Categorieën
Minneboo leest Strips Video Vlog

StripNieuws onder de loep | 307

Het werd eens tijd om een blik te werpen in StripNieuws, het stripinformatietijdschrift van het Stripschap. Dit blad verschijnt vier keer per jaar met artikelen, strips en recensies. Wat is jouw indruk van het blad?

Categorieën
Strips

Jan Kruis (1933-2017)

Stripmaker, illustrator en schilder Jan Kruis (Rotterdam, 1933) is 19 januari overleden in zijn woonplaats Mantinge in Drenthe. Hij was al enige tijd ziek. Kruis is 83 jaar geworden.

Jan Kruis met Jean-Marc van Tol.
Jan Kruis met Jean-Marc van Tol.

We kennen hem natuurlijk als maker en geestelijk vader van de strip Jan, Jans en de Kinderen. Ik denk dat er weinig Nederlanders zijn die deze familiestrip nog nooit hebben gelezen. Hele generaties groeiden op met de avonturen van de familie Tromp. Het is dan ook een van de beste Nederlandse strips.

jan_kruis_katerMet Jan, Jans en de Kinderen heeft Kruis duidelijk zijn stempel gedrukt op de Nederlandse strip en onsterfelijke personages geschapen. Ook wist hij altijd zijn vinger op de tijdsgeest te leggen. Kruis baseerde de stripfiguren op zijn eigen gezin en liet zich voor de verhalen vaak door zijn gezin inspireren.

Van 1970 tot en met 1998 maakte Kruis Jan, Jans en de Kinderen voor Libelle. Daarna gaf hij het tekenstokje over aan Studio Jan Kruis en sindsdien worden de afleveringen van deze strip dus door anderen gemaakt.

In 2007 verscheen een stripbewerking door Kruis van Multatuli’s Woutertje Pieterse. Ook maakte hij nog gelegenheidsalbums voor de Leprastichting. Kruis maakte ook schilderijen. Op de comiclopedia van Lambiek staat een uitgebreid cv van Kruis.

Jan Kruis te midden van zijn creaties.
Jan Kruis te midden van zijn creaties.

In 2010 kreeg Kruis de Marten Toonderprijs voor zijn gehele oeuvre. Ik interviewde hem vlak voor de ceremonie, de enige keer dat ik hem professioneel sprak.

Ik neem aan dat jullie allemaal vroeger de strips van Jan lazen. Mocht je daar nog een leuke anecdote of herinnering aan hebben, schroom niet om deze in het commentformulier te delen. Hallie Lama deelde dit mooie eerbetoon op Twitter vandaag:

hallie lama jan kruisFokke & Sukke zijn ook verdrietig:

fokke en sukke jan kruisRobert van der Kroft haalde deze illustratie uit zijn archief: Catootje en Jeroen, als Sjors en Sjimmie.

jan jans sjors sjimmie

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatjes onder de loep: Een grappig familieportret

Jan, Jans en de Kinderen is de Nederlandse familiestrip bij uitstek en verschijnt al sinds 1970 in het vrouwenblad Libelle. Stripmaker Jan Kruis (Rotterdam, 1933) baseerde de stripfiguren op zijn eigen gezin en liet zich voor de verhalen vaak door zijn gezin inspireren. Tot op zekere hoogte kun je de verhalen over de familie Tromp dus als een autobiografisch familieportret beschouwen.

De hoofdrolspelers zijn vader Jan Tromp, zijn vrouw Jans, dochters Karlijn en Catootje, opa, de vader van Jan, en Jeroen, het vriendje van Catootje. Later zou het nakomertje Gert zijn opwachting maken. Een interessante rol is in de strip weggelegd voor de huisdieren van het gezin Tromp: de grote rode je-weet-wel-kater, Loedertje de Siamese kat en de teckel Lotje. De dieren geven vaak komisch commentaar op de gebeurtenissen.

jan_kruis_katerJe-weet-wel-kater
Mijn favoriet is altijd de Rode Kater geweest die soms in soloafleveringen lekker zit te filosoferen. Die strips ontstonden vaak als de stripmaker tijdnood had, want deze kon hij lekker snel tekenen. In bovenstaand fragment speelt de Rode Kater ook een belangrijke rol, al is de scène niet afkomstig uit een van de soloafleveringen. Net als zijn soortgenoten heeft de kater soms de kolder in zijn kop en springt hij plotseling van de bank om als een gek door de woonkamer te rennen en via de gordijnen en de boekenkast weer op de bank tot rust te komen. Ondertussen schrikken de gezinsleden zich natuurlijk rot. Heel herkenbaar: mijn kat had daar vroeger ook vaak last van.

Herkenbaarheid is een belangrijke factor voor het succes van deze familiestrip. Kruis speelde ook vaak in op maatschappelijke verschijnselen als BOM-vrouwen en trends als microbiologisch voedsel.

Bijrol
cover_jan_jansKruis duikt zelf ook op in zijn strip. Meestal als figurant, maar in een aflevering uit het tweede album heeft hij een sprekende rol, namelijk als zichzelf. We treffen de stripmaker aan als hij door een stel bewakers uit het pand van de rijksbelastingen wordt geduwd. Boos wil hij een steen naar binnengooien, maar wordt door Jan en Jans tegengehouden. Dan legt Kruis uit waarom hij zo boos is:
‘Weet u, ik ben maar een eenvoudig tekenaar. Ik teken plaatjes in weekbladen en zo. Geen onaardig vak, al zeg ik het zelf. Alleen ben ik zo onnozel geweest om te denken dat ik alles wat ik met deze handjes heb verdiend óók weer met deze handjes mocht uitgeven. Ach mensen, wat een vergissing! Net toen ik geen cent meer had, kwam de belasting. Alles.. ALLES heb ik moeten verkopen om hun mateloze hebzucht te kunnen bevredigen…’

En nu moet Jan ook zijn Marietje verkopen. De personages denken dat hij hier een meisje mee bedoelt of een dier, en beloven voor haar te zorgen. Maar in het laatste plaatje op de pagina blijkt dit de naam te zijn van zijn rode MG uit 1950. De familie Tromp koopt de auto over van de tekenaar. ‘Omdat het geld toch allemaal naar de belasting moest, wilde de verdrietige tekenaar er niet al te veel voor hebben,’ schrijft Kruis. Het is een leuke scène die menig belastingbetaler bekend zal voorkomen. Soms lijkt het alsof je alleen maar werkt om de staatskas te spekken. In het televisieprogramma Beeldverhaal vertelt Kruis dat deze strip inderdaad gebaseerd is op het moment dat hij opeens veel belasting moest betalen. Hij bracht Marietje daarom tijdelijk onder bij een vriend, want anders was hij haar kwijt geweest.

Jan_Kruis_autoWeerzien
In 1999 gaf Kruis het tekenstokje over aan Studio Jan Kruis en sindsdien worden de afleveringen van Jan, Jans en de Kinderen dus door anderen gemaakt. In 2010 sprak ik de stripmaker vlak voordat hij de allereerste Marten Toonderprijs kreeg uitgereikt. Ik vroeg hem of hij zijn strip niet miste en of hij tevreden was over wat de Studio met zijn geesteskinderen gedaan heeft: ‘Ik zeg altijd dat ik er afscheid van genomen heb, ze zijn als het ware gemigreerd en met de Marten Toonderprijs stonden ze na ruim tien jaar weer bij me op stoep. Na zo’n tijd verandert iedereen een beetje en zij ook. Toch was het een plezierig weerzien.’

Geschreven voor en gepubliceerd in Eppo (2015).

Categorieën
Strips

Tekenles van meestervervalser Gerben Valkema

Van het bijdehante stripfiguurtje Elsje is het achtste album uit. Stripmaker Gerben Valkema is echter ook een zeer verdienstelijke ghosttekenaar. ‘Bommel moet als Bommel voelen.’

cover_elsje-8‘Het leuke aan Elsje is dat ze geen restricties heeft die wij wel hebben. Veel mensen vinden haar bot, maar dat valt wel mee. Ik heb een dochter van drie, nou dat is ook een bot ding soms. Zo zijn kinderen,’ aldus tekenaar Gerben Valkema (1980) die samen met scenarist Eric Hercules de humorstrip Elsje maakt die draait om het gelijknamige, bijdehante basisschoolmeisje. De strip verschijnt in 15 regionale dagbladen en Eppo stripblad; het nieuwste album is net uit.

Als Valkema even genoeg heeft van Elsje tekenen, maakt hij voor de lol en de oefening een tekening van bijvoorbeeld Robbedoes of Johan en Pirrewiet. Of hij mengt Elsje in andere stripwerelden. Zo tekende hij haar in een cover van het fictieve album Asterix niet bij de Batavieren toen er op Facebook gegrapt werd wanneer het Gallische duo eens naar Nederland zou komen.

Elsje en Asterix
Valkema is goed in staat om op overtuigende wijze stripfiguren van anderen te tekenen en zich hun stijl eigen te maken. ‘Als kind oefende ik al met bestaande stripfiguren en dat ben ik blijven doen omdat het leuk en leerzaam is. Eigenlijk ben ik altijd al een soort ghosttekenaar geweest. Misschien heb ik een natuurlijke aanleg om mezelf te verplaatsen in andermans lijnvoering.’

Basisvorm
Op zijn achttiende werd Valkema uit de stripwinkel waar hij werkte geplukt door Jan Kruis die nieuw talent zocht voor zijn studio. Valkema begon zijn carrière dus als ghosttekenaar van onder meer Jan, Jans en de kinderen. ‘Ik dacht, binnen een maand of twee heb ik mijn eerste pagina wel gemaakt, want dat krasserige lijntje van Kruis kan ik wel tekenen. Maar hoe je die lijn zet en waar die moet staan, dàt is tekenen. Kruis kwam in het begin langs op de studio. Hij legde mijn tekening op de lichtbak en gaf tips. Heel leerzaam. Het was voor mij een openbaring om te ontdekken dat Jan, ondanks al zijn ervaring, nog steeds eerst een basisvorm van rondjes en stangetjes neerzette als hij zijn figuurtjes tekende. Veel tekenaars die ik hoog heb zitten werken zo. Er zit veel aandacht in de constructie van de figuren.’

Bij de redactie van Donald Duck die in hetzelfde pand zat, kopieerde Valkema de modelsheets van Disney-figuren om die thuis te leren tekenen. Handig, want later werkte hij voor Disney en maakte covers en parodieën van cd-hoezen voor de Donald Duck.

heerbommel_i-padden_cover

Heer Bommel
Omdat Valkema een soort meestervervalser is, wordt hij wel eens gevraagd voor speciale projecten. In 2012 tekende hij prachtige pastiches van Heer Bommel en Tom Poes in het verhaal Heer Bommel en de i-Padden, geschreven door Patty Klein voor het honderdjarige bestaan van de Vereniging van Bibliothecarissen. Was het moeilijk voor Valkema om zich de Toonder-stijl eigen te maken? ‘Dat was heel frustrerend. Ik kijk altijd goed naar de basisvormen van de figuurtjes en bij Bommel krijg je op de een of andere manier niet je vinger erachter hoe die in elkaar steken. Ik heb een meter Bommelboeken en die nam ik door. Dan valt je opeens op dat stripfiguren niet consequent getekend worden. Het ene moment is het hoofd groot, dan weer klein. Dan heeft ie dikke handen, dan kleine. Op een gegeven moment ben ik gewoon aan de slag gegaan om te zien waar het schip zou stranden. Ik heb mezelf constant gecorrigeerd door bijvoorbeeld de tekening te spiegelen, dan zie je de fouten sneller. Wil Raymakers, ook Bommel-tekenaar en codirecteur van de Toonder Compagnie, heeft me aanwijzingen gegeven, zoals: “Je oortjes staan teveel naar achteren.” Uiteindelijk is het wel Bommel geworden, al zien mijn collega’s wel dat ik het getekend heb.’

De wording van een plaatje uit Gerbens Bommelstrip
De wording van een plaatje uit Gerbens Bommelstrip

Grote borsten

Agent 327 en Olga Lawina, misschien wel de bekendste vrouw uit de reeks. Illustratie: Martin Lodewijk
Agent 327 en Olga Lawina, misschien wel de bekendste vrouw uit de reeks. Illustratie: Martin Lodewijk

Omdat Martin Lodewijk dit jaar 75 werd, werkte Valkema mee aan een speciale strip voor Eppo waarvoor hij de personages uit de strip Agent 327 voor zijn rekening nam. ‘Ook voor Lodewijk geldt dat hij niet twee keer hetzelfde figuur tekent. Als je in de stijl van een ander tekent, wil je iets op voorbeeldmodel kunnen tekenen, maar dat model bestaat eigenlijk niet. Wat het uiterlijk van die poppetjes betreft is er een soort centrum waar binnen ze zich bewegen. Daar binnen zit aardig wat rek. Het is niet zoals bij Disney dat alles precies uit te meten is. De oren van Mickey Mouse zijn altijd even groot bijvoorbeeld. Om Agent 327 te tekenen heb ik goed op details gelet: ik teken bijvoorbeeld de oren van 327 veel kleiner dan Lodewijk dat doet. Ik moest mezelf constant corrigeren om die oren naar mijn gevoel onnatuurlijk groot te tekenen. Hetzelfde geldt voor de borsten van Olga Lawina. Ik heb ze al een paar keer gecorrigeerd en nog steeds zijn ze niet zo groot als dat Martin ze zou maken. Dat durf ik niet. Ik denk niet dat ik weg kan komen met die borsten.’

Zwendel-Elsje-K2

Welke tips heeft Valkema voor potentiële stripvervalsers? ‘Teken vooral veel van goed verkopende tekenaars na en stop ze allemaal op veilingsite Catawiki. Dan word je slapend rijk,’ zegt hij lachend. ‘Maar zonder gekheid: je moet je heel goed in de oorspronkelijke stijl verdiepen. Bij Studio Jan Kruis pakte ik een tekening van Daan Jippes, daar legde ik een velletje overheen om de basisvormen en de actielijn van hem over te nemen. Daarna legde ik Daans illustratie weg om mijn eigen tekening af te maken. Deze vergeleek ik dan met de zijne om te zien wat ik gemist had. In het begin tekende ik nog wel figuurtjes na of trok ze over om te zien hoe ze in elkaar zitten. Nu niet meer. Na 15 jaar moet ik gewoon naar een plaatje kunnen kijken en deze als het ware projecteren. Als je Bommel tekent dan moet hij als Bommel voelen. Als alle details op hun plek vallen dan hoef je niet precies de Bommel te tekenen zoals je hem uit een bepaald plaatje kent, maar dan voelt hij alsof je hem kent.’

Eric Hercules & Gerben Valkema. Elsje #8
Don Lawrence Collection

Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #1 (2015).

Categorieën
Strips

Komische stripduo’s 3: Eric Hercules en Gerben Valkema

De Nederlandstalige stripwereld kent een paar succesvolle komische stripduo’s: stripmakers die graag met elkaar werken aan humoristische strips. Sommige duo’s zijn al zo lang bij elkaar, dat hun samenwerking een tweede huwelijk lijkt. Aflevering drie in een serie van drie: duo Eric Hercules en Gerben Valkema. Hoe is de samenwerking ooit begonnen? Hoe is de onderlinge taakverdeling? En kunnen ze nog zonder elkaar?

Het bijdehante meisje Elsje is een graag geziene gast in Eppo. De vaders van Elsje, Eric Hercules en Gerben Valkema, werkten zo’n tien jaar geleden voor het eerst samen toen ze voor het blad Bobo een spin-off maakten van Jan, Jans en de kinderen, een stripje over Catootje en Jeroentje.


Valkema werkte toen net voor Studio Jan Kruis, terwijl Hercules zijn schrijversstrepen al had verdiend met scenario’s voor televisie. Hoi Pipeloi was de eerste strip die Hercules schreef, Valkema was toen net serieus bezig als stripmaker. Het project duurde maar twee jaar, maar was het begin zijn van een vruchtbare samenwerking. ‘Gerben en ik hebben toen enorm veel met elkaar aan de telefoon gehangen,’ vertelt Hercules. ‘Eerst voor Hoi Pipeloi en daarna voor pagina’s in Jan, Jans en de kinderen. We hebben het over alles gehad. Van verhaalstructuur tot vlakverdeling, van grappen maken tot grappen weglaten.’

Geboorte van Elsje
Elsje werd geboren in een weekend in 2005, toen Hercules met familie en Valkema in een familiehuis in Destel-Bergen (vlakbij Gent) verbleef. Valkema liet de scenarist zijn schetsboekje zien. ‘Daarin stond qua uiterlijk het basispersonage van Elsje in. Maar het was zo’n afschuwelijk lief meisje, dat ik haar een tegengesteld karakter wilde geven.’  In de weken erna bedacht het duo een veertigtal plotjes, waarvan Valkema er twintig uitwerkte. Ze waren er allebei zo enthousiast over dat ze er wel iets mee moesten doen. Ze stuurden een boekje op naar verschillende krantenredacteuren. Al snel verscheen de dagstrip in de kranten van de Wegener Groep en HDC Media. ‘Het was een gelukkig toeval dat men net een strip zocht die een jongere doelgroep en lezeressen zou aanspreken,’ zegt Hercules.

Het dynamische duo poseert.

Het stripduo heeft een open samenwerking. In alle stadia van het proces werken ze nauw samen en overleggen ze met elkaar. Van het idee tot en met de inkleuring van de strip, reageert de een op het werk van de ander. Beide mannen letten daarbij op de details. ‘Het commentaar kan slaan op een punt, een komma, een lijstje, een druppeltje of een oog, de houding van een hand of een gezichtsuitdrukking,’ zegt Hercules. ‘We zijn allebei mierenneukers. Zolang we elkaar van ons gelijk kunnen overtuigen, hebben we er allebei geen moeite mee om iets te veranderen.’

De samenwerking verloopt steeds gestroomlijnder. In het begin stuurde Valkema nog zijn thumbnails (kleine schetsjes, – red.) op naar Hercules, maar tegenwoordig is de geschetste strip genoeg en verwerkt de tekenaar het commentaar van Hercules meteen in de inktversie. Ze werken minimaal twee weken vooruit. In een week tekent Valkema zes strookjes Elsje en doet daarnaast nog veel ander tekenwerk.

Spiegelbeeld
Natuurlijk hebben ze ook wel eens een discussie. ‘Bij Gerben zit een steekje los,’ grapt Hercules, ‘Hij denkt namelijk gespiegeld. Soms vertaalt Gerben mijn scenario precies in tegenovergestelde richting als dat ik het me had voorgesteld. Soms maakt dat uit voor de betekenis van wat ik wil vertellen, of maakt het een grapje naar mijn mening minder krachtig. Daar hebben we wel eens heftige discussies over.’

Toch is Hercules erg blij met zijn partner. ‘Spelregie is Gerbens grootste kracht. Hij laat zijn personages goed acteren en let op houding, gezichtsuitdrukking en vlakverdeling.’

Dit artikel is ook in Eppo#07 (2011) gepubliceerd.