Categorieën
Comic Book Cities Strips

Comic Book Cities: Amsterdam

Plaatje uit de strip van Wasco.

Wasco tekende de markt in Amsterdam West in een van zijn strips. Natuurlijk doet in de wereld van Wasco een pinguïn de boodschappen.

Uit: Gasten van Guido van Driel.

Guido van Driel gebruikte Amsterdam als decor van zijn strip Gasten.

Peter Pontiac tekende het bezoek van Robert Crumb aan Amsterdam op. In een strip voor Highlife toont Pontiac hoe uitgever Hansje Joustra (weergegeven als stripfiguur DirkJan) samen met Pontiac (potlood) de beroemde stripmaker Robert Crumb meeneemt naar een coffeeshop die naar hem is vernoemd.


Het Oudekerksplein in Amsterdam uit het album Suske en Wiske: Suske de Rat getekend door Luc Morjaeu.

Categorieën
Striprecensie Strips

Robert Crumb’s Bible of Filth

Bij Scratch Books is Robert Crumbs Bible of Filth uitgebracht. Een verzameling van zijn seksuele fantasieën en uitspattingen. Wie het werk van Crumb kent weet dat hij daarin nogal lekker ver kan gaan, al is de seks in zijn strips voor de lezer niet opwindend, maar eerder hilarisch.

Robert Crumb (Philadelphia, 1943) is een van de vaders van de Amerikaanse underground comics en een van de beste voorbeelden van een autobiografische stripmaker die zijn strips gebruikt om zijn mening te laten horen. In zijn strips laat hij zich kritisch uit over de Amerikaanse cultuur en vertelt hij openlijk over zijn seksleven en fetisjen. Hij heeft namelijk een duidelijk voorkeur voor sterke vrouwen met dikke kuiten en ronde billen. Je zou de strips therapie op papier kunnen noemen, ware het niet dat patiënt Crumb nooit is genezen. Gelukkig maar.

In 2009 kwam van Crumb zijn verstripping van het Bijbelverhaal Genesis uit. Vier jaar spendeerde de tekenaar aan dit project, dat vooral als doel had om te laten zien hoe belachelijk de bijbel eigenlijk in elkaar steekt. Crumb is dus geen fan van religie. En zijn ‘vieze’ bijbel is dan ook een mooie middelvinger naar religieuze dwaallichten.

Size matters
De grote grap is dat het boekje er ook daadwerkelijk uitziet als een bijbel. De cover is sober, het boekje bevat een leeslint en de strips zijn gedrukt op bijbelpapier. De uitgave is even groot als een bijbel. Een nadeel hiervan is dat sommige stripplaatjes nu klein uitvallen, waardoor ze moeilijker te lezen zijn. Vooral als Crumb veel tekst in een kader propt. Dat is jammer, want het tekenwerk is van de meester is prachtig en vaak vol details. Dat soort illustraties wil je eigenlijk groot zien.

Bible of Filth is een herziende editie. De eerste editie werd gepubliceerd door de Franse uitgever Futuropolis in 1986, en is nooit uitgebracht in de VS. Deze nieuwe editie is uitgebreid met stripwerk uit de periode 1968 tot en met 2006. De comics zijn zorgvuldig gerestaureerd. De strips zijn niet vertaald maar gewoon in het Engels.

Censuur
Uitgever Hansje Joustra vertelde me laatst dat ze met grote moeite een drukker konden vinden. In China, Oost-Europa en Turkije wilden ze er niet aan. Niet zo gek natuurlijk, want daar doen ze heel moeilijk over pornografie. Onnodig moeilijk als je het mij vraagt. Want (bijna) iedereen heeft seks, maar we mogen het er anno 2017 volgens sommige mensen eigenlijk niet over hebben.

Ik denk dat een hypocriete, humorloze christen als Sybrand Buma dit boekje ook niet vrijwillig zal openslaan. Niet waar anderen bij zijn in ieder geval. En dat terwijl deze strips eerder de lachspiegel stimuleren dan andere lichaamsdelen. Er is dan ook weinig subtiels aan, ook niet aan de tekenstijl van Crumb die bijvoorbeeld zwarte mensen op zo’n stereotiepe manier afbeeldt dat de anti-zwartepietencommissie daar niet vrolijk van zal worden. Vroeger kon dat nog, nu kijken we daar anders tegenaan. Je moet dit werk dus in zijn historische context beoordelen, niet naar huidige, overdreven politiekcorrecte maatstaven.

Daarom hulde voor de medewerkers van Scratch Books, omdat ze samen met Robert Crumb een dikke middelvinger opsteken aan alle moraalridders, hypocrieten en humorlozen. De rest wens ik veel leesPLEZIER.

Robert Crumb. Bible of Filth.
300 pagina’s, zwart-wit
.
Uitgeverij Scratch Books, €29, 90

 

Categorieën
Daily Webhead Minneboo leest Strips Video

Dode Varkens van Ben Vranken

Dode Vakens is een dik, mooi uitgegeven boek met een selectie van het beste werk van Ben Vranken.

Ben Vranken signeert. Foto: Michael Minneboo.

In 1984 stuurde de Zeeuwse stripmaker en illustrator Ben Vranken (Vlissingen, 1962) een strip naar uitgeverij Van Wulften BV in de hoop dat ze zijn werk wilden uitgeven. Bijna een jaar later en toevallig vlak nadat Frits Jonker over Vrankens werk in een column had geschreven, kreeg hij pas een schrijven terug. Een afwijzingsbrief waarin Bens strip werd beoordeeld als ‘nogal mager, weinig boeiend en verrassend. De tekenstijl is overigens veel belovend.’

Ruim 32 jaar later ligt er een vuistdik boek genaamd Dode Varkens, met daarin opgenomen een selectie van Vrankens beste verhalen in stripvorm, met toelichting van de maker. Het boek is verrijkt met een mooi dossier met daarin onder andere bovenstaande brief, en Vrankens correspondentie met Frits Jonker. De uitgever van het boek: Ger van Wulften. Precies, dezelfde, al heet zijn uitgeverij nu Xtra.

Zondag 18 juni werd Dode Varkens gepresenteerd. Tijdens de presentatie in club Akhnaton signeerde de illustrator boeken voor zijn lezers.

Vlak voor de signeersessie maakten Vranken en ik kennis met elkaar. Een sympathieke kunstenaar, die in zijn werk een wereld schept die vooral gekenmerkt wordt door verval en een beklemmende sfeer. Maar ondanks de post-apocalyptische landschappen en de sombere toon, kent het werk ook veel ironie en zwarte humor.

Vranken is een eigenzinnige tekenaar die altijd zijn eigen weg op is gegaan. Hij maakte illustraties voor onder andere De Telegraaf, de VolkskrantArcheologie Magazine en het Nationaal Historisch Museum. Zijn strips en illustraties bewaarde hij jarenlang in natte, kartonnendozen. Voer voor papiervisjes. Een deel van het werk is opgegeten door de papierversnipperaar.

Hiernamaals
De titel van zijn boek verwijst naar een van de verhalen uit de bundel. Een mooi verhaal waarin Vranken een bijzondere visie toont op het hiernamaals. De titel Dode Varkens klinkt weinig commercieel, maar dat zijn z’n strips eigenlijk ook helemaal niet. Wat ze wel zijn is uniek, met een geheel eigen stijl en geluid. Zoals filmregisseur Erik de Bruyn al in zijn voorwoord zegt: ‘De strips van Ben Vranken zíjn kunst. En net als bij een autonoom conceptueel modern werk het geval kan zijn, moet je soms wat moeite doen om het tot je te nemen. Maar dan word je meegezogen in Vrankens wereld.’

Vrankens werk beantwoordt een vraag die me regelmatig te binnenschiet: bestaat er nog steeds underground in Nederland? En dan bedoel ik natuurlijk underground-strips.

De Amerikaanse underground-scene van weleer, met onder andere Robert Crumb, Spain Rodriguez en Gilbert Shelton, spreekt namelijk enorm tot mijn verbeelding. Stripmakers die dwars tegen de heersende consensus in gingen en hun eigen verhalen vertelden. Verhalen vol seks, drugs, surrealistisme en autobiografische elementen. In Nederland denk je dan meteen aan Peter Pontiac. Wasco. Mark Smeets.

Je kunt de Nederlandse stripwereld natuurlijk cynisch bekijken en zeggen dat die eigenlijk helemaal underground is, want het is een kleine niche die door het grote publiek voor het merendeel wordt genegeerd. Maar die stelling kan ik niet verdedigen, ook al komt het toch vaak neer op werk in de marge.

Maar Vranken, da’s wel underground. En dat bedoel ik als compliment: graag zie ik meer van dit soort eigenzinnige makers. Ik besteed er dan ook graag aandacht aan. Sterker nog, door de middag in Akhnaton besefte ik weer eens dat dit eigenlijk mijn werk moet zijn: het aankaarten van makers zoals Vranken, en bloggers zoals de eerdergenoemde Frits Jonker. Laat Van Nieuwkerk de mainstream maar behandelen. Laat anderen meer die rivier van papier van middelmatige strips recenseren. Geef mij maar de tekenaars die krabbelen in de marge, die hun eigen hang-ups en frustraties onder ogen zien en verwerken in verhalen. Ik geef ik graag een podium op mijn blog of in een tijdschrift. Ik ga me vanaf nu nog meer bezighouden met wat mij boeit en de ruis negeren.

Bezwering
Over de opgenomen pagina’s uit zijn schetsboeken schrijft Vranken: ‘Waarschijnlijk was dat hele tekenen een soort bezweringsritueel: door het verbeelden van allerlei ellende hoop je dat die in het echt je deurtje voorbij gaat. Bovendien vormt het een prima uitlaatklep voor je frustraties en voorkomt het tekenen van geweld dat je in de supermarkt oude vrouwtjes ondersteboven rijdt met je winkelwagen.’ De oude vrouwtjes en de lezers mogen Vranken dankbaar zijn.

Op dit moment heb ik het boek nog lang niet uit, maar dat vind ik wel fijn. Het is zo’n boek dat je af en toe moet oppakken om te bladeren of verder te lezen. Tot nu toe vind ik het allemaal inspirerend, net zoals de dikke boeken van Serge Baeken barst Dode Varkens van de creatieve energie. Ook die worden uitgegeven door Xtra. Dat is natuurlijk geen toeval.

Dode Varkens is een mooie uitgeven, dikke bloemlezing met harde kaft. Het werk van Ben Vranken zal lang niet aan iedereen besteed zijn (want hé, underground, dus) maar een aanrader voor iedereen die toe is aan iets anders. Pak het eens op in de winkel en blader erdoorheen. Is het niets voor je, leg het terug, maar waarschijnlijk wil je erin blijven lezen.

Ben Vranken. Dode Varkens.
Uitgeverij Xtra, 384 pagina’s · € 34,90
ISBN 9789490759919

En dan nu nog even een bonusvideo van de eerste tekening die Ben maakte die middag tijdens de signeersessie. De muziek wordt gedraaid door DJ Frits Jonker.

 


Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een interview, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Scratches Magazine

De (strip)wereld is een nieuw striptijdschrift rijker: Scratches.

Scratches is een Engelstalig striptijdschrift dat eens per jaar zal verschijnen. De hoofdredactie is in handen van Joost Swarte en Hansje Joustra. De heren willen met het magazine Nederlandse en Vlaamse auteurs bij een internationaal publiek onder de aandacht brengen.

Scratches publiceert daarom werk van gevestigde én opkomende Nederlandse, Vlaamse en internationale tekenaars. Het eerste nummer bevat nieuw of ongepubliceerd werk van David B., Daan Botlek, Robert Crumb, Guido van Driel, Charlotte Dumortier, Tim Enthoven, Brecht Evens, Lars Fiske, Ben Gijsemans, Charles Guthrie, Herr Seele, Milan Hulsing, Jeroen Janssen, Bendik Kaltenborn, Kamagurka, Lennard Kok, Aline Kominsky-Crumb, Ever Meulen, Bart Nijstad, Samplerman, Tobias Schalken, Art Spiegelman, Joost Swarte, Tobias Tak, Aart Taminiau, Veiko Tammjärv, Kristina Tzekova, Sam Vanallemeersch, Judith Vanistendael, Brecht Vandenbroucke, Ludwig Volbeda, Chris Ware en Wasco.

Scratches cover door Daan Botlek.
Scratches cover door Daan Botlek.

Geen Eppo-strips
De selectie hangt dus erg naar wat ik maar even gemakshalve de kunstzinnige strip noem, waarbij de makers op grafisch vlak graag experimenteren. Scratches is dus geen magazine voor mensen die alleen van Eppo-strips houden. Het zit eerder in de buurt van RAW en sommige stripmakers kennen we al uit de Zone 5300. Daarmee is Scratches een mooie toevoeging op de stripmarkt. Al vermoed ik dat veel mainstream stripmakers zich zullen beklagen op fakebook omdat ze zich gepasseerd voelen.

Over smaak valt te twisten en niet iedere bijdrage in het magazine kon mij logischerwijs bekoren. Grootste vraagteken heb ik bij de volgorde waar als lezer geen lijn in te zien is. Er staan meerdere strips van Wasco, Crumb en Brecht Vandenbroucke in, maar allemaal verspreid door het blad. Ik had alle afleveringen van een specifieke maker bij elkaar gezet, zodat blad iets meer een geheel geworden was.

bowie-prince-bart-nijstad

Jackson in de hel
Ook mis ik soms duiding waarom iets in het blad staat. Een goed voorbeeld hiervan zijn de twee grote platen van Bart Nijstad. Op de ene plaat zien we Bowie en Prince in een aquarium, op de andere Darth Vader en Michael Jackson in helse omgeving. Dat Jackson in de hel thuishoort snap ik meteen en hoewel ik het mooie illustraties vind, vraag ik me toch af wat ze in Scratches doen en waarom op die plek. Kortom: duiding en een dwingender volgorde had het geheel minder hap-snap gemaakt.

Behalve strips en illustraties bevat de 112 pagina dikke kolos ook drie artikelen over illustratoren: de Nederlandse underground-tekenaar Mark Smeets (1942-1999), Belgische houtsnedekunstenaar Frans Masereel (1889-1972), en de Spaanse grafisch ontwerper Manolo Prieto (1912-1991). Op Smeets werd eerder dit jaar een spotje gezet middels een groot koffietafelboek met daarin zijn werk en een schetsboek, net als Scratches uitgaven van uitgeverij Scratch.

scratches-drukvellen

Het tijdschrift sluit af met biografieën van de makers met de urls van hun websites erbij. Slim, want zo kunnen geïnteresseerden verder kijken en voldoet het magazine aan zijn doel stripmakers te promoten.

Presentaties
Het blad verschijnt ter gelegenheid van de Frankfurter Buchmesse, waar Nederland en Vlaanderen gastland zijn.

Vrijdag 14 oktober wordt Scratches om 18 uur gepresenteerd in The American Book Center in Amsterdam. Swarte leidt de avond in en er zijn stripmakers aanwezig om je exemplaren te signeren.

Categorieën
Stripplaatjes onder de loep Strips

Stripplaatjes onder de loep: Crumbs ultieme anti-goeroe goeroe

Stripmaker Robert Crumb is een levende legende. Hij bedacht enkele legendarische stripfiguren waarvan Mr. Natural mijn favoriet is.

MrNatural02-coverRobert Crumb (Philadelphia, 1943) is een van de vaders van de Amerikaanse underground comics en een van de beste voorbeelden van een autobiografische stripmaker die zijn strips gebruikt om zijn mening te laten horen. In zijn strips laat hij zich kritisch uit over de Amerikaanse cultuur en vertelt hij openlijk over zijn seksleven en fetisjen. Hij heeft namelijk een duidelijk voorkeur voor sterke vrouwen met dikke kuiten en ronde billen. Je zou de strips therapie op papier kunnen noemen, ware het niet dat patiënt Crumb nooit is genezen. Gelukkig maar.

Hippies

Robert Crumb. Zelfportret.
Robert Crumb. Zelfportret.

Crumb raakte bekend met strips over de tegencultuur. Sterker nog: de strips en cartoons van Crumb waren een visuele illustratie bij de tegencultuur waarvan San Francisco in de jaren zestig van de vorige eeuw, het centrum was. Samen met tekenaars als S. Clay Wilson, Spain, Victor Moscoso, Gilbert Shelton, Robert Williams, en Harvey Kurtzman, produceerde Crumb fantastische, satirische, tegendraadse en taboedoorbrekende strips. Bekende personages van Crumb zijn Fritz the Cat, Mr. Snoid, Mr. Natural, Flakey Foont, Crumb zelf natuurlijk en het oversekste zwarte personage Angelfood McSpade. Met dit racistische stereotype stelt Crumb middels satire indirect kritische vragen over onderhuids racisme in de Amerikaanse cultuur.
Mr. Natural is echter mijn favoriete personage dat uit Crumbs wonderlijke brein is ontsproten. Ik zie hem graag de charlatan die alle goeroes en profeten blijken te zijn.

Antigoeroe
Mr. Natural is een gewaad dragend mannetje met een kaal hoofd en een flinke baard. Hij lijkt een beetje op een goeroe of een profeet en zit vol met wijsheden en bezit magische krachten. Toch is hij vaak ook chagrijnig, cynisch, sadistisch en net als zijn geestelijk vader heeft hij nogal wat seksuele obsessies. Zijn volgelingen beziet hij met een minzame blik, maar vaak genoeg heeft hij weinig geduld voor zijn discipel Flakey Foont. Op de cover van de tweede comic over Crumbs goeroe vraagt Foont in paniek ‘Mr. Natural! What does it all mean??’ Mr. Natural kijkt niet op, rijdt voorbij op zijn step en antwoordt: ‘Don’t mean sheeit…’ Met andere woorden: het stelt allemaal niets voor. Erg behulpzaam is deze goeroe dan ook niet. Op de meeste vragen van Foont geeft Mr. Natural cryptische en elkaar tegensprekende antwoorden.

Met dit personage leverde Crumb kritiek op de Amerikaanse hippiebeweging waarin veel interesse was voor oosterse religies en waar men gretig luisterde naar goeroes als Maharishi Mahesh Yogi. Hoewel Crumb en zijn werk vaak worden geassocieerd met de hippiebeweging heeft hij zelf in interviews toegegeven dat hij zich daar niet in thuis voelde. Hij haatte de muziek die erbij hoorde, voelde zich een buitenstaander tijdens love-ins en kon zelf moeilijk omgaan met de onzekerheden die deze levensstijl met zich meebrengt.

MrNatural paginaBovenstaande pagina is afkomstig uit mijn favoriet strip met de kleine goeroe in de hoofdrol: Mr. Natural’s 719th Meditation. Hierin zien we hoe Mr. Natural midden in de woestijn gaat zitten om te mediteren. Meditatie is een serieuze klus en één sessie kan weken, zo niet maanden duren. Onbewogen blijft hij zitten terwijl ondertussen een weg voor hem wordt aangelegd en later zelfs een hele stad om hem heen wordt gebouwd. Mr. Natural laat zich door niets uit zijn concentratie halen, ook niet door een agent die zegt dat hij midden in de weg zit en het verkeer ophoudt. Dan begint de goeroe een ‘Mmmmm-geluid’ voort te brengen. De trillingen van dit geluid worden zo sterk dat de hele stad instort. Als de omgeving er weer hetzelfde uitziet als in het begin van de strip, is Mr. Natural klaar met zijn sessie. Verfrist rolt hij z’n kleedje op en loopt hij de strip uit, zich niet bewust van de geschiedenis die zich om hem heeft afgespeeld.

LSD-trip
Mr. Natural dook in 1966 voor het eerst in Crumbs schetsboeken op. Naar eigen zeggen was Crumbs brein enkele maanden in nevelen gehuld door slechte LSD die hij in New York had genomen. Onder invloed van die LSD en een stapel comics uit de jaren veertig, bedacht Crumb het ene personage na het andere. In de prachtige documentaire ‘Comic Book Confidential’ (1988) vertelt de tekenaar: ‘Ik luisterde naar een of ander Motown-liedje op de radio terwijl ik stoned van de LSD was. Toen de DJ het nummer afkondigde zei hij: “En dat was Mr. Natural!” En toen tekende ik in mijn schetsboek dit kleine personage met de lange baard… Het ging allemaal heel onbewust. Ik mocht hem wel, dus ik heb in de loop der jaren veel strips over Mr. Natural gemaakt.’

Gepubliceerd in Eppo #21 (2015).

Categorieën
Strips

Pontiac tekent Crumb

Het stripplaatje van de week is afkomstig uit de smallpressuitgave De groeten uit Amsterdam van Peter Pontiac.

In een strip voor Highlife toont Pontiac hoe uitgever Hansje Joustra (weergegeven als stripfiguur DirkJan) samen met Pontiac (potlood) de beroemde stripmaker Robert Crumb meeneemt naar een coffeeshop die naar hem is vernoemd.

pontiac_crumbLeuk detail is natuurlijk het meisje op de fiets die een mooie ronde kont heeft, waar Crumb zo van houdt. Zijn oog valt er niets voor niets op.

Terwijl ze voor het raam staan komt een dopehoofd naar buiten om te schreeuwen dat ze dicht zijn om vervolgens de deur weer dicht te smijten, niet wetende dat hij oog in oog heeft gestaan met de man waar hij zijn tent naar vernoemd heeft. Tot zover het gemeende eerbetoon van een pot head.

Volgens de Amsterdam Coffeeshop Directory is Coffeeshop Crumbs in de Berenstraat inmiddels gesloten. Verbaasd me niets gezien de ‘klantvriendelijke’ instelling van het personeel zoals deze in de strip van Peter wordt getoond.

De groeten uit Amsterdam en Underground Picture-Show zijn twee uitgaven in eigen beheer waarin Pontiac illustratiewerk heeft verzameld. Je kunt ze voor 10 euro per stuk bij de meester zelf bestellen door een berichtje te sturen naar zijn facebookpagina. Of door even de stripwinkel in Amsterdam te lopen. Bij Lambiek zag ik ze namelijk ook liggen.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Eric Schreurs, Dave Cooper en S. Clay Wilson

Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Pieter leest Dave Cooper.
Pieter leest Dave Cooper.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Pieter Zandvliet, 44 jaar, Beeldend kunstenaar.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Alles van Eric schreurs en Dave Cooper en S. Clay Wilson. Ik lees nog altijd strips.

Waarom zijn dit je favoriete strips? Wat vind je er zo goed aan?
Goed getekend en absurde verhalen. Ze laten verotting zien, de underdogs in de samenleving. Schreurs doet dat in de realiteit en Cooper wat meer in droomwerelden. Ze hebben beide een unieke stijl en een eigen taaltje. Het swingt van het papier af. Ik vind Schreurs eigenlijk ook nog mijn favoriete kunstenaar, mede door het eerlijke, vlezige, bewegende van zijn werk.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Bij striphandel Noord in Rotterdam. Het was alsof ik de strips kon ruiken, ranzige lijnen, die mij wat aan S. Clay Wilson en Robert Crumb deden denken, maar woderwel toch weer geheel anders. Door het werk van Schreurs en Cooper werd ik verliefd op underground comics. Ik runde mede hierdoor Slaphanger, een Galerie-underground strip en muziekwinkel in Rotterdam van 1994-2003.

Joop Klepzeiker van Eric Schreeurs.
Joop Klepzeiker van Eric Schreeurs.

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Video

Parijs was toen. En nu?

Parijs, wat moet je ermee? Daar bedoel ik in dit geval niet de stad mee, maar de ruim vijftig minuten videomateriaal die ik daar gedraaid heb. Vorig jaar zomer waren Linda ik in de Franse hoofdstad om Tim Burton en Robert Crumb te bezoeken. De respectievelijke exposities over deze heren welteverstaan dan, ik heb geen directe lijnen met deze grootheden der cultuur.

parijs3

Sinds thuiskomst staat het videomateriaal op mijn harde schijf geparkeerd. Ik monteerde een Daily Webhead over Crumb, maar shots van de stad, Père-Lachaise, prachtige beelden van Jardin du Luxembourg, etc. zijn nog steeds ongebruikt.
Ik weet niet zo goed wat ik ermee moet. Natuurlijk schiet je vooral videomateriaal op vakantie voor jezelf, maar tot nu toe wist ik daar altijd wel een aardige aflevering voor mijn webreeks te maken. Bezoekjes aan Londen en Edinburgh leverden verschillende kijkjes op: van een blik in de stripwinkel tot een studie van kerkhoven.

parijs1

Maar Parijs… noppes. Ooit deed ik wel een poging een reisverslag te maken, maar toen kwam de verhuizing, gevolgd door een reeks artikelen die geschreven moesten worden. En mijn gedachten dwaalden steeds verder van die zomer in Parijs. Daarbij: wie zit er eigenlijk op vakantieverhalen te wachten? Wat voegt jouw reisje nog toe aan die duizenden verhalen die al over Parijs verteld zijn? En wat valt er eigenlijk voor verhaal te maken van een reeks losstaande shots en gebeurtenissen die alleen voor de reizigers die er waren herinneringen oproepen? Goed, dat verhaal over die vervelende ober kan ik vertellen. En die toeristengekte die je daar ziet. maar levert dat een lekker lopend geheel op?

Ik heb lange shots gedraaid waarbij ik door een bepaalde omgeving wandel. Dat geeft een aardige indruk van die plek, maar lange shots kosten ook veel screentijd.

parijs2
Internetvideo’s moeten kort en krachtig zijn, anders kijkt men ze niet uit. Wat laat je zien? Wat laat je weg? Wordt het een video? Of een reeks korte, thematische afleveringen?

Trek je je als maker eigenlijk iets aan van je publiek? In principe en uit principe moet je gewoon maken waar je zelf zin in hebt. De mogelijkheden zijn eindeloos. En daarom roept het materiaal ook zo veel vragen op.

Het zijn allemaal particuliere vragen. Vragen die een ieder op een eigen wijze antwoordt. Mijn antwoord presenteer ik binnenkort op dit blog.

Of niet.

Categorieën
Strips

Barbara Stok: ‘Vincent is als een broer voor me geworden’

cover-Vincent_stok

Stripmaker Barbara Stok werkt sinds 1995 aan haar openhartige autobiografische oeuvre. De afgelopen drie jaar was het tijd voor iets helemaal anders. Ze maakte een striproman over Vincent van Gogh. Vincent gaat over de laatste jaren van de kunstschilder, een boeiende periode waarin hij de mooiste schilderijen vervaardigde maar ook geplaagd werd door geestesziekte.

‘Als Vincent van Gogh nu zou hebben geleefd, was hij misschien wel een stripmaker geweest. Hij beeldde personen in zijn schilderijen op een stripachtige manier uit, vind ik. Hij schilderde mensen een beetje onbeholpen. Vincent zou overigens geen strips in realistische stijl hebben gemaakt, want daar had hij niets mee. Nee, ik denk eerder richting de Kuifje-stijl of Hein de Kort,’ mijmert Barbara Stok.

Zelf wilde Stok (Groningen, 1970) ooit journalist worden. Of beter: schrijver, maar de journalistiek leek haar een realistischer beroepskeuze. Na haar studie aan de fotoacademie in Den Haag, maakte ze artikelen en foto’s voor een vijftal huis-aan-huis bladen. Stok zegt tekenen en schrijven altijd leuk gevonden te hebben. Toen ze net had leren schrijven begon Barbara verhaaltjes te tikken op haar typemachine. Als kind tekende ze ook al stripjes die in het locale tennisblaadje werden gepubliceerd.

Crumb
Als twintiger kwam Stok in aanraking met de strips van onder andere Peter Bagge, die deels autobiografische strips maakt, en ook het werk van undergroundtekenaar Robert Crumb en diens vrouw Aline Kominsky-Crumb sprak haar aan: ‘Crumb maakte strips voor een volwassen publiek met volwassen thema’s en maatschappijkritiek. Zijn verhalen gaan over echte mensen.’ Het tekenwerk van Aline, dat kwalitatief minder indrukwekkend is dan dat van haar man, legde voor Stok de lat wat lager: ‘Ook bij zo’n tekenstijl kunnen de verhalen erg goed zijn. Ik vind dat ik leuk teken maar ik ben geen tekenvirtuoos.’

Aangemoedigd door het werk van de familie Crumb ging Stok als hobby zelf strips maken over de dingen die ze had meegemaakt. In het begin kopieerde ze die strips een paar keer en deelde deze uit aan vrienden. ‘Die reageerden zo enthousiast dat ik er honderd van ging drukken en die legde ik in de stripwinkel neer. Op een gegeven moment waren alle boekjes daar ook verkocht.’ Stok werd benaderd door een paar kranten en kreeg zelfs fanmail van lezers. Op een dag belde Vic van de Reijt, de uitgever van Nijgh & Van Ditmar, haar op om te zeggen dat hij haar graag wilde uitgeven. Opmerkelijk, want Nijgh & Van Ditmar heeft weinig stripmakers in haar fonds. In 1998 verscheen Stoks eerste officiële bundel Barbaraal tot op het bot. Sindsdien zijn er meerdere collecties verschenen, zoals Je Geld of je Leven (2003), Nu we hier toch zijn (2005), Op tour door Spanje (2007) en Dan maak je maar zin (2009).
In 2009 won Stok de Stripschapprijs voor haar oeuvre. Ze was de eerste en tot nog toe enige vrouw die deze prijs in ontvangst mocht nemen. In hetzelfde jaar prees de Volkskrant haar als een van de vijf beste stripmakers van Nederland.

Kapstok
Barbara_stok_autobioIn haar autobiografische strips geeft Stok met humor en relativering haar visie op de wereld. ‘Ik ben de hoofdpersoon maar ik ben niet het onderwerp van mijn verhalen. Die verhalen gaan over werk, geluk, liefde, twijfel, angst – dat soort dingen. Ik gebruik mijn leven als kapstok om de verhalen te vertellen die ik wil vertellen. De rode draad in mijn werk is dat ik opzoek ben naar wat nou eigenlijk echt belangrijk is in het leven. Ik probeer anders tegen vaststaande waarden aan te kijken.’

Stok hanteert een eenvoudige en herkenbare stijl. In haar tekeningen laat ze overbodige details achterwege.
Niets laat de Groningse in haar strips onbesproken: van alledaagse zaken als haar seksleven en haar eerste orgasme, optredens met haar toenmalige band de Straaljagers, het maken van strips, demonstreren, de lol van het rustig autorijden tot mislukte meditatiepogingen. Ook herkenbare zaken als hoe lastig het kan zijn om je antwoordapparaat in te spreken, komen aan bod. Daarnaast trakteert Stok de lezer geregeld op haar overpeinzingen. In één strip wil ze bijvoorbeeld een spijkerbroek aanschaffen en staat ze voor de moeilijke keuze tussen een goedzittende spijkerbroek die gemaakt is in een sweatshop en een minder fijne broek die niet door kinderhanden is vervaardigd. Uiteindelijk kiest ze toch voor de eerste, want zo vaak koopt ze nu ook weer geen spijkerbroek.

Barbara Stok en Jean-Marc van Tol tijdens de opnames van 'Beeldverhaal'. Bron: Human Factor
Barbara Stok en Jean-Marc van Tol tijdens de opnames van ‘Beeldverhaal’. Bron: Human Factor

Herkenbaarheid verklaart volgens Stok de populariteit van de autobiografie: ‘Het genre lijkt wellicht narcistisch, maar de verhalen gaan vaak ergens over. Ze gaan niet alleen over herkenbare situaties, maar zeggen vaak ook iets over onze maatschappij, onze waarden, ze zijn vaak grappig en ook filosofisch.’

Uiteraard moeten we de tekenaar en het strippersonage Barbara Stok niet met elkaar verwarren. Tijdens een interview met Jean-Marc van Tol in het televisieprogramma Beeldverhaal vergeleek Stok haar stripfiguurtje met een acteur waarmee ze een gecontroleerd beeld van zichzelf kan neerzetten: ‘Net als de komiek Seinfeld. Die speelt zichzelf in een serie die weliswaar gebaseerd is op zijn leven maar wel bedacht is. Zo zou je mijn strips ook kunnen zien. Ik noem ze ook liever autobiografisch getint, in plaats van echt autobiografisch, want ook al zijn de meeste dingen wel echt gebeurd, ik laat bepaalde elementen wel weg.’

Doodsangst
Obarbara stok levensgenieter omslagndanks de onvermijdelijke manipulatie die bij het maken van stripverhalen komt kijken, doen Barbara’s anekdotes authentiek aan. In het album Dan maak je maar zin beschrijft de stripmaker de twijfels van een dertiger. Na de dood van haar zwager gaat ze tussen modegrillen en moderne trends op zoek naar de zin van het bestaan. De dood van Barbara’s zwager Guus was tevens het uitgangspunt van haar volgende boek Over de levensgenieter die haar angst voor de dood wil verdrijven. ‘Guus zat tv te kijken en viel zo dood om. Hij was pas 49. Als er iemand in je naaste omgeving overlijdt, word je weer geconfronteerd met de dood. Toch is de dood ook een thema dat mij van jongs af aan heeft geïnteresseerd. De oplettende lezer ziet dat dit onderwerp er vanaf de eerste strip wel in zit. Ik ben altijd bang geweest voor de dood. Zo’n angst die je twee keer per jaar ’s avonds in bed overvalt. Na de dood van Guus gebeurde me dat een tijd lang elke avond.’

Om haar doodsangst te bezweren maakte Stok een boek dat qua vorm en inhoud afweek van haar eerdere werk. In plaats van een strip koos ze ervoor een prentenboek te maken. ‘Op het moment dat ik het idee voor dat boek kreeg, maakte ik al heel lang strips, ook voor kranten, en als je veel in opdracht werkt dan zit je daar op een gegeven moment een beetje in vast. Daarom wilde ik experimenteren met de vorm. Ik heb toen eerst de tekst geschreven en daarna pas de tekeningen gemaakt. Strips maken is noeste arbeid waar veel herhaling in zit. Je tekent plaatjes vaak opnieuw. Daarom vond ik het wel eens leuk om één tekening van iets te maken.’

‘Wat betreft pennen en computerinkleuring gebruikte ik altijd hetzelfde materiaal. Voor Over de levensgenieter heb ik met van alles geëxperimenteerd, en kwam uiteindelijk op het scannen van mijn potloodtekeningen uit. Zo krijgen ze een stoort wasco-achtige lijnen en dat vond ik erg mooi. Het resultaat is meer schetsachtig. Ik vond dat het idee van vergankelijkheid uitspreken.’

Barbara-kickt-doodIndertijd noemde ze dit het engste boek dat ze tot dan toe had gemaakt, omdat ze de lezer direct naar binnen liet kijken en ze zich dit keer niet kon verschuilen achter humor, want daar was dit keer geen sprake van. Over de levensgenieter die haar angst voor de dood wil verdrijven gaat over Stoks zoektocht naar een oplossing voor haar doodsangst. Ze onderzoekt en verwerpt verschillende ideeën over de dood en ze citeert een rijk arsenaal aan denkers, waaronder Joep Dohmen, Spinoza en de Griekse filosoof Epicurus. Ook plukt ze levensbeschouwingen als het boeddhisme en taoïsme. Stok: ‘Ik vond het echt fantastisch daar helemaal in te duiken. Vooral die oude Grieken. Je denkt dat al die filosofen uit de oudheid verschrikkelijk moeilijke teksten hebben geschreven, maar dat zijn ze helemaal niet. De ideeën van toen zijn nu nog toepasbaar.’

De idee van Marcus Aurelius, dat als je doodgaat je alleen maar het heden verliest, sprak Stok in het bijzonder aan. ‘Zo had ik er nog nooit over nagedacht. Dan maakt het ook niet uit of je jong of oud overlijdt, want iedereen verliest alleen maar het nu.’ Op dit moment staat Stok ook ingeschreven als student filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

vicent_stok_zonnebloemen

Vincent
Drie jaar geleden werd Stok benaderd door het Van Gogh Museum te Amsterdam met de vraag of ze een strip wilde maken over de beroemde Nederlandse schilder. ‘Dit is tot nu toe de mooiste opdracht die ik heb gehad. De samenwerking met het museum ging heel goed en het werk van Van Gogh spreekt me erg aan. Vincent koos voor alledaagse dingen als onderwerp: een boomstam, een plukje gras. Dat ontroert mij,’ vertelt de stripmaker.

Qua onderwerpkeuze werd Stok volledig vrijgelaten. Ze besloot zich te richten op de laatste twee jaar van Van Goghs leven. ‘Een heel hectische periode,’ vindt Stok. ‘In die tijd woonde hij in Arles in Zuid-Frankrijk en in Saint-Rémy. Zijn laatste maanden bracht hij door in Auvers-sur-Oise. Een boeiende tijd uit zijn leven. Hij maakte toen de mooiste schilderijen, maar kreeg ook last van aanvallen waarin hij volledig in de war was. Hij sneed een stuk van zijn oor af en kwam in een inrichting terecht. Interessant materiaal om een stripboek over te maken dus.’

Cover strip Vincent van Gogh- De worsteling van een kunstenaarVincent is niet het eerste stripalbum dat in de laatste jaren over de schilder is verschenen. In 2011 kwam Vincent van Gogh: De worsteling van een kunstenaar, van Jan Kragt en Marc Verhaegen uit. Dit album, uitgegeven door het Van Gogh Museum en Eureducation, had een educatieve missie en is bedoeld jongeren iets over het leven van Van Gogh bij te brengen. Naast het boek van Barbara komt bij Oog & Blik Vincent van Gogh: De wording van een schilder uit van Teun Berserik die zich vooral richt op de Haagse jeugdjaren van de schilder. Dick Matena maakte ooit een verhaal over Van Gogh en Gauguin; Gradimir Smudja liet zich door het werk van Van Gogh inspireren tot fantasievolle verhalen in de reeks Vincent & Van Gogh.

Wat voegt Stoks boek toe aan de strips die al over Van Gogh zijn verschenen? ‘Ik heb geprobeerd weer te geven wat er in zijn hoofd omging. In andere verhalen ligt de nadruk heel erg op de feiten en gebeurtenissen. Dat is het grote verschil met mijn boek. Het is ook een heel sfeervol boek geworden, vind ik. De beoogde doelgroep van Vincent zijn volwassenen en eventueel tieners die niet zo veel over Van Gogh weten maar wel in hem geïnteresseerd zijn. Eigenlijk was ik dus zelf de doelgroep,’ zegt de stripmaker met een glimlach.

Inmiddels mag Stok zichzelf wel een expert noemen. Ze heeft zich goed in de schilder en de periode dat hij leefde verdiept. De in 1853 te Zundert geboren Van Gogh besloot pas op 27-jarige leeftijd kunstschilder te worden. In de laatste tien jaar van zijn leven schilderde hij ruim 860 doeken en bijna 1200 tekeningen. Hij leed aan een complex ziektebeeld waarover in de loop der jaren veel is gespeculeerd. Behalve epilepsie denkt men dat hij ook aan bewustzijnsstoornissen en depressies leed. Op 27 juli 1890 schoot Van Gogh zichzelf in de borst met een revolver. Twee dagen later overleed hij.

Dagboek
kleine-VincentOm Van Gogh te doorgronden las Stok de brieven van en aan de schilder. Stok: ‘Ik heb bewust bijna geen andere boeken over hem gelezen en ben vooral van de brieven uitgegaan. Die zijn zo prachtig! Die brieven aan zijn broer lezen als een soort dagboek. Hij schreef over zijn ups en downs en de twijfels die hij had over zijn werk, terwijl Vincent af en toe weer vond dat hij weer iets heel moois had gemaakt.’

Om precies weer te kunnen geven hoe de wereld er toen uitzag en wat mensen in die tijd droegen, reisde Stok af naar Arles en Saint-Rémy. ‘Ik wilde zien hoe hij daar gewoond heeft en waar hij over straat moet hebben gelopen. In de bibliotheek van Arles heb ik veel foto’s uit die tijd gekopieerd. Ook had ik veel aan het documentatiecentrum van het Van Gogh Museum. Zo wist ik precies hoe de straatlantaarns en de boerenkarren er toen uitzagen bijvoorbeeld.’

Stok gebruikte de teksten uit de brieven ook in haar strip, al permitteerde ze zichzelf wel om de boel naar haar hand te zetten en zinnen uit verschillende brieven samen te voegen. ‘Ik vond het een mooie methode om te laten zien dat Vincent en zijn broer Theo op die manier met elkaar communiceerden. Ik kon zo ook goed zijn innerlijke beleving weergeven,’ legt de stripmaker uit en vervolgt: ‘Ik ben in de periode dat ik met dit boek bezig was, echt van Vincent gaan houden. Vincent van Gogh is als een broer voor me geworden. Ik wilde in zijn huid te kruipen en heb geprobeerd een echt mens van hem te maken. Ik wilde hem juist niet op een voetstuk plaatsen. Dat gebeurt wat mij betreft iets te veel. En daarbij zet men Vincent vaak zo dramatisch neer. Ik wilde dat beeld van de ongelukkige, arme schilder, een beetje nuanceren. Hij kon echt gelukkig zijn op de momenten dat hij schilderde.’

Het oorincident
Stok zet Van Gogh neer als een gedreven man die volledig voor de kunst gaat. Het was zijn grote wens om een kunstenaarshuis te stichten dat geleid zou worden door zijn vriend Paul Gauguin, maar die zag dat allemaal niet zo zitten. In de strip toont Stok de lezer eerst Van Goghs gedroomde ideaal, waarin Gauguin net als Vincent helemaal voor het kunstenaarshuis gaat en net als hij geniet van het landschap in Arles. Vervolgens blijkt Gauguin in werkelijkheid het idee te hebben tijdelijk op bezoek te zijn. In tegenstelling tot Vincent heeft hij net zo veel oog voor de jonge dames als voor het landschap waardoor ze lopen. Het bestieren van een atelier ziet hij al helemaal niet zitten, liever gaat hij weer naar de tropen om te schilderen. Terwijl Vincent bereid is alles op te geven voor de kunst, toont Stok Gauguin vooral ook als levensgenieter. Dat leidt tot een onvermijdelijke botsing tussen de vrienden.

‘Vincent was zeer gedreven en kon hele betogen houden over zijn plannen en over wat kunst moest zijn. Hij nam geen blad voor de mond en zei heel direct wat hij van dingen vond. In dat opzicht was het wel een moeilijke man. Hij lag altijd wel met iemand overhoop en dat moest zijn broer Theo dan weer recht breien. En dat terwijl Vincent eigenlijk helemaal niet op ruzie uit was. Hij vond juist dat de kustenaars onderling saamhorig moesten zijn. Maar hij had inhoudelijk wel een uitgesproken mening die vaak botste met de opvattingen van anderen.’

vincent-aanval

Uiteindelijk leidt Gauguins vertrek tot de episode waarin Van Gogh een stuk van zijn oor afsnijdt. De stripmaker wilde deze bekende gebeurtenis zo trouw mogelijk te boek stellen. ‘Er is toentertijd een kort artikel in de locale krant verschenen en Gauguin heeft er kort daarna ook in een brief over geschreven. Ik wilde er geen dingen bij verzinnen en heb lang nagedacht over hoe ik deze episode in beeld zou brengen. Ik heb er uiteindelijk voor gekozen om het vanuit Vincent zelf op te tekenen. Hij kon zich delen van zijn aanvallen niet herinneren. Ik kan me zo voorstellen dat je na zo’n aanval je soms nog flarden herinnert. En zo heb ik het ook in beeld gebracht, als stukjes momenten die hij zich nog herinnert.’

Landschappen
Het kleurenpalet dat Stok in de strip gebruikt is afgeleid van de schilderijen van Van Gogh, die overigens ook een prominente rol in het beeldverhaal hebben: ‘Ik heb heel veel van zijn schilderijen in mijn stripboek verwerkt. Bijvoorbeeld als achtergronden. Hij loopt door zijn eigen schilderijen heen, want ja, hij liep natuurlijk ook door de omgeving die hij schilderde. Ik heb zijn beroemde slaapkamer getekend met hemzelf in het bed. Ik heb er bewust een rommelige kamer van gemaakt.’

Nieuw voor Stok was het tekenen van landschappen, iets wat ze in haar autobiografische werk graag vermeed. ‘Daar was ik altijd te lui voor, maar nu heb ik ontdekt dat ik ontzettend veel lol in het tekenen van landschappen heb. Ook heb ik dankzij Vincent kennisgemaakt met Japanse prenten. Daar ben ik nu zeer door geboeid.’

vincent-regen

Hoewel Stok in Vincent het verhaal van Van Gogh vertelt, zit er ook veel van haarzelf in het boek. ‘Er zit een duidelijke link tussen dit boek en mijn autobiografische werk. Van de thema’s die voor Vincent belangrijk waren heb ik die gekozen die ik zelf erg interessant vind. In dit album is bijvoorbeeld een belangrijke rol weggelegd voor de natuur en de rol die de mens heeft in de wereld, wat ook in mijn autobiografische werk een belangrijk thema is. Toen zijn plannen voor het kunstenaarshuis in duigen vielen, vond hij troost in de natuur. Uiteindelijk wilde hij iets betekenen voor de wereld, een schakel zijn in het geheel. Ik geloof ook dat dit onze rol is als mens, namelijk een positieve schakel proberen te zijn. Dat klinkt heel vaag en hippie-achtig, maar zo ben ik nu eenmaal.’

Ter gelegenheid van de uitgave van Vincent organiseert het Van Gogh Museum een rondreizende presentatie over de manier waarop Barbara Stok zich door het leven en werk van de vermaarde kunstenaar heeft laten inspireren. Deze presentatie, in de vorm van twee kunstenaarsateliers, zal van oktober 2012 tot mei 2013 in zes openbare bibliotheken in Nederland land te zien zijn.

Dit artikel is in Stripgids #32 (2012) gepubliceerd.

Categorieën
Mike's notities

2012 in de achteruitkijkspiegel

Laatst zat ik samen met vriendinnetje de foto’s van Daily Webhead van het afgelopen jaar door te bladeren. Dat bewijst voor mij meteen het bestaansrecht van mijn fotoblog, want veel leuke voorvallen was ik alweer vergeten.

bill_bixby_hulk_ending

2012 zal niet de boeken ingaan als het gelukkigste jaar van mijn leven. Genoeg zwarte bladzijden waar ik niet meer aan herinnerd wil worden, maar daar ga ik de lezer van dit blog niet mee lastigvallen. Daarom een korte terugblik van de toffe momenten uit 2012.

Spider-Man lezing
spider-man_todd_mcfarlaneIn april stond ik tijdens het Imagine Filmfestival voor een aardig gevulde zaal over mijn favoriete stripheld Spider-Man te praten. Erg leuk om te doen; een nerdgasm van 90 minuten. Een paar maanden later schreef ik dit artikel over 50 jaar Spider-Man voor Stripgids.

Edinburgh once more
In februari dit jaar was ik samen met Paul in Edinburgh omonze held Kevin Smith te bezoeken in het theater aldaar. Geen persoonlijk bezoek hoor, gewoon met andere fans van het ViewAskewniverse. In de paar dagen dat we er waren, ontmoetten we een lieftallige dame in een stripwinkel. Kortom, deze nerds hebben zich prima vermaakt.

Tijdens het bezoek heb ik een berg opnames gemaakt waar ik verschillende Daily Webhead-afleveringen van heb gemaakt, waaronder deze impressie van de kerkhoven van Edinburgh en deze vreemde snuiter.

Utrecht!
Omdat Hester en Wouter een maand Cuba onveilig gingen maken, vroegen ze me op hun huis en kat te passen. Ik heb altijd al in Utrecht willen wonen, dus dit was een uitgelezen kans om de stad uit te proberen. Een zeer fijne maand was het, ondanks het gejammer van de kat in kwestie.

Parijs
batman2De exposities over het werk van Tim Burton en Robert Crumb waren een bezoek aan Parijs zeker waard. Ik zal me niet snel vrijwillig aanmelden voor een vakantie aan de hoofdstad van Frankrijk, want vind het maar niks, maar voor het werk van beide heren mag je me altijd wakker maken. De shots van Parijs moet ik nog steeds een keer monteren tot een aflevering van Daily Webhead, maar de expo van Crumb is reeds gepubliceerd.

Verhuizing
Vanwege geluidsoverlast moesten Linda en ik een andere woning zoeken. Uiteindelijk hebben we die gevonden elders in Amsterdam. Nog steeds een gehorig huis, kennelijk heeft de stad weinig anders te bieden, maar geen vierjarig k*tkind meer dat de hele tijd boven je hoofd heen en weer loopt te rennen. Dat noem ik vooruitgang. O, en aardige buren trouwens.

In de twee maanden vakantie heb ik het Nederlandse landschap weer opnieuw leren waarderen. Da’s ook wat waard vind ik.

Interviews
Voor mijn werk als freelance journalist heb ik weer een paar mooie interviews mogen maken voor onder andere de VPRO Gids. Met plezier sprak ik met stripmakers, animatoren en andere creatieven over hun werk. Onder andere Barbara Stok, Charles Burns, Erik Kriek en Floor de Goede. Een leuke bonus was het geïmproviseerde interview met striplegende Martin Lodewijk die ik bij toeval aantrof bij uitgeverij L.

In de categorie persoonlijke interviews vond ik het erg leuk om mijn vader eens voor de camera te hebben. De warme reacties die ik via Twitter en Facebook kreeg op de video deden mijn hartje goed.

Columnist

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Ook werd ik dit jaar vaste columnist van filmblad Schokkend Nieuws! Inmiddels zijn er twee verschenen en ben ik druk aan het nadenken over de volgende column. Een erg leuke klus voor een erg tof magazine. Ook gaf ik dit jaar weer een paar blogcolleges, en was ik gespreksleider voor onder andere het Van Gogh Museum.

Vriendschap
Verder koester ik de vriendschap die ik dit jaar heb ervaren met vrienden en blogvrienden door Nederland. Ik heb ontdekt dat sommige mensen altijd voor je klaarstaan wanneer de nood hoog is. Mijn dank daarvoor is groot.

Allen een magisch 2013 gewenst!

Dan wil ik deze terugblik graag afsluiten met woorden van een van de wijste mensen die mijn inziens ooit over de aarde heeft gewandeld:

johnlennon

(Bron plaatje.)

Categorieën
Fotoblog

Mr. Natural

Vanmiddag na mijn koffiedate met Liselotte even wezen buurten bij Lambiek. Daar kwam ik dit prachtige beeldje van Mr. Natural tegen. Mr. Natural is een van de tofste strippersonages die ooit uit de pen van Robert Crumb is gekomen. Thuis was het weer tijd om serieus aan het werk te gaan en mijn recensie over de nieuwe James Bond te schrijven.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Daily Webhead Video: Crumb in Parijs

Ik ben een enorme fan van het werk van Robert Crumb. Deze Amerikaanse stripmaker woont alweer jaren in Frankrijk en daar was deze zomer in de hoofdstad een overzichtstentoonstelling van zijn uitgebreide oeuvre te zien. Uiteraard heb ik die bezocht om het originele werk van dicht bij te kunnen zien. Uren heb ik rondgelopen om zijn Zap comix, albumcovers en tekeningen van Mr. Natural en Fritz the Cat te bekijken. Een waar visueel festijn!

De expositie in het Musée d’Art Moderne van Parijs liep tot 19 augustus, dus helaas ben je te laat om te gaan kijken. Gelukkig had ik een videocamera bij me en heb ik er – speciaal voor jou – een impressie van geschoten. Enjoy!

De muziek in deze Daily Webhead is deels gecomponeerd door de immer muzikale Marco Raaphorst.