Categorieën
Strips

Spider-Man in de seventies

Sinds Stan Lee en Steve Ditko in 1962 de stripheld Spiderman bedachten is hij in verschillende gedaanten op televisie en film verschenen. Een van de meest curieuze verschijningen is de televisieserie The Amazing Spider-Man.

Voordat Tobey Maguire het strakke pak van Spiderman mocht aantrekken in de recente klassiekers geregisseerd door Sam Raimi, was Nicholas Hammond hem voor. Nicholas wie? vraag je je wellicht af. Hammond is een acteur die misschien wel het meest bekend is door zijn rol in The Sound of Music. Hij was een van de kinderen van vader Von Trapp. In de jaren zeventig speelde hij ook Peter Parker in de kortlopende televisieserie The Amazing Spider-Man.De serie bestond in totaal uit dertien afleveringen, waarvan de pilot in Europa in de bioscoop is vertoond. Hoewel de serie aardig genietbaar is, zijn de makers er niet in geslaagd een geloofwaardige Spider-Man te creëren. Kenmerkend aan de serie zijn de doorzichtige specialeffects en het hergebruik van eerder vertoonde opnames. In de pilot-aflevering doen de blue screeneffecten goedkoop aan. Wanneer Spiderman langs de muren kruipt, wordt de acteur zichtbaar aan kabels omhooggetrokken. Het ergste zijn de continuïteitsfouten door veelvuldig hergebruik van eerder vertoonde beelden. Zo komt het voor dat Spiderman in het ene shot een riem draagt en het volgende shot opeens niet.

Funky
Ook wisten de makers niet de juiste toon te zetten. Het is bewonderingwaardig dat het materiaal redelijk serieus benaderd werd. Tien jaar daarvoor durfden televisiemakers superhelden alleen maar met een flinke dosis camp op het scherm te brengen zoals in de serie Batman met Adam West. Toch ontkomt The Amazing Spiderman ook niet aan de nodige camp, al komt dat vooral doordat de serie nu gedateerd overkomt dankzij de jaren zeventig look. Daarbij bevat de soundtrack overdadig schallende trompetten en een vleugje discomuziek. Aan de andere kant geeft dit de serie juist een bepaalde curiositeitswaarde en een vleugje funk. Nicholas Hammond schiet duidelijk tekort als Peter Parker. In de meeste scènes speelt hij als een stijve hark. De charme waarmee Maguire van Peter een aandoenlijke nerd maakt, ontbreekt volledig in het spel van Hammond.

Vertaling met gebreken
Het grote manco van de serie is dat van het concept van de Spiderman-strip weinig is overgebleven. Peter is een student die zijn krachten krijgt tijdens wat labwerk. In de strip en in de film van Raimi wordt hij door de spin gebeten tijdens een schoolexcursie. Die setting is dramatischer en verhalender: Peter wordt eigenlijk bij toeval gebeten door de spin. In principe had het ook iemand anders kunnen zijn. In de televisieserie is Peter alleen als hij gebeten wordt.In de televisieserie komen weinig personages uit de comic voor: in de pilot speelt Tante May een rol en verder is J. Jonah Jameson een vaste speler die het leven van Peter zuur maakt.Omdat oom Ben is weggelaten ontbreekt een goede verklaring waarom Peter besluit met zijn krachten de wereld te helpen. In de serie wordt Ben immers niet vermoord door de moordenaar die Peter even daarvoor heeft laten gaan, omdat hij vond dat het niet zijn taak was om boeven te vangen. Het gegeven van ‘grote krachten geven grote verantwoordelijkheden’ wat zo centraal staat in de strips en in de films van Raimi ontbreekt daardoor volledig.

Doe maar gewoon…
In de serie vecht Spiderman tegen gewone mensen en niet tegen superschurken. Hier zijn enkele verklaringen voor te geven. In de eerste plaats wordt een televisieserie die op primetime wordt uitgezonden nooit alleen voor kinderen gemaakt. Volwassenen moeten er ook van kunnen genieten. Daarom probeert men de verhalen niet te fantastisch te maken. Door Spiderman het op te laten nemen tegen gewone schurken, blijft de verhaalwereld nog enigszins realistisch.In de tweede plaats is het budgettair niet erg aantrekkelijk om dure specialeffects te moeten gebruiken om de krachten van de schurken geloofwaardig te maken. Om dezelfde redenen hield men de serie The Incredible Hulk uit dezelfde tijd ook redelijk down to earth. De Hulk (Lou Ferrigno) is maar twee keer per aflevering te zien en dan niet erg lang. De meeste tijd is Bruce Banner (Bill Bixby) in zijn normale gedaante. Om volwassenen geïnteresseerd te houden werd de nadruk gelegd op human interest-verhalen en niet op het bovennatuurlijke.

Dat allemaal in het achterhoofd gehouden…. The Amazing Spider-Man is zeker de moeite waard om een keertje te bekijken. Goed, het pak zit slecht, het verteltempo is traag en deze Spiderman is niet altijd even handig: juist deze elementen (en de seventies uitstraling) maken dat de serie genoeg in zich heeft om een avondje even lekker te ‘genieten’. Probleem is echter dat de serie tot op heden niet officieel op dvd is uitgebracht. Gelukkig zwerven er op het internet nog enkele VHS versies. (En op YouTube zijn wat fragmenten te vinden, zie daarvoor ook de links in dit stuk.) Goed zoeken dus voor de liefhebber.

Categorieën
Fotoblog

Roode Steen bij nacht

Categorieën
Film Filmrecensie

Film: Bond mag met pensioen

Recentelijk schreef gastauteur Jeroen Mirck een terecht lovende recensie over de nieuwe Bond-film Casino Royale. Daniel Craig overtuigt hierin als een Bond van deze tijd en actrice Eva Green zet een atypische Bond-girl neer. Toch vraag ik me af of na bijna 45 jaar Bond-films het niet eens tijd wordt om het doek te laten vallen. Bond heeft zijn beste tijd langgeleden gehad. Toen de boeken van Ian Fleming succes kregen, besloot de schrijver een keer per jaar een nieuwe aflevering te schrijven. Het zou in principe hetzelfde verhaal worden, maar dan met een paar nuanceverschillen. Die opzet hebben de filmproducenten ter harte genomen, want nadat de formule volledig was uitgedacht met de derde flick Goldfinger, was elke nieuwe Bond-film een gerecyclede kopie van de voorgaande. De plot was hetzelfde, alleen de meisjes, de schurk en de locaties zagen er iets anders uit. GSM
Een hoop elementen die de Bond-films in het begin bijzonder maakten, zijn nu erg achterhaald. Exotische locaties zijn binnen handbereik in het tijdperk van Google Earth en goedkope tickets. Er worden zelfs hele wedstrijdige televisieprogramma’s op deze locaties opgenomen: Expeditie Robinson, Peking Express. Oogstuiterende stunts zien we in bijna alle actiefilms: een aflevering van 24 bevat bijna net zoveel actie als een hele Bond-film). En over mooie vrouwen struikel je in de media, of het nu televisie, film of interpret is. En iedereen heeft tegenwoordig zelf al Bond-like gadgets. Misschien dat daarom zo veelvuldig wordt gegrepen naar de gsm in Casino Royale. De vele parodieën die in de afgelopen jaren op het witte doek verschenen hebben Bonds coolness eigenlijk ook niet veel goeds gedaan. Om over de vele kopieën nog maar te zwijgen (dus zullen we het maar niet hebben over Onmogelijke Missies van Tom Cruise. Moeder
Met de komst van Pierce Brosnan kreeg Bond al een make-over: de emancipatie was ook niet aan de wereld van Bond voorbij gegaan. Niet alleen was M een vrouw (sommige theorieën omtrent Ian Fleming verhalen dat M voor Ian inderdaad Mother betekende, aangezien zijn moeder een nogal overheersende vrouw was), ook Moneypenny liet zich niet meer zo maar inpakken door de geliefde seksist. De Bond van de jaren zestig moest zich aanpassen aan de jaren negentig. Hij kreeg nog net geen schort voorgebonden en een luier in zijn handen gedrukt. Hoewel Brosnan het helemaal niet onaardig deed als Bond, werd voor mij bij iedere nieuwe aflevering steeds duidelijker dat 007 zijn beste tijd had gehad. Hij was achterhaald door de tijd en overbodig gemaakt als filmheld. Toen in de laatste film een deel van de stunts ook nog werden overgenomen door doorzichtige digitale animaties, verdween daarmee het laatste bestaansrecht van de filmreeks. De Bond-films hadden voorheen altijd als stokpaardje dat de stunts – hoe extravagant ze ook waren – werkelijk werden uitgevoerd.
Bond begins
Daarbij had Bond alles al tig keer gedaan en viel er weinig verandering te verwachten in de toekomst. En wie geen toekomst heeft kan alleen nog maar terugblikken. De producenten konden met Casino Royale dus maar een kant op: terug tot de bron. Letterlijk in de zin dat Casino Royale het eerste boek was dat Ian Fleming over Bond schreef, en figuurlijk in de zin dat de begindagen van James als geheimagent worden verhaald. In feite hebben de filmmakers dus iets geleerd van Batman Begins waarmee Warner Bros. een op leven na dode franchise opnieuw wist te reanimeren. Casino Royale is een prima actiefilm geworden, maar is vooral interessant op de momenten dat wordt afgeweken van de sleetse Bond-formule. Dat geldt vooral voor het tweede deel van de film: als Bond het opneemt tegen Le Chiffre aan de goktafel en de romance tussen Vesper en James zijn hoogtepunt bereikt. Net als bij de films Licence To Kill en On Her Majesty’s Secret Service, is Bond het meest interessant als we hem als mens zien. Iemand die bereid is zijn carrière in de wind te slaan om een vriend te wreken of door verliefd te worden.
Eigenzinnig
Overigens is de scène aan de goktafel natuurlijk wel een typisch James Bond sjabloon, we mogen hier echter de stevige factor die Daniel Craig is niet over het hoofd zien. Hij weet een eigenzinnige draai te geven aan Bond. De eigenzinnigheid van Casino Royale is voor een deel ook te danken aan de frisse verschijning van Eva Green, die meer een klassieke femme fatale neerzet zoals we die kennen uit film noir. Ze is een atypisch Bond-meisje dat zowel de glamour heeft van weleer als dat ze als hedendaagse vrouw stevig in haar schoenen staat. Toch is de gokscène niet zo spannend als ze had kunnen zijn en zoeken de filmmakers het vooral in de actie rondom deze scène dan in de confrontatie tussen Bond en Le Chiffre zelf. Door de afwijkende elementen is Casino Royale boeiend genoeg als Bond-film. Wat mij betreft zou de film een waardig afsluiter zijn en wordt er na deze 21e aflevering een punt achter de serie gezet voordat de nieuwe frisheid opnieuw een sleets sjabloon wordt. Gezien de recettes is er weinig kans van dat de producenten van ophouden weten. Ook heeft Craig al getekend voor meerdere films.Zie ook Jeroen Mircks recensie.

Categorieën
Film Strips

The trouble with Superman

Sinds de jaren veertig is iedere generatie opgegroeid met een versie van Superman op het witte doek of op het kleine scherm. Je kunt je afvragen of al deze aandacht terecht is, want Superman is namelijk de meest ongeloofwaardige en saaie superheld die er is. Hoe zorg je dat het publiek met een onoverwinnelijke Superman meeleeft?

Superman is een saaie voorspelbare held. Clark Kent is het product van zijn opvoeding: groot geworden in de schoot van zijn liefhebbende adoptie-ouders, is hij vergiftigd met allerlei goede karaktereigenschappen. Superman representeert natuurlijk het goede in de mens. Aangezien hij goddelijke krachten bezit is dit een geruststellende gedachte – een kwaadwillende Superman zou over de gehele wereld kunnen heersen.

Bad guy
De eerste versie van Superman die Jerry Siegel en Joe Shuster bedachten, was dan ook een echte schurk. In het verhaal The Reign of the Superman, lijkt hij een voorloper van Lex Luthor: een glimmend kaal hoofd en gebrand op domineren van de wereld. Toen Siegel en Shuster uit commercieel oogpunt Superman in een held veranderden, was hij in het begin erg hard voor criminelen – al was zijn collega Batman meedogenlozer.

Na de Tweede Wereldoorlog stelde hoofdredacteur Whitney Elssworth enkele richtlijnen op voor alle helden van DC Comics, waarmee Superman werd gedegradeerd tot de vriendelijke padvinder zoals we hem nu kennen. Behalve dat hij door zijn rechtlijnigheid saai en voorspelbaar is, kampt Superman ook met een geloofwaardigheidsprobleem.

Hypnose
Omdat Superman geen masker draagt, is de scheiding tussen Clark Kent en zijn alter ego nogal doorzichtig. In de strip Superman #330 uit 1978 wordt een verklaring gegeven waarom een doortastende journalist als Lois Lane nog nooit de vermomming van Clark heeft doorzien. In het verhaal wordt uitgelegd dat Superman zijn superhypnose gebruikt om mensen een Clark Kent te laten zien die breekbaarder en kaler lijkt dan hij werkelijk is. Beide mannen lijken genoeg op elkaar om de gelijkenis enigszins verdacht te maken, maar door de hypnose lijken de verschillen te groot om ze één man te laten zijn. De brilglazen, gemaakt van de ramen van de raket waarin Superman naar de aarde gezonden is, versterken de hypnosekracht om de illusie in stand te houden. Helaas is in latere comics nooit meer gebruik gemaakt van deze creatieve oplossing.

Superman Returns biedt overigens ook geen bevredigend antwoord op deze kwestie. In de film wordt hier en daar wel een grapje gemaakt over de gelijkenis tussen Clark en Superman, maar meer dan een knipoog naar het publiek is het niet. Misschien kan geloofwaardigheidsprobleem in een volgend deel worden uitgewerkt.

Gezin
Wat Superman tot slot minder boeiend maakt dan zijn collega’s, is zijn onoverwinnelijke kracht. Het is moeilijk spanning in een verhaal te creëren als je held onverslaanbaar is. Eén oplossing hiervoor is om het conflict op het emotionele vlak te zoeken. In Superman Returns speelt de klassieke vraag hoe een superheld een normaal leven kan leiden, met plaats voor een gezin en kinderen, een belangrijke rol. Superman is eigenlijk het ex-vriendje dat met pijn in het hart moet toezien hoe zijn vriendinnetje geschaakt is door een ander. Lois heeft sinds het vertrek van Superman een ‘normaal’ leven, inclusief gezin. Is dat wel weggelegd voor iemand die Beschermer van de Mensheid als baan heeft? Spider-Man kampt met dezelfde vraag.

Om het probleem van onoverwinnelijkheid van Superman op te lossen, maken Singer en zijn schrijversteam gebruik van een beproefd concept: ze maken een kwetsbaar mens van hem. Wanneer Superman in de val wordt gelokt door Luthor, is hij ernstig verzwakt door het eiland van kryptoniet waar ze zich op bevinden. Superman wordt geschopt en geslagen door de handlangers van Luthor. De misdaadbaas zelf dient de genadesteek toe met een geïmproviseerd mes van kryptoniet. De rauwe scène doet denken aan de manier waarop in gevangenisfilms doorgaans met een tegenstander wordt afgerekend. Het is een indrukwekkend tafereel waarin Superman tot menselijke proporties wordt teruggebracht. Juist omdat Superman niet opgeeft op dit soort moeilijke momenten symboliseert hij het goede in ons.

Brandon Routh als Superman
Brandon Routh als Superman

Dit concept van een verzwakte Superman werd overigens ook in Superman II gebruikt. Nadat Clark zijn krachten vrijwillig opgaf om met Lois het bed te delen, wordt met hem de vloer aangeveegd door een asociale trucker.

Tijdelijk dood
Sinds zijn debuut in 1938 is er veel gesleuteld aan Superman, al is hij in grote lijnen hetzelfde gebleven. Een belangrijk moment in de stripgeschiedenis van Superman is de serie van John Byrne – Man of Steel uit 1986. Byrne actualiseerde de geschiedenis van Superman en zwakte enkele van zijn krachten af. Tijdreizen was er niet meer bij; zijn onkwetsbaarheid en supersterkte werden ook verminderd. Superman werd er menselijker door. Zo menselijk, dat hij in 1993 doodgeslagen kon worden door het monster Doomsday. Natuurlijk was deze ‘dood’ maar tijdelijk, en na een viertal Superman-imitators kwam uiteindelijk de enige echte weer terug.Superman representeert zoals alle superhelden de wensversie van onszelf. Graag zouden we buitengewone krachten bezitten om ons te onderscheiden van de normale mensen. Helaas zijn de meeste van ons een versie van Clark Kent – stuntelig, onopvallend en heel normaal.