Categorieën
Strips

Maaike Hartjes slaat een nieuwe weg in

In haar nieuwste bundel dagboekstrips bewandelt Maaike Hartjes bekende paden, maar dit keer voor het laatst. Geïnspireerd door Japan slaat de stripmaakster een nieuwe weg in. ‘Het gaat niet meer om mij maar om wat ik in te brengen heb voor een ander.’

Gruwelijk! heet de nieuwste bundel dagboekstripjes van Maaike Hartjes (Amsterdam, 1972). In de herkenbare stijl met eenvoudig getekende figuurtjes waar Hartjes bekend mee werd, verstript ze episodes en observaties uit haar leven. Onderwerpen als welk openbaar toilet het minste wordt gebruikt, tevreden zijn met je niet-kinderwens en dat clowns eigenlijk maar enge figuren zijn, passeren de revue. De verhalen stonden eerder in NRC.next en de Viva.

Voor de stripmaakster is haar dagboekstrip, een genre waar ze van kindsbeen af al mee bezig was, letterlijk een gesloten boek. In 2009 besloot een nieuwe Viva-redactie dat het na negen jaar tijd werd voor iets anders dan de belevenissen van Hartjes. ‘De nieuwe hoofdredactrice zei letterlijk: “We zijn wel een beetje klaar met je poppetje.” Ze bedoelde het waarschijnlijk niet naar, maar het kwam toch wel hard aan. “Dat poppetje ben ik!,” dacht ik toen.’

De koek was ook wel een beetje op. ‘In het begin bedacht ik enthousiast wat ik nu weer aan de Viva-lezeressen zou vertellen, maar op den duur werd het echt werk,’ vertelt Hartjes. ‘Ik kon er ook niet verder in groeien. Ik was zelf met andere dingen bezig, maar de Viva had daar geen ruimte voor.’

Bron: http://maaikehartjes.blogspot.com

Volwassen speelgoed
Tegenwoordig maakt Hartjes liever reisverhalen in stripvorm. Eerder kwamen Hong Kong dagboek en Donker, Hartjes’ ervaringen in Zuid-Afrika, uit in boekvorm. Haar volgende project wordt een uitgebreid boek over Japan, met illustraties, foto’s en strips. Al denkt ze nog na over de vorm. ‘Zes jaar geleden hebben mijn vriend Mark en ik voor het eerst een grote reis gemaakt naar Japan en Korea. Toen kreeg ik helemaal de Japankoorts te pakken. Het was alsof ik thuiskwam. Opeens was ik in een land waar mensen dezelfde dingen als ik leuk en belangrijk vinden. Japan heeft echt een beeldcultuur. Kunst en commercie lopen daar gemakkelijk in elkaar over.’

Inmiddels is ze al vijf keer teruggeweest. De sporen van die bezoeken zijn terug te zien in haar huis. Daar hangen kimono’s naast de deur waarop in het Japans wc staat en in de woonkamer staat een wandkast die is omgebouwd tot een reeks poppenhuizen waar Japanse pullip-poppen in staan opgesteld. Pullip-poppen zijn vooral bedoeld als verzamelobject. ‘De Japanners pakken hun hobby’s serieus aan. Je hebt daar enorme speelgoedwinkels voor volwassenen en verzamelaars. Ik hou van gekke dingen, wat andere mensen meestal niet leuk vinden.’

Grafische experimenten
Door Japan is de stripmaakster zich meer gaan interesseren voor illustratie, design en fotografie. Ze begon te experimenteren door foto’s van zelfgemaakte 3D-objecten met tekeningen te vermengen. Daarmee raakte ze af van de bekende stenostijl van haar dagboekstrips.

Hartjes: ‘Ik sta niet stil en verander. In het begin kenden veel mensen me alleen van die simpele dagboektekeningen. Nu begint die nieuwe stijl wel te lopen en krijg ik daar ook opdrachten voor.’
De laatste tijd maakt Hartjes meer reclame-illustraties. ‘Met reclamewerk denk je veel meer mee met de opdrachtgever. Je gaat iemand helpen met je tekeningen, met je fantasie en creativiteit. Het gaat dus niet meer om mij maar om wat ik in te brengen heb voor iemand anders.’

De stripmaakster maakt zich ook druk over de Nederlandse stripwereld. Recent werden Hartjes en Hanco Kolk duovoorzitters van de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers (BNS). Sinds de oprichting, twee jaar geleden, liet de beroepsvereniging weinig van zich horen, maar Hartjes wil dat de BNS zichtbaarder wordt. Verder vindt Hartjes dat stripmakers zich meer met de zakelijke kant van hun vak moeten bezighouden, daarnaast wil ze bijeenkomsten organiseren waar vakgenoten ervaringen kunnen uitwisselen.

Maaike Hartjes: Gruwelijk!
Oog & Blik/De Bezige Bij, € 12,90

Dit artikel stond donderdag 3 maart in Het Parool.

Categorieën
Film Filmrecensie

Hereafter: Leven met de dood

Clint Eastwood wordt 31 mei 81, niet zo gek dus dat de regisseur zich afvraagt of er leven is na de dood. Toch geeft Hereafter geen uitsluitsel over een hiernamaals, maar draait om de vraag hoe het leven van de personages is veranderd nadat ze in aanraking zijn gekomen met de dood. Hoe kun je leven met de dood?


Marie, een Franse journaliste, was technisch even dood nadat ze in de vloedgolf van een Tsunami terechtkwam. Haar bijna-doodervaring laat haar niet meer los. Ze wil onderzoeken of er leven is na de dood en raakt hierdoor vervreemd van haar collega’s. De jonge Engelse Marcus verliest zijn tweelingbroer en heeft moeite met dit verlies om te gaan. George, een Amerikaanse arbeider, is een medium: hij heeft contact met overledenen. Niet dat dit zijn leven verbetert: zodra hij iemand aanraakt, begint de seance. Hij schuwt daarom contact met anderen en heeft zijn gaven de rug toegekeerd.

Eastwood vervlecht de levens van deze drie personages en laat ze aan het einde van de film samenkomen in Londen. Het is een wat ongeloofwaardige knoop die de regisseur daarmee legt om de ploteindjes te verbinden, maar dankzij het goede acteerwerk van Matt Damon en Cécile de France kunnen we hem dat vergeven. Al was het einde wat mij betreft te suikerzoet.

Met Damon als George maakte Eastwood een prima keuze: Damons aardse performance zet het medium met beide benen op de grond. In de film wordt er voldoende verwezen naar de oplichters in zijn vak. Marcus bezoekt een hele reeks Derek Ogilvies, maar prikt al snel door hun acts heen. Alleen George lijkt een echt medium te zijn. Al weet hij ook niet hoe een leven na de dood eruit ziet. Hereafter geeft daar ook geen uitsluitsel over: de zielenschimmen die Marie zag kunnen net zo goed bewijs zijn voor het leven na de dood als een hallucinatie.

Onsterfelijk
Middels Georges passie voor de geschriften van Charles Dickens wordt er terloops nog een concrete en aanwijsbare vorm van leven na de dood aangestipt. George kent de boeken en geschiedenis van Dickens van binnen en buiten en luistert graag naar luisterboeken. Hij bezoekt het huis van Dickens in Londen en woont een lezing bij van de acteur die de verhalen van Dickens voorleest. De acteur brengt de oude teksten tot leven en geeft schrijver over het graf een stem. Er is dus wel leven na de dood voor mensen die iets tastbaars achterlaten dat de moeite van het bewaren waard is. Clint Eastwood, die als acteur, regisseur en producent al een omvangrijk oeuvre heeft opgebouwd, is in dat opzicht dus wel verzekerd van een leven na de dood.

Hereafter draait vanaf 10 maart in de bios.

3vd5 sterren

Deze recensie is ook op het filmblog van Zone 5300 gepubliceerd.

Categorieën
Strips

Stripbladen in Nederland: Van Duckstad tot Zone 5300

Het aanbod van Nederlandse striptijdschriften werd recent verrijkt met Por Dios en Kwynk. Maar de gouden tijden van de stripbladen lagen in de jaren zeventig en tachtig. De distributie is een probleem voor de kleine bladen. Lezen we de strips in de toekomst alleen nog maar digitaal?

Recent werd het aanbod van Nederlandse stripbladen verrijkt met Por Dios en Kwynk. Beide stripbladen bestaan grotendeels uit oude strips die digitaal zijn opgepoetst, maar daar houdt de vergelijking dan ook wel mee op. Por Dios bevat ieder nummer een heel album, van bijvoorbeeld bekende striphelden als Storm, Agent 327 of Franka, aangevuld met korte verhalen van andere striphelden. Kwynk daarentegen bevat voornamelijk korte en vervolgverhalen van stripmakers als Jan Kruis, Gerard Leever, Jan van der Voo en Patty Klein. De strips zijn bedoeld voor kinderen vanaf een jaar of zeven.

‘De gedachte achter Kwynk is om oude strips op te peppen en leesbaar te maken voor de jeugd van nu,’ vertelt initiatiefnemer John Croezen. ‘Een paar jaar geleden waren we er al mee bezig, maar door de crisis trok de uitgever de stekker eruit. Zomer vorig jaar werd ik benaderd door uitgeverij Marken uit Limburg en die wilde een digitale kiosk opzetten met daarin alleen digitale bladen en ook stripbladen. We hebben het concept uit de kast gehaald en dat is de Kwynk geworden.’

Een kwestie van distributie
Bijzonder aan Kwynk is dat het blad alleen digitaal verkrijgbaar is op de iPad, of te downloaden als PDF. ‘Digitaal betekent geen drukkosten en geen problemen met de distributie,’ zegt Croezen. ‘Je kunt stellen dat in Nederland de distributie van strips allerbelabberdst is. Ik heb een album over Pipo de Clown uitgegeven maar dat kreeg ik met geen mogelijkheid in de winkel. Ik heb echt alles geprobeerd, distributeurs gebeld en grote winkelketens, maar die vonden dat strips te weinig omzet genereren om er ruimte voor te maken in het schap. Tenzij je de Donald Duck of Suske en Wiske bent, kom je er gewoon niet tussen.’

Tonio van Vugt, hoofdredacteur en uitgever van het striptijdschrift Zone 5300 beaamt dat: ‘Distributie is altijd een probleem geweest. We brengen de Zone nu vooralsnog zelf in de winkels. Er is geen distributeur voor kleine striptijdschriften in Nederland.’

Hoogopgeleide liefhebbers
Zone 5300
– tijdschrift voor strips, cultuur en curiosa – bevat naast strips ook artikelen over film, muziek en boeken. ‘Geen enkele kunstvorm staat immers op zich en aangezien we strips als kunstvorm beschouwen, vind ik de relatie tot andere media relevant,’ aldus Van Vugt. Met een oplage van 2500, waarvan er duizend naar abonnees worden gestuurd, is Zone 5300 vooral een blad voor de hoogopgeleide liefhebber tussen de 20 en 40. ‘Er zitten veel schrijvers, illustratoren en muzikanten in ons lezersbestand. We willen dingen brengen die nog niet bekend zijn bij een groot publiek. Tekenaars als Erik Kriek, Gummbah en Maaike Hartjes hebben bijvoorbeeld hun doorbraak bij de Zone gehad,’ zegt Van Vugt. Het blad kan vooral voortbestaan omdat de redactie bestaat uit een groep vrijwillige professionals.

Por Dios is geïnitieerd door Rob van Bavel, die in 2009 ook met de nieuwe versie van het oude vertrouwde blad Eppo op de proppen kwam. Eppo bevat voornamelijk vervolgverhalen van mainstream strips en richt zich op de nostalgische veertiger die als kind het blad ook las. Het stripblad verscheen oorspronkelijk van 1975 tot halverwege de jaren tachtig. Na talloze naamswijzigingen en samenstellingen verdween het in 1999 van de markt. De oplage van de tweewekelijkse Eppo ligt rond de 18.000. Het blad heeft 8.000 abonnees.

Komt Eppo, waar veel werk van Nederlandse makers in staat, uit de kosten? ‘Dat is heel lastig om te zeggen omdat Eppo ook weer uit allerlei takken bestaat. Je hebt het blad, de albums van de uitgeverij en ons eigen verkoopkanaal,’ zegt Van Bavel. ‘Op een gegeven moment maak je bijvoorbeeld verlies met het blad maar winst via de nevenactiviteiten. Ik heb vorig jaar een paar stripalbums uitgebracht om te zien wat dat in de markt doet. Ik denk dat ik eind van dit jaar daar meer over kan zeggen.’ Volgens Van Bavel is het belangrijk voor de Nederlandse strip dat er in Eppo strips voorgepubliceerd worden. Stripmakers kunnen niet leven van de albumverkoop dus voorpublicaties zijn een belangrijke inkomstenbron.

Vrolijke weekbladen in de kiosk
Van Por Dios worden er iedere maand 30.000 exemplaren gedrukt en verspreid onder 3500 verkooppunten. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Zone 5300, zijn de bladen van Van Bavel wel in de schappen van de kiosk te vinden. Net als de Donald Duck. Het vrolijke weekblad is met een oplage van 310.000 immers nog steeds marktleider.

Donald Duck is het allergrootste stripblad van Nederland, geen andere titel komt zelfs in de buurt,’ aldus Fiona Cordes, senior brandmanager ‘Kids’ voor Sanoma, dat onder meer meidenblad Tina, Cars en Nickelodeon Magazine op de markt brengt. Sanoma heeft het alleenrecht op Disney in Nederland en geeft enkele bladen uit met Disneystrips en -karakters.

‘De totale markt voor kindertijdschriften stijgt, er zit alleen een daling in de preschool-markt,’ aldus Cordes. De markt voor jeugdstripbladen wordt grotendeels gekenmerkt door bladen die zijn opgehangen aan een serie, thema of tv-zender. Bijvoorbeeld Disney XD en Ben 10 Magazine, gelieerd aan Cartoon Network. De jeugdbladen bevatten naast strips vaak ook puzzels, games- en gadgetnieuws en geïllustreerde verhalen en zijn gericht op specifieke doelgroepen.

Duckstad Twitter
Hoewel de Donald Duck primair bedoeld is voor kinderen tussen 7 en 12,  is het ook een blad voor het gehele gezin en worden de avonturen uit Duckstad ook gelezen door mannen tussen de 20 en 49. Om de doelgroep te bereiken, zet Sanoma ook nieuwe media in. ‘Duckstad Twitter is een groot succes; meer dan 10.000 followers en dat groeit nog iedere dag. In november vorig jaar werd de eerste Donald Duck Ei-phone app gelanceerd. Ook zal Donald Duck op de iPad niet lang op zich laten wachten,’ aldus Cordes. Zone 5300 houdt het voorlopig op een volwaardige website naast de papieren versie, waar geregeld artikelen, recensies en strips op gepubliceerd worden.

Digitaal uitgeven is een groeiende markt, erkent Croezen. ‘Het mooie is dat digitale nummers van Kwynk altijd te koop blijven. En er komen steeds meer online kiosken bij, waar we Kwynk ook kunnen aanbieden. Het blad loopt nu nog niet storm. Dit komt deels omdat we ons nog niet veel met promotie hebben beziggehouden, maar we verwachten dat er binnenkort een stijgende lijn in zit.’

Oud-papier
Croezen denkt zelfs dat we over tien jaar geen strips meer op papier zullen lezen: ‘Dan is er ook geen krant meer te koop op straat. Kijk maar naar vinylplaten, dat is alleen nog maar handel voor DJ’s en nostalgische lui. Met papier zal het net zo gaan. Kranten zitten nu al in problemen en gaan steeds meer online. Ik vind het ontzettend knap van Rob van Bavel dat hij Eppo nog in de winkel krijgt, maar ik vraag me af hoe lang dat nog gaat duren.’

Van Bavel: ‘Daar kan hij best gelijk in hebben. Ik denk dat de Eppo-doelgroep, mannen in de veertig, een verbintenis hebben met papier en graag strips op papier blijven lezen. Maar die groep wordt steeds kleiner en als het kostentechnisch niet meer haalbaar is, zal het stoppen.’

Van Vugt is optimistischer: ‘Papier zal zeker afnemen, maar dat geldt vooral voor tijdschriften en kranten die toch na een paar dagen in de kattenbak verdwijnen. Maar nichetijdschriften als Zone 5300 en Eisner (gericht op literaire beeldverhalen, red.) wil je gewoon op papier lezen. Dat zijn collector’s items, geen wegwerpartikelen.’ Bij Sanoma zien ze nieuwe media als een middel om nieuwe doelgroepen aan te boren en de positie van de mannendoelgroep te versterken, maar papier zal niet verdwijnen. ‘Over 10 jaar valt nog altijd wekelijks het vrolijkste weekblad van Nederland op de deurmat!,’ aldus Fiona Cordes.

Tijdschriftenbak
Behalve bovengenoemde titels bevat de tijdschriftenbak nog andere stripbladen. Een selectieve greep:

Geïnteresseerde striplezers halen hun informatie onder andere uit Zozolala en Stripschrift. De liefhebber van pulpstrips en het werk van Fred de Heij leest het eigenzinnige blad Pulpman. Bekend maar vooral nieuw talent is te vinden in het onregelmatig verschijnende De Lijn. Eisner, vernoemd naar de beroemde stripmaker Will Eisner, bevat beeldverhalen met een literaire inslag.

Dit artikel is woensdag 2 maart in Het Parool gepubliceerd.

Categorieën
Fotoblog

Keep on joggin’!

Categorieën
Fotoblog

Raadhuisstraat

Walking home from work…

Categorieën
Striprecensie Strips

Celluloid: spaatje blauw

De Engelse illustrator/stripmaker/kunstenaar Dave McKean heeft zijn strepen verdiend in de stripwereld. Iedereen die wel eens een deeltje van Neil Gaimans Sandman heeft gelezen, kent zijn intrigerende covers. Samen maakte ze ook de strip Violent Cases, waar McKean in 1987 mee doorbrak. Ook heeft hij met Grant Morrison Arkham Asylum gemaakt, vele cd-covers en de film Mirror Mask geregisseerd. Kortom, van iemand met kaliber mag je wat verwachten.

McKeans Celluloid wordt een erotische grafische roman genoemd. Het boek gaat over een vrouw die het maar niet lukt om een afspraak te maken met haar minnaar. Ze ontdekt een oude projector die geladen is met een erotische film. Ze raakt in de ban van deze film en tijdens het kijken opent een portaal naar een wereld vol met hitsige dromen en fantasieën. Ze wordt als het ware door de pornografische wereld van het celluloid opgeslokt. Wat volgt is een reeks seksscènes waarin de vrouw aan haar gerief komt. McKean citeert stijlen van verschillende kunstenaars. Van Gustav Klimt, Picasso en Salvador Dali. Iedere keer wanneer de vrouw een orgasme beleeft, schakelt McKean over in een andere stijl.

Celluloid is ook geen strip, maar eerder een kunstboek waarin de kunstenaar zijn spierballen laat zien.

Celluloid is geen porno: de platen van McKean mogen oogstrelend zijn, opwindend zijn ze niet. Als porno is dit dus een glas spa blauw: geen prikkels. Voor wat een grafische roman genoemd wordt is het verhaaltje overigens behoorlijk mager. In dat opzicht lijkt Celluloid wel weer op porno. Misschien moet McKean de volgende keer weer samenwerken met een goede scenarist, want dat zou het leesgenot ten goede komen.

Uitgeverij Silvester heeft een mooie hardcover uitgebracht, maar aangezien het verhaal tekstloos is, mag je je afvragen waarom er een Nederlandse editie van nodig was.

Celluloid raad ik vooral aan voor de McKean-fans. Liefhebbers van pornografie of grafische romans komen met andere uitgaven beter aan hun trekken.

Dave McKean – Celluloid
Uitgeverij Silvester, € 24,95
SBN: 9789058855558 (hardcover)

2vd5 sterren

Categorieën
Fotoblog

Dutch landscape in the year 2011

I took this shot from the train, somewhere between Naarden-Bussum and Weesp, heading home. The train windows are a bit dirty – but that’s nothing new. Luckily some asshole didn’t spray any graffiti on them so there is still a view to be seen. To me this is a typical Dutch landscape.

Categorieën
Media

Natuurlijk moet je cartoons niet verbieden!

De rust lijkt inmiddels weer teruggekeerd op de opiniesite Joop.nl. Vorige week werd er nog een cartoon verwijderd nadat het VARA-personeel bedreigd was.

Die bedreigingen gingen sommige medewerkers overigens niet in de koude kleren zitten. Paul de Leeuw was er zo van geschrokken dat hij tijdens de Madiwodovrijdagshow in de camera de bedreigers toesprak om hem vooral met rust te laten: hij had immers de cartoon niet geplaatst? Voor bedreigingen moest men bij de redactie van Joop zijn en dan bij hoofdredacteur Francisco van Jole in het bijzonder.

Hoewel De Leeuw daar een punt maakte – dat de bedreigers hun gelijk moeten halen met de maker en de redactie van de site, niet het gehele VARA-bestand – was het natuurlijk niet zo kies om in een liedje Van Jole boos aan te spreken en aan te sporen tot het nemen van ontslag. In dit soort gevallen moet je mijns inziens vooral boos zijn op de bedreigers, niet op mensen die hun recht op vrije meningsuiting uitoefenen.

De dag erna maakten De Leeuw en Van Jole het overigens weer goed in datzelfde programma.

De Leeuw: “Wat sommige mensen belachelijk vonden is dat ik een collega afviel in het openbaar. En daar geef ik ze ook wel een beetje gelijk in. Het tweede punt is dat ik zei dat de bedreiger naar de mensen toe moest die verantwoordelijk zijn. En dat neem ik mezelf heel kwalijk. Bedreigen is iets dat je niemand aan mag doen en iets dat je een ander niet gunt. Mag ik de kroonprinses citeren? Dat was een beetje dom van me.”


(Mocht de embedcode niet werken, bekijk hier het fragment.)

Een opvallende uitspraak van Van Jole hierin vond ik dat de redactie al eerder de cartoon van de site wilde halen. Geert Wilders weigerde namelijk met een verkiezingsdebat van de VARA mee te doen, zolang de omroep de PVV in de nazi-hoek duwde. Toen Joop.nl Geerts eis wilde inwilligen, wilde de politicus alsnog niet naar het debat komen. Typisch Wilders natuurlijk. Wel schreeuwen, maar als je je zin krijgt, dan alsnog niet toegeven. Hij is er immers meer bij gebaat als er om de zaken heen wordt gedraaid. Hij ziet ongetwijfeld liever dat VARA-personeel met elkaar strijdt dan dat er inhoudelijk over zijn tuigdorp-plannen wordt gesproken.

Overigens was De Leeuw niet de enige die zijn afkeer van de cartoon liet blijken. Eerder stond er al een column van Paul Witteman in de VARAgids waarin hij de cartoon afkeurde. Ik hoorde zijn collega Jeroen Pauw in korte quote op Pownews zeggen dat een site als Joop helemaal niet bij de VARA thuishoort.
Natuurlijk mag je als collega’s onderling van mening verschillen.

Ik vind dat iedere cartoon geplaatst moet kunnen worden. Ongeacht wie zich er door beledigd zou kunnen voelen. Als je daar namelijk gehoor aan gaat geven, is het einde zoek. Ook als je gehoor geeft aan bedreigingen. Je wilt toch niet in een land leven waar bij het minste geringste bedreigingen worden geuit en dat dit leidt tot (zelf)censuur?

Het kan overigens nog veel gekker dan een cartoon die wat de goede smaak betreft op het randje zit. Collega stripjournalist Peter Breedveld, wiens visie op het beeldverhaal ik zeer waardeer, liet zich een paar weken geleden in een reeks tweets uit over de PVV. Breedveld schreef naar aanleiding van de discussie over het sturen van een politiemissie naar Afghanistan op twitter dat de VN zijn troepen beter naar Nederland kan sturen om PVV’ers dood te schieten.

Die ene tweet, die uit de context van een reeks werd gehaald, zorgde voor een hele rel. Belachelijk, zegt u? Kennelijk de normaalste zaak van de wereld in Nederland anno nu.

Categorieën
Fotoblog

Hey Batsy

A Batman outfit standing guard at the costume shop where I shot a video during Halloween.

Categorieën
Strips

Joop verwijdert omstreden Wilders-cartoon

De redactie van Joop.nl, de debatsite van de VARA, heeft een omstreden cartoon van Adriaan Soeterbeek verwijderd nadat er bedreigingen naar medewerkers van de VARA waren geuit.

Dat laat de omroep vandaag weten.

Toen Gregorius Nekschot in 2008 werd opgepakt in verband met een paar cartoons die hij gemaakt had, gingen mijn nekharen overeind staan. Je moet in cartoons ieder onderwerp kunnen behandelen die je wilt. Of een cartoon smaakvol is, is en andere vraag en niet relevant als het om vrijheid van meningsuiting gaat. Ook nu voel ik mij ongemakkelijk bij de cartoonkwestie op Joop.

‘Deze beslissing hebben we niet lichtvaardig genomen,’ aldus het VARA-bestuur. ‘Als journalistieke organisatie tillen we zwaar aan de vrijheid van meningsuiting. Bedreigingen mogen geen invloed hebben op het beleid en de journalistieke afwegingen. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin het veiligheidsgevoel van medewerkers dermate wordt aangetast, dat ze niet meer op een goede manier hun werk kunnen doen. Dat laatste heeft bij deze concrete situatie in onze afweging de doorslag gegeven. De VARA heeft van de bedreigingen overigens aangifte gedaan bij de politie.’

De cartoon zelf vond ik ook niet erg smaakvol. De gewraakte cartoon is gemaakt naar aanleiding van het PVV-plan om ‘tuigdorpen’ in te richten. Op de cartoon is te zien hoe kampleider Wilders het ‘tuig’ naar de douche leidt. De vergelijking met de Tweede Wereldoorlog en concentratiekampen, waar miljoenen joden zijn vergast, is dus snel gelegd. Een beetje platgetrapt gras natuurlijk, die vergelijking tussen Wilders en de nazi’s. Nogmaals: geen smaakvolle vergelijking, maar de aanhangers van een politieke partij die zo prat gaat op die vrijheid van meningsuiting zouden zicht toch wat toleranter mogen opstellen.
wilderstweet

Het plaatsen van de cartoon was voor Geert Wilders reden om zijn hoofd niet te laten zien op het verkiezingsdebat ‘De slag om de Eerste Kamer’ op woensdag 16 februari, want dat was een VARA programma. Sterker nog: niemand van de PVV mocht nog praten met de VARA. Dat deze publieke omroep-haters niet altijd weten wie er wel of niet voor welke omroep werken, bleek toen Hero Brinkman Giel Beelen te woord stond in diens radiogrogramma.

Technisch gesproken heeft Geert Wilders natuurlijk de cartoon niet verboden, maar vanwege een plaatje meteen een hele omroep boycotten is natuurlijk op zijn minst kinderachtig te noemen.

Ik mag hopen dat Wilders zijn achterban, waar ongetwijfeld de bedreigingen vandaan zijn gekomen, wel toespreekt en afstand doet van de geuite bedreigingen.

Ik vind het erg jammer dat de VARA heeft besloten de cartoon te verwijderen. Al begrijp ik heel goed dat de veiligheid van de medewerkers voor gaat. Ik sta zelf ook op de loonlijst van de VARA, zij het parttime en voor een andere site. Ik weet overigens niet welke bedreigingen er geuit zijn.

Categorieën
Mike's notities

Lentegevoel

Mijn lentegevoel
verdwijnt door
sneeuw voor
de zon

Categorieën
Media

Thematisch aanbieden

Ilustratie: Paul Stellingwerf

Vrijdag was ik samen met vriend Jooper op stap in platenzaak Concerto. Mooi woord is dat trouwens, platenzaak. En passend, want er wordt daar ook nog steeds vinyl verkocht. Naast cd’s, boeken en tegenwoordig ook strips.

Jooper is van het vinyl, ik vind muziek van een plastic schijfje ook prima. Al vind het ik het wel een leuk nostalgisch idee, een pick-up met een draaiende zwarte schijf erop.

Terwijl Jooper met zijn neus in de platen dook, zocht en vond ik tussen de cd’s The Basement Tapes van Bob Dylan en The Band. Het viel me op dat ze in Concerto boeken en cd’s niet gescheiden houden. Naast de cd van The Basement Tapes lag een boek over dit legendarische album uitgestald. In de hoek lagen nog meer Dylan-boeken en die bundeling van strips over The Beatles die vorig jaar bij Silvester Strips verscheen. Ook tussen de cd’s lagen allerlei boeken over de albums en de betreffende artiesten.

Goed, het plaatje is wel duidelijk denk ik. Het equivalent van gerelateerde artikelen onder een blogpost en tips die je krijgt als je online iets aanschaft. Thematisch samenstellen is een goede manier om je waar aan de man te brengen. Ook in een platenzaak.