Categorieën
Strips

Interview Claire Schumacher: Passie voor Manga

Claire Schumacher doet een opleiding aan de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam, illustreert in opdracht en geeft mangaworkshops. Door die workshops wordt ze de laatste tijd steeds vaker geïnterviewd door de pers. Desondanks ziet ze zichzelf niet als ambassadeur voor manga en anime in Nederland. ‘Ik wil mensen er niet mee lastigvallen, maar als iemand interesse heeft dan heb ik wel een stortvloed aan verhalen voor hem of haar’, belooft Claire. En dat klopt: als Claire eenmaal over manga begint te praten, is ze niet te stuiten. Wat is manga?
‘In twee zinnen: als je in Japan woont, je bent Japanner en je tekent strips, dan maak je manga. Ik teken dan ook geen manga, maar strips die hevig door manga zijn geïnspireerd. Manga’s die populair zijn in Japan hebben een herkenbare, overheersende stijl. Figuurtjes met grote ogen, diverse kleuren haar – een Europese benadering. De stijl kan wat overdreven zijn om op die manier emoties duidelijker te verbeelden.’ ‘Mangaverhalen gaan vaak over opgroeiende personages. Het verhaal begint op het punt dat ze nog zwak zijn. Dan komen ze met iets nieuws in aanraking en krijgen ze een andere manier van leven. Manga gaat vaak over tieners die heldendaden verrichten. Gewone personages die ongewone dingen doen en kleine meisjes die heel krachtig blijken te zijn.’ Vanwaar de voorkeur voor dat soort personages?
‘Veel Japanners staan niet sterk in hun schoenen, ze zwoegen onder werkdruk en je mag niet vaak jezelf zijn. Ze leven in een keurslijf zonder al te veel vrijheid. Manga geeft hen wel die vrijheid. Het is een manier voor Japanners om uit het keurslijf te breken. Mensen willen zichzelf erin herkennen, daarom is het vaak een fragiele persoon die veel weet te overwinnen. Daar putten ze kracht uit.’ Wat vind je leuk aan manga?
‘Dat is niet echt makkelijk uit te leggen. Ik vind de verhalen leuk en de link met Japan interessant. Japanse cultuur is mystiek, mensen hebben respect voor elkaar. Ik voel vaak een link met de hoofdpersoon, juist omdat het geen ideale figuren zijn. Ook hebben ze daar een interessante manier van vertellen. De algemene tekenstijl vind ik bijzonder. Het is een filmische stijl. In de jaren vijftig had je bijvoorbeeld Astro Boy (door stripmaker Osamu Tezuka, waarvan later nog een tekenfilmserie is gemaakt, red.) – een van de meest beroemdste manga’s. De tekenaar maakte gebruik van filmische camerahoeken, wat uniek was voor die tijd.’ Hoe begon je passie voor manga?
‘Vroeger zat ik altijd naast mijn broer als hij met zijn Nintendo zat te spelen. Ik ging daar helemaal in op en gaf hem aanwijzingen. Daarna kocht ik zelf een Nintendo 64. Ik was gek op Zelda. De doos had mooie illustraties met mangafiguurtjes. Die fascineerden mij. Ik begon ze na te tekenen. Ook zag ik films als Akira (Katsuhiro Ôtomo, 1988). Het waren cartoons, maar met tragische verhalen – er gingen mensen in dood. Die serieuze toon sprak me aan en de vrijheid die manga uitstraalde. Op internet ontdekte ik hoe groot manga eigenlijk was; ik printte plaatjes uit en tekende die na. Ik wilde die stijl beheersen.’ Wat is jouw tekenstijl?
‘Ik heb een strakke lijn, teken graag grote ogen en veel haar. De standaard manga-stijl dus.’ (lacht). Vind je de manga-stijl, die toch aardig wat stilistische conventies kent, niet juist beperkend?
‘Ik kies er zelf voor om in mangastijl te tekenen. Manga is een ideaalbeeld – je kunt alles tekenen wat je wilt. Manga is vaak cartoonesk, waar het emoties betreft. Figuurtjes worden dan opeens met een groot hoofd en een klein lijf getekend. Dit heet ‘chibi’, wat ‘klein’ betekent. Dat is om op een komische manier emoties weer te geven. Tegenwoordig teken ik veel naaktmodellen op school. Hierdoor verschuift mijn stijl meer naar het realistische op.’ Manga in Nederland
Wie regelmatig een stripbeurs bezoekt, heeft een grote kans om daar de stand van Mangafique tussen de andere stripverkopers te zien staan. Mangafique is een collectief van mangagroepen (ook wel ‘circles’ genaamd). De Aniway is een kwartaaltijdschrift dat uitgegeven wordt door de gelijknamige stichting. Het magazine is gewijd aan anime, manga en Japanse cultuur. Het werk van Claire is daarin regelmatig te bewonderen. Ook schrijft ze columns en recensies van strips, films, games en artbooks voor de Aniway. Hoe groot is manga in Nederland?
‘Manga is erg in opkomst. Dat merken we op beurzen waar we steeds meer Nederlandse manga’s verkopen. Uitgaven van Aniway liggen tegenwoordig ook bij de Bruna en de AKO. Vooral jongeren komen er via televisie steeds mee in aanraking. In Frankrijk en Duitsland lopen ze vóór op ons. Daar is manga al veel groter. Anime-cartoons zijn daar door de jaren heen al op televisie geweest. Daar worden ook anime uitgezonden voor de wat oudere kijkers.’ ‘In Nederland heeft anime wel een slechte reputatie. Ongeveer tien jaar geleden werden er animefilms uitgebracht onder de naam mangafilms. Een foute term overigens, want manga slaat op de strips, niet de animatiefilms. Het mangafilm-label bracht films als Akira (Otomo Katsuhiro, Japan, 1988) uit, maar ook geweldadige en pornografische films als Urotsukidoji, wat hentai genoemd wordt. Dit gaf een verkeerd beeld van het genre.’ Door die slechte reputatie komen er ook wel vreemde snuiters op de Aniway-stand af. Wat is het vreemdste dat je ooit is overkomen op een stripbeurs?
‘Dat was tijdens een stripbeurs in België. Er kwam een linnentasjestype naar me toe. Hij zei tegen me “Hey, jij tekent toch manga?” Ik zei van ja. Hij wilde dat ik een jongetje van tien jaar in een korte broek en kaplaarzen tekende. Het jongetje moest op een stoel met een boek zitten. “Liever niet,” zei ik. Hij bleef bij de stand staan en keek zielig. Toen heb ik maar heel snel iets gekrabbeld en ging hij gelukkig weer weg. Heel freaky…’ Welke manga zou je anderen aanraden?
‘De serie Deathnote, waarin een middelbare scholier een bovennatuurlijk notitieboekje vindt, waarmee hij mensen kan laten sterven door simpelweg hun naam erin op te schrijven. Hij besluit dit boekje te gebruiken om de namen van criminelen te noteren, om hiermee het kwaad in de wereld uit te bannen. Ik vind het een heel spannende misdaad-thriller.’ ‘Fullmetal Alchemist is een manga uit 2003 geschreven door Hiromu Arakawa. Als de moeder van twee broers sterft proberen ze naïef om haar met alchemie weer tot leven te wekken. Menselijke transmutatie is in de wereld van alchemie echter een onvergeeflijke zonde. Dat ervaren Edward en Al op tragische wijze: als ’tol’ verliest Al zijn hele lichaam en Ed zijn linkerbeen. Om de ziel van Al nog te redden, offert Ed ook nog zijn rechterarm op, zodat Als ziel zich kan huisvesten in een toevallig aanwezig stuk meubilair: een harnas. De ontbrekende ledematen van Ed worden later met metalen prothesen uitgerust (zogenaamde ‘automail’). De broers horen over de Philosopher’s Stone, een steen die ervoor kan zorgen dat alchemie ook werkt zonder gelijkwaardige ruil. Deze kan ervoor zorgen dat de broers hun eigen lichaam terugkrijgen, en ze gaan op reis om de steen te vinden. ‘En ik zou Azumanga Daioh aanraden. Het gaat over een stel meisjes die van alles beleven op de middelbare school. Alles wordt verteld in vier panel stripjes. Heel simpel maar echt heel leuke humor.’

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Baudelaire

Gastauteur Natasja van Loon – aka de Schone Schrijfster én groot stripliefhebber – geeft haar visie op het album Baudelaire van Noël Tuot & Daniel Casanave.De literatuurgeschiedenis heeft een vergissing gemaakt want Victor Hugo is eerder overleden dan Baudelaire en die is daar niet blij mee omdat hij het ultieme absoluut perfecte gedicht nog niet geschreven heeft. Daarom slaat hij op de vlucht, voor iedereen die hem op de begrafenis wil hebben – en dat zijn er nogal wat. Hemel, hel en aarde worden – letterlijk – bewogen. Aldus Baudelaire tenminste, van de Franse tekenaar Tuot en zijn scenarist Casanave. Hun succesvolle stripalbum is onlangs opnieuw vertaald en uitgebracht door uitgeverij Silvester – dat hiermee, naar mijn bescheiden mening, meteen een van de mooiste albums van het jaar op de markt heeft gebracht. Baudelaire staat bol van grappen en dialogen die van grote schoonheid en – als je er even over nadenkt – diepgang zijn. Zo brengt zijn vlucht voor zichzelf Baudelaire eerst naar de hemel: een desolaat landschap waarin het onafgebroken regent (en dat akelig veel aan ons eigen kikkerlandje doet denken) alwaar hij wordt opgewacht door Sint Pieter. Dat de hemel helemaal niet lollig is, constateert Baudelaire.‘Alles is voor altijd en eeuwig kalm’, antwoordt Sint Pieter onbewogen.Donkere wolkjes vormen zich boven het hoofd van Baudelaire. ‘Ik houd niet van kalm… Daardoor moet ik aan de provincie denken.’ En dan een woest springende Baudelaire. ‘Ik wil eeuwige onrust!’‘Alles is voor altijd en eeuwig beschouwing’, antwoordt Sint Pieter onverstoorbaar.Je begrijpt: Baudelaire houdt het hier niet lang uit (zou ik ook niet kunnen) en wil naar de hel. En de hel… is een skipiste. Baudelaire wordt er opgewacht door de zonde die eruitziet als een skileraar in dat archetypische rode pak omdat de duivel in zijn kantoor zit om het idee van het kwaad te overpeinzen. ‘Grotere eenzaamheid bestaat niet’, zegt de zonde – een grap die aan kracht wint als je je bedenkt dat het gedicht dat Baudelaire wereldfaam bezorgde Les Fleurs du Mal was: de Bloemen van het Kwaad.En dan komt Sartre langs die weliswaar in de hemel verblijft (‘ik heb zo vaak bewezen dat God niet bestaat dat deze dat wel leuk vond’) maar als groot filosoof het voorrecht heeft om af en toe een rondje hel te maken. Hij komt Baudelaire demonstreren wat de zonde is. En de zonde… is soep eten met een vork. En hoe langer je daarover nadenkt des te aannemelijker dat klinkt.Foto: Charles Baudelaire‘De zonde is niet lollig’, constateert Baudelaire en hij keert terug naar de aarde om alsnog naar de begrafenis van Victor Hugo te gaan. Overigens weet hij het ultieme absoluut perfecte gedicht aan het eind van het album wel te vinden – maar wat de kern ervan is, houd ik voor me omdat iedere geïnteresseerde lezer dat voor zichzelf moet lezen. Wel kan ik vertellen dat ik slap lag (lach) toen ik het las. Wat wellicht niet verbazingwekkend mag heten als je weet wat de strekking van mijn debuutroman is omdat de kern van dat gedicht daar min of meer aan verwant is. Alleen is Baudelaire een stuk moediger dan de hoofdpersoon van Bemint eer gij begint.Natuurlijk: Goscinny staat nog altijd op eenzame hoogte. Maar de absurdistische en tegelijk diepzinnige humor van Baudelaire komt dichtbij. Wat de grootmeester van de stripscenario’s met geschiedenis deed, doen Tuot en Casanave met literatuur en filosofie. In de Nederlandse vertaling is het album bovendien uitgebreid met handige historische achtergrondinformatie die fraai omschreven en prachtig geïllustreerd is. Kortom: een album dat uit louter redenen bestaat om het aan te schaffen. Want de zonde mag niet lollig zijn, Baudelaire is dat des te meer. Sterker: het is briljante humor. Naar mijn (niet zo) bescheiden mening dan tenminste.

Categorieën
Mike's notities

Column: Consumptiestop

Koopzondag: ik zie ze rennen, door de regen. Handen vol tassen. Winkel in, winkel uit. Gejaagde blikken. Zoeken, scannen. Nog even hier kijken…. Kijken, waarvoor? Bang dat je iets mist?Ik ben niet veel beter. Ook ik vul mijn tijd met het struinen, kopen en consumeren van genotsmiddelen als boeken, cd’s en dvd’s. Uitverkoop in de platenzaak? Toch even kijken. Samen met de andere duizenden consumptiezombies. Schappen vol met goede albums; je kunt niet alles kopen. Ik moet kiezen, maar dat lukt haast niet. Als een autist staar ik naar de gekleurde cd-hoesjes. Mijn trance wordt doorbroken door de persoon naast me, die staat te dringen bij de bak. Alsof de voorraad ooit op kan raken. Alsof het iets uitmaakt. Heb je echt die ene cd nog nodig? Ik wíl hem, want het kán.Ik vul de leegte met de spullen uit de uitverkoopbakken. Het kost bijna niets, dus minder kieskeurig. Al snel staat de kast vol met secundaire rotzooi. Je huis lijkt een grote uitverkoopbak. Zo nu en dan probeer ik te stoppen, of in ieder geval te minderen. Dan stel ik een consumptiestop in, en koop alleen het ‘hoognodige’. Dat ene album waar ik al tijden op aas en dat nu eindelijk voor een redelijke prijs is te krijgen. Dat onverwachte juweeltje uit de filmgeschiedenis die ik niet mag laten liggen. Toch, zelfs al hanteer ik een kieskeurig beleid, vol wikken en wegen, dan nóg staat geregeld een halve meter plank voorraad op me te wachten terwijl ik met nieuwe spullen thuis kom.We leven in een consumptiemaatschappij. Bestaan door te consumeren. Ik struin, ik koop, ik besta. En terwijl ik consumeer, en geniet van de producten – want dat mag ik niet ontkennen, ik geniet wel degelijk van de spullen – kronkelt er diep van binnen het gevoel dat het ook anders kán. Dat er meer hoort te zijn.Ik negeer het gevoel en bestel nog snel iets online.Verwante teksten: Extra lang en De jacht.

Categorieën
Boeken Mike's notities

Extra lang

Het einde van het jaar is in zicht en dus werd het tijd om wat atv op te maken. Die kun je namelijk niet meenemen naar het komende werkjaar. En vrije tijd weggeven is natuurlijk zonde. Dus dit weekend vrijdag en maandag vrij.

Nog een keer Edie om het af te leren… (en omdat ze een stuk knapper was dan Warhol).

Collega’s vragen altijd bij een lang weekend waar je naartoe gaat. Kennelijk moet je dan meteen maar een weekendje Rome of Parijs pakken. Overigens geen slecht idee, maar ik kies er liever voor om wat vrienden te bezoeken. Gisteren dan ook twee caféafspraken gehad. In de ochtend de Schone Schrijfster aan tafel, die even een rustpauze kon gebruiken van haar vele schrijfwerk. Ze is met een tweede roman bezig – een groot karwei dat niet alleen veel aandacht eist, maar net zoveel discipline. In de middag sprak ik met vriendin N. die recent een eigen bedrijf als mediator is gestart. Mediation is een van de opkomende beroepen, daar de opleidingen hiervoor als paddenstoelen uit de grond schieten. Kennelijk kunnen mensen wel een intermediair gebruiken bij geschillen. Er valt dan ook een hoop te bakkeleien in het dagelijks leven. Vriend Paul is uitgenodigd om werk op te hangen voor de expositie ‘Cartoons at work’ in Atelier Open. Hij zal naast Peter de Wit komen te hangen. Geen slecht gezelschap. We hebben vrijdagmiddag wat van zijn cartoons voor intermediairforward.nl afgeleverd en een praatje gemaakt met de opgewekte eigenaar van de galerie. Tot slot nog even een korte odyssee langs de door ons vaak bezochte winkels in Amsterdam. Wat vrouwen over het algemeen hebben met het kopen van schoenen, heb ik met de aanschaf van boeken, cd’s en dvd’s. Ik kocht het boek POPism van Andy Warhol en Pat Hackett – Warhols memoires over de New Yorkse kunstscène in de jaren zestig. Op de voorkant is een foto van de kunstenaar en Edie Sedgwick te zien tijdens een gezellig onderonsje. Bij Fame vond ik tot mijn grote blijdschap een dvd van de film The Player. The Player (Robert Altman, 1992) is jarenlang niet in deze contreien te koop geweest en staat al jaren op mijn verlanglijstje. Meteen maar even Sideways meegepikt, die iets lager op het lijstje stond. Vanmorgen stond de postbode voor de deur. Het nieuwe schrijfwerkje van Kevin Smith dat ik online had besteld was binnengekomen: My Boring-ass life. 470 pagina’s vol potentiële hilariteiten uit de pen van regisseur Smith. Kortom: Forget Paris. Ik heb genoeg te doen dit weekend.