las,’ zegt Nyqvist in het item van Nova. Kennelijk ben ik ook een snob. Nu heb ik na het zien van de film The Da Vinci Code nog steeds geen hoge pet op van de boeken (ja, ja, zonder ze gelezen te hebben, sue me!), maar ben nu toch wel benieuwd naar de reeks van Larsson. Eerst maar eens de film kijken. Een film biedt je immers de kans om het verhaal, of een deel van het boek, in twee uur tijd te ervaren. Bovendien zit in de film de actrice Noomi Rapace en die wil ik wel in actie zien. Ik ben na het lezen van het interview en het Nova-item erg nieuwsgierig naar haar geworden.

Noomi Rapace.
Bron: Cinema.nl.

(Lees hier een recensie van de film.)
Korte inhoud Millennium
Twee tegenpolen, Mikael Blomkvist en Lisbeth Salander. Hij is een charmante man en een kritische journalist van middelbare leeftijd, en uitgever van het tijdschrift Millennium. Zij is een jonge, gecompliceerde vrouw met zwartgeverfd haar, piercings en tatoeages, én een uitermate goede hacker. Samen vormen ze een ongewoon, maar sterk team.Mikael wordt benaderd door oud-zakenman Henrik Vanger. Veertig jaar geleden is de zestienjarige Harriët Vanger op mysterieuze wijze verdwenen en vermoedelijk vermoord. De zaak is echter nooit opgelost en inmiddels verjaard. Toch wil Henrik Vanger graag dat Mikael zich hier nog eens op stort. Aanvankelijk lijkt het onderzoek nergens op uit te lopen. Totdat Mikael met hulp van Lisbeth op een spoor stuit dat rechtstreeks naar een zeer duister en bloedig familiegeheim voert.Lees ook

:

Categorieën
Strips

Overpeinzingen bij Amazing Spiderman #600

Komt er ooit een dag dat ik genoeg krijg van Spiderman? Ik denk het niet, want het lezen van Spiderman comics houdt me jong. Daarom kocht ik laatst Amazing Spiderman #600.Tegenwoordig lees ik als het om Marvel Comics gaat vooral trade paperbacks. Op die manier kun je een verhaal dat over meerdere comics speelt in een keer uitlezen. Dat levert meestal een fijne leeservaring op. Nog een pluspunt van trades is het feit dat er tussen de strippagina’s geen reclame zit. Het enige nadeel is dat je een paar maanden achterloopt op de losse nummers, maar echt een groot probleem is dat niet. Behalve dan met speciale uitgaven als Amazing Spiderman #600.Web of Spiderman
In de maanden voordat deze mijlpaal op de markt kwam, lekte er hier en daar al wat ‘nieuwtjes’ uit op het web. Over het feit dat John Romita jr. het hoofdverhaal zou tekenen dat geschreven werd door Dan Slott en dat de comic allerlei extra’s zou bevatten, zoals een reeks korte verhalen van de meest prominente schrijvers van dit moment en oudgediende Stan Lee. Die extra’s boeien mij nooit zo erg, maar alles wat door Romita jr. gevisualiseerd is vind ik de moeite van het lezen waard. Toen hij het potlood voor Spiderman weer oppakte in 2001 begon ik weer met het lezen van Spidey’s avonturen. Sindsdien ben ik niet meer gestopt.Sinds Spiderman in 1962 het licht zag zijn er een paar goede tekenaars geweest die een duidelijke stempel op het personage hebben gedrukt. Natuurlijk Steve Ditko, de eerste tekenaar die grotendeels bepaalde hoe het webhoofd eruit kwam te zien. Daarna John Romita Sr. die Spiderman begon te tekenen toen Ditko was opgestapt uit onenigheid met bedenker Stan Lee. Gil Kane, Ron Frenz en Todd McFarlane – allemaal jonge honden die indertijd met Spidey aan de haal gingen en een onvergetelijke indruk maakten. En John Romita jr – de stripmaker waar ik al eerder stukken over schreef en die al meerdere malen hele periodes de strip tekende.Het is maar een nummer
En nu tekende Romita dus Amazing Spiderman numero 600. Zeshonderd Spiderman-verhalen. Da’s heel wat. Sterker nog: het merendeel heb ik gelezen. Vanaf Amazing Fantasy #15 waarin het webhoofd zijn debuut maakte, tot en met nou ja, nummer zeshonderd dus. En dan laat ik voor het gemak alle bijseries als Peter Parker, Web of Spiderman en Ultimate Spiderman buiten beschouwing, waarvan ik ook het merendeel heb gelezen. (Ik heb nooit ontkend dat ik een Spider-Nerd ben.)
Overigens speelde Marvel de afgelopen twee jaar wel een beetje vals wat de nummering betreft. Amazing Spider-Man was eerst een maandelijkse comic, maar sinds de grote omwenteling Brand New Day, komt de strip maar liefst drie keer per maand uit. Dat betekent dus dat ze sneller de mijlpaal hebben bereikt dan anders het geval zou zijn. Maar een kniesoor die daar op let.Mede door de enthousiaste video die schrijver Dan Slott maakte over ASM 600 kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en kocht ik afgelopen vrijdag het betreffende nummer in de stripspeciaalzaak. Op een terrasje sloeg ik de comic open. Wat een heerlijke leeservaring stond mij te wachten. Slott schreef een vermakelijk verhaal met voldoende actie en knipoogjes naar het verleden van de muurkruiper. Wanneer Doc Ock hoort dat hij nog maar kort te leven heeft door extensieve hersenbeschadiging die hij in al zijn gevechten met superhelden heeft opgelopen, besluit hij nog een laatste grote daad te stellen. Hij wil New York op zijn eigen manier automatiseren. Natuurlijk mislukt dit experiment en is er een handje vol Marvel-helden nodig om de stad te redden. Ondertussen staat tante May op het punt om met de vader van JJJ Jameson te trouwen.Sterfelijkheid
De superschurk die gaat sterven en nog één grote daad wil stellen is niets nieuws. In dat opzicht blinkt Slott niet uit in originaliteit. Bovendien gaan belangrijke figuren zelden dood in Marvel Comics, dus ongetwijfeld geneest Doc Ock binnenkort van zijn aandoeningen. Kwam de Green Goblin jaren na zijn dood niet opeens terug om zijn positie als grootste duivel in het Marvel Universum op zich te nemen?
Toch is het idee van sterfelijkheid interessant, vooral omdat Ocks aandoeningen zijn aangericht door alle gevechten die hij in het verleden heeft gevoerd met superhelden en superschurken. Een pak slaag van Captain America of Spiderman gaat je niet in de koude kleren zitten, blijkt maar weer. Wederom blijkt dat de acties in het Marvel Universum niet zonder consequenties zijn en dat maakt dit stripuniversum – tot op zekere hoogte – reëel. Dit gegeven zet meteen de knokpartij tussen de vaste criminele klanten van The Bar With No Name en Spidey & Daredevil in een ander licht. Wat zullen de schurken immers voor permanente schade oplopen van dit gevecht? Slott gaat overigens verder niet in op de repercussies van de matpartij die verder enkele vermakelijke dialogen tussen het webhoofd en de blinde advocaat met de hoorntjes bevat.Nog een minpuntje aan Slotts vertelling: Peter Parker merkt voor de zoveelste keer op dat webvloeistof duur is. Dit geintje hebben we sinds Brand New Day nu wel genoeg gehoord. Dat hij in dit verhaal zelfs om geld te besparen de bus neemt in plaats van supersnel door de stad te slingeren en daardoor te laat komt op het oefendiner van Mays trouwerij, is helemaal ver gezocht. Ondanks dit soort ongeloofwaardigheden en tekens van creatieve armoede zit het verhaal geramd in elkaar. De humor is scherp. Vooral wanneer Spidey en Human Torch samen op pad gaan, zijn de wederzijdse beledigingen niet van de lucht. Als vanouds dus. Sowieso geven de vele gastoptredens van andere helden van het Marvel Universum de comic het ouderwetse gevoel van een annual. En was nostalgie niet een van de redenen om deze comic op te pikken? Ik voelde me weer een tiener toen ik vrijdagmiddag in de zon in één ruk de 104 pagina’s tot me nam en ondertussen mijn cappuccino koud liet worden.
Psychiater
De rest van de comic is opgevuld met enkele korte verhalen en humoristische nepcovers. Van de korte verhalen is die van Stan Lee het meest opvallend. Hij laat Spidey naar de psychiater gaan omdat hij in een soort identiteitscrisis verkeert. Spiderman heeft in de bijna vijftig jaar dat hij rondslingert immers meerdere tijdelijke mutaties ondergaan. De conclusie van het verhaal, dat de psychiater zelf gek wordt van Spidey’s relaas is minder origineel dan we van Lee mogen verwachten, maar vooruit, de goede man wordt ook een dagje ouder. ‘My brother’s son’ is een ontroerend verhaal van Mark Waid waarin de relatie tussen oom Ben en Peter wordt uitgediept. De rest van de vulverhalen zijn niet echt boeiend en hadden net zo goed achterwege gelaten kunnen worden.Verse oude koek
Ondanks het plezier dat ik aan het hoofdverhaal van deze comic beleefde, maakt Amazing Spiderman #600 ook pijnlijk duidelijk dat alles wat erover Peter Parker te vertellen valt, al een keer of tien is verteld. De herkenbaarheid maakt dat het lezen van een Spidey-comic vertrouwde en nostalgische gevoelens bij me losmaakt. Aan de andere kant zijn het juist de herkenbaarheid en het gebrek aan vernieuwing die ervoor zorgen dat de rek een beetje uit dit spinnenweb is. Je kunt tante May laten trouwen met de vader van Jonah Jameson (ze trouwde jaren geleden overigens bijna met Doc Ock himself!), je kunt Peter koppelen aan een aantrekkelijke en bijdehandte huisgenote (niets soapachtig is Spiderman immers vreemd), je kunt het uiterlijk van Doctor Octopus drastisch aanpassen en je kunt Mary Jane aan het einde van de comic haar herintrede laten doen (waarmee de sexy huisgenote bij voorbaat geen schijn van kans heeft om Peter te veroveren). Het voelt allemaal bekend en, tja, een beetje sleets. Daar kan zelfs Romita jr., die het voor elkaar kreeg in iets meer dan een maand zestig prachtige pagina’s te tekenen, niets aan afdoen.Misschien word ik toch een dagje ouder. Toch twijfel ik er niet aan dat Spiderman langer op deze aarde zal rondkruipen dan ondergetekende (die ongetwijfeld gewoon stug blijft doorlezen. Kennelijk weegt de hang naar nostalgie zwaarder dan de wens naar originaliteit.) Daarom proficiat Webhoofd: op naar Amazing Spiderman 1200!
Lees ook:

Categorieën
Strips

Cartoon: Vrouwenmythe

Deze cartoon stond op Ziekehond.nl en is van Paul Stellingwerf, naar een uitspraak van Johan.
De tekst sprak mij erg aan.:)

Categorieën
Strips

Stripplaatje: Dood in Meccano

Voor mijn werk lees ik veel strips – met veel plezier trouwens, want dit medium heeft veel moois te bieden. Zoals bijvoorbeeld de reeks Meccano van Hanco Kolk.
In deel drie, Schlager uit 1999, staat onderstaand fragment waarin een kantoorpik in een Armani-pak door het hoofd wordt geschoten. Het onderste plaatje is een prachtig voorbeeld van de verbeeldingskracht van Kolk. Door de inpact van de kogel vliegen de hersenen van het slachtoffer uit diens schedel. We zien in de plas bloed scènes uit het leven van de stervende kantoorpik. Kolk verbeeldt op prachtige wijze het cliché dat je op het moment van sterven je leven voorbij ziet flitsen.
Het is ergens nog een mooie dood ook, want de oplettende striplezer ziet dat vooral positieve herinneringen aan het geestesoog van de man voorbijtrekken. Passend in de rest van het verhaal zien we een paar seksuele escapades met verschillende partners en een paar gelukzalige jeugdmomenten. Wie goed kijkt ziet dat het slachtoffer ooit de stripmaker zelf en diens collega Peter de Wit heeft ontmoet. Hij staat namelijk tussen hen beide in, met een glimlach op zijn gelaat.

(Klik op het plaatje voor de grotere versie.)

Lees ook:

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie Vluchtweg naar de zon

Dik als een telefoonboek is Vluchtweg naar de zon van de Franse stripmaker Baru (pseudoniem van Hervé Barulea). Voordat je het weet heb je echter de laatste bladzijde omgeslagen, want deze roadmovie raast door je hoofd met 150 kilometer per uur. De plot leest als een achtervolgingsfilm. Karim Kemal is tweeëntwintig en berucht. Hij zou dealen, kapitalen verdienen met kaartspelen en met de rijkste vrouwen het bed delen voor geld. Als hij met een van zijn maîtresses betrapt wordt, krijgt hij een gewelddadige en wraaklustige echtgenoot achter zich aan. Samen met nieuwbakken vriend Alexandre, een tiener van zeventien die tegen Karim opkijkt omdat hij in alles zijn tegenpool is, slaat hij op de vlucht om zich het vege lijf te redden. Vluchtweg naar de zon werd oorspronkelijk gemaakt voor de Japanse stripmarkt en werd in 1995 al uitgegeven door uitgeverij Kodansha. Voor de Europese markt werd de strip herbewerkt en in hetzelfde jaar uitgegeven. De grote vraag is waarom de strip nu pas in het Nederlands verschijnt, want in 1996 werd Vluchtweg naar de zon al bekroond als Beste Boek op het stripfestival van Angoulême. Anders dan manga
Baru vertelt zijn verhaal in prachtige zwart-witplaten, getekend in een snelle en energieke inktlijn. Zoals het manga betaamt gebruikt Baru overdreven expressies om zijn personages te laten acteren. Mangahaters kunnen de strip met een gerust hart openslaan, want verder staat het karakterdesign ver af van de clichématige vormgeving die doorgaans met de Japanse strip geassocieerd wordt. Baru staat vooral bekend om zijn maatschappij kritische verhalen. Zijn semi-autobiografische debuutalbum Quéqette Blues schetst hij het alledaagse leven van de Franse arbeidersklasse. In Vluchtweg naar de zon komen Alexandre en Karim ook uit een arbeiderswijk. In de 400plus pagina’s zien we vooral hoe Alexandre, zoon van een Italiaanse staalarbeider, zich ontwikkelt en onder invloed van Karim volwassener wordt. De wraaklustige echtgenoot die Karim wil vermoorden is een rechts-extremist verbonden aan de politieke partij ‘Élan National Francais’: een eendimensionale racist met psychopathische trekjes die al zijn haat jegens buitenlanders wil botvieren op Karim, die van Algerijnse afkomst is. Het sociaal engagement van de stripmaker is op de achtergrond lichtjes aanwezig en zit met name in bovengenoemde details. Vluchtweg naar de zon moet toch vooral gezien worden als een vakkundig gevisualiseerd en vermakelijk actieverhaal.Zie hier een preview van de strip.Vluchtweg naar de zon – Baru
Sherpa, €29.95
ISBN 978-90-8988-006-2
Deze recensie staat ook op het stripblog van Zone 5300.

Categorieën
Film

Kevin Smith Q&A San Diego Comic Con

Zondag wordt Kevin Smith, een van mijn favoriete filmregisseurs, 39. Om dit heugelijke feit te vieren, plaats ik vandaag de registratie van zijn Q&A op de San Diego Comic Con. Zoals gewoonlijk heeft Smith de lachers op zijn hand en beantwoordt hij met veel zelfspot de vragen van zijn fans en andere aanwezigen. Ook geeft hij zijn mening over de (fans van de) meidenvampierfilm Twilight: ‘It’s like porn for children!’, vertelt hij over het feit dat de titel van zijn nieuwe film A Couple of Dicks (met Bruce Willis, Tracy Morgan en Jason Lee) wellicht veranderd zal worden omdat de Amerikaanse omroepen anders geen reclame voor de film willen uitzenden voor 9 uur ’s avonds. Tussendoor mengt hij voldoende dick & fart jokes in de mix. Kortom, erg vermakelijk.
Happy birthday, Kev!

De andere tien delen verschijnen aan het einde van deze clip als related video’s. You know the drill. 🙂

https://www.youtube.com/watch?v=liYXoORmdRA