Categorieën
Media

Dye Transfer Printing

Tijdens een recent bezoek aan Foam leerde ik over een interessant ontwikkel procedé genaamd Dye transfer printing.

Deze techniek wordt namelijk gebruikt door fotograaf William Eggleston waar een tentoonstelling van was. Eggleston maakt prachtige foto’s van heel alledaagse zaken. Door het kleuren procedé dat hij gebruikt, is de saturatie van de kleuren extra hoog, wat deze alledaagse zaken juist larger than life maken.

© William Eggleston.

Behalve de kleuren maakt Eggleston heel interessante uitsneden. Mensen snijdt hij vaak half af. Ze zijn onderdeel van de compositie, maar de foto draait niet om hen per se. Hier worden de twee heren weliswaar centraal in beeld gebracht, maar dat is omdat de heren natuurlijk precies dezelfde houding aannemen. Ik vind het een bijzondere en grappige foto.

© William Eggleston.

En ook als hij een reclamebord met tekst fotografeert, brengt hij deze zo in beeld, dat de tekst maar half te lezen is. Het effect hiervan is dat wat er staat ondergeschikt wordt, maar je juist gaat letten op andere zaken, zoals hoe het er staat. Het lettertype valt je meteen op en hoe de tekst een onderdeel is van een omgeving.

De foto’s van Eggleston lieten mij weer anders naar Amsterdam kijken. Toen ik Foam weer uit liep, zag ik allerlei mooie details op gebouwen die me eerder niet waren opgevallen. De werkelijkheid werd even surreëel. Dat is de kracht van goede fotografie.

© William Eggleston.

Tot slot nog even wat Dye Tranfer Printing is. In Foam leggen ze dat nauwgezet uit:

Categorieën
Film Media

Twin Peaks fanzine

De Filmkrant van mei 2017 heeft als extraatje een Twin Peaks fanzine. Erg leuk bedacht. De Filmkrantredactie kijkt net als de rest van ons uit naar het derde seizoen van deze cultserie.

Vanaf 21 mei wordt Twin Peaks in de States uitgezonden op Showtime, maar het is nog niet bekend welke Nederlandse zender deze mooie taak op zich gaat nemen. Ik hoop eigenlijk op Netflix, maar als dat niet het geval is zal het downloaden worden.

De NPO zit namelijk al jaren niet meer aangesloten op mijn televisie. Ik kijk hoogstens via de app soms uitzendingen terug en dan alleen informatieve programma’s als Tegenlicht.

Downloaden doe ik sinds Netflix eigenlijk niet meer – te veel gedoe. Maar voor Twin Peaks maak ik graag een uitzondering.

Wordt dit seizoen net zo bijzonder als het eerste? Waarschijnlijk niet. De meeste revival- of retroseries vallen immers tegen. Dingen worden op een bepaald moment gemaakt en passen om de een of andere reden precies in de tijdsgeest. Sterker nog, die dingen bepalen die geest vaak. Ze zetten de toon. Als men jaren later de magie opnieuw probeert te creëren, mislukt dat meestal.

Maar zelfs mindere David Lynch is nog steeds David Lynch. En hetzelfde geldt natuurlijk voor Twin Peaks. De nieuwe serie zal niet hetzelfde zijn als vroeger, en dat maakt het juist interessant om te gaan kijken. Veel van dezelfde personages komen weer voor, maar dan 25 jaar verder. Ik ben benieuwd. Jij ook?

Om alvast een beetje in de stemming te komen, heb ik Het geheime dagboek van Laura Palmer uit de kast gehaald. Dit exemplaar kocht ik jaren geleden bij Bonte Boeken, een fantastische tweedehandsboekwinkel in Hoorn. Ik was zo blij dat ik het boek gevonden had, dat ik het dubbele bedrag betaalde dan ervoor gevraagd werd. Dus ik betaalde slechts 1 euro voor dit kleinood. Eigenlijk ben ik er nooit aantoe gekomen om het boek, dat door Jennifer Lynch werd geschreven, te lezen. Jennifer Lynch is de dochter van David.

Er is ook een boek met de transcripties van de tapes van Agent Cooper, maar daar heb ik nooit een exemplaar van kunnen vinden. Van Natasja van Loon kreeg ik wel jaren geleden een cassettebandje met daarop Coopers tapes. Om Cooper zelf te horen spreken is eigenlijk nog mooier dan het boek lezen.

Categorieën
Strips

Suske en Wiske vernieuwd

Suske en Wiske hebben een restyling ondergaan die voor het eerst zichtbaar zal zijn in album 339: De planeetvreter.

Een van de fascinerende zaken aan langlopende stripreeksen vind ik de vraag hoe de makers deze reeksen interessant houden voor jonge lezers. Bij Amerikaanse comics wringen de makers zich soms in behoorlijke bochten om de boel te vernieuwen, wat vaak vervelende retcons tot gevolg heeft.

Hoe houd je Suske en Wiske boeiend voor een nieuw jong publiek? Het is een reeks die al sinds 1945 loopt. Daarmee is het de langstlopende Nederlandstalige stripreeks.

Uit Amoras 4: Wiske.

Amoras
Eerst bedachten ze bij Standaard Uitgeverij de spin-off reeks Amoras, met een versie van de strip die meer volwassenen is en oudere jongeren moet aanspreken. Nu loopt De kronieken van Amoras. Ook gemaakt door Marc Legendre en Charel Cambré. Ik heb daar nog geen deel van gelezen, maar die strips zijn dus in dezelfde stijl als de eerdere delen en spelen zich af in hetzelfde universum.

Goed, hoe pakt de uitgeverij de oude bekende reeks aan?

Standaard Uitgeverij besloot het stripduo voor het eerst in tien jaar te restylen. Of zoals ze het zelf zeggen: ‘De uitgeverij besloot te investeren in een meer eigentijds karakter om tegemoet te komen aan de belevingswereld van de jeugd. Met vernieuwende verhaallijnen, eigentijdse kleding en moderne technologie.’ Het eerste album dat de vernieuwde stijl uitdraagt is het De planeetvreter.

Onderzoek
Aan de restyling van Suske en Wiske ging een uitgebreid onderzoek vooraf, want in tien jaar tijd is er veel veranderd. Vooral voor de jonge lezer, die opgroeit in een tijd waar alles snel gaat en de techniek voorop staat. Dat uit zich in spannende verhaallijnen, extra actiescènes, aflopende pagina’s en meer close-ups. Op die manier komt Standaard Uitgeverij tegemoet aan de belevingswereld van de nieuwe Suske en Wiske-generatie.

‘We vinden het belangrijk relevant te blijven voor onze lezers’, vertelt Toon Horsten, Uitgever Strips bij Standaard Uitgeverij. ‘Daarom hebben we heel bewust gekozen voor onderzoek onder de doelgroep van de toekomst, onze jonge lezers tussen de acht en twaalf jaar. We waren benieuwd naar wat zij van Suske en Wiske vinden. Weten zij wie het zijn? Welke personages vinden ze het leukst? En wat voor verhalen lezen ze graag? Met deze resultaten in het achterhoofd kwam De planeetvreter tot stand. We zijn ontzettend trots op deze nieuwe uitgave.’

Motion comics?
Ik ben eigenlijk heel benieuwd naar de antwoorden die er bij het onderzoek werden gegeven. En benieuwd naar hoe deze restyling eruit ziet. Is deze alleen cosmetisch, of gaan de stripmakers helemaal los bij de digitale versies en omarmen ze de mogelijkheden die digitale strips te bieden hebben en gaan ze meer de motion comic kant op? Dat laatste waarschijnlijk niet.

Ook denk ik dat er niet heel veel veranderd is aan Suske en Wiske en dat in de kern de reeks gewoon nog is zoals die is. Dat de stripmakers qua manier van vertellen een meer moderne wijze kiezen, is slim, want je moet inderdaad aansluiting houden bij de beoogde doelgroep. Als de smaak van die doelgroep verandert, moet je daarin deels meegaan. En dat kan heel goed zonder het basisconcept van zo’n strip te verloochenen.

Zelf vond ik de strips gemaakt door het huidige duo Peter van Gucht, scenarist, en Luc Morjaeu, tekenaar, erg vermakelijk. Zelfs al ben ik als veertigjarige lezer natuurlijk niet de doelgroep van Suske en Wiske.

Ondertussen probeert men ook de oudere fans niet te vervreemden. Voor hen is er Suske en Wiske Classics. Heruitgaven van klassieke verhalen in een nieuw jasje. Samen met De planeetvreter verschijnen op 17 mei: Het geheim van de gladiatoren, De duistere diamant, De schat van Beersel en De groene splinter.

Categorieën
Juniorpress Strips

Nederlandse Marvel-uitgaven stoppen

In september 2017 stopt Standaard Uitgeverij met de Nederlandse versies van Marvel Comics.

En daarmee komt er na twee jaar dus toch weer een einde naar Nederlandse Marvel Comics. Standaard Uitgeverij begon in 2015 met een reeks series die begonnen bij het zogenaamde Marvel NOW!. Toen schreef ik voor Stripgids een artikel over deze lijn.

Kennelijk lopen deze Nederlandse Marvel-strips dus niet lekker in België en Nederland. Ik vermoed dat de meeste Marvel-lezers de Amerikaanse uitgaven volgen, en dat de jonge garde waar SU op hoopte eerder games speelt dan strips leest. Daarbij zullen mensen die de superheldenfilms van Marvel tof vinden, niet meteen ook de comics lezen.

Het zal ook niet geholpen hebben dat de uitgaven in Nederland lang niet overal te koop waren. Vroeger lagen de comics van Juniopress gewoon in de supermarkt en menig kiosk. Dat is een lange tijd geleden.

Een paar weken geleden kwam Stripspeciaalzaak.be al met dit nieuws, maar zoals je weet heb ik een paar weken in een bubbel hard zitten werken aan mijn boek, vandaar dat ik er nu pas mee kom.

Op basis van de aanbieding van stripverspreider Van Ditmar heeft de redactie van Stripspeciaalzaak.be de conclusie getrokken dat Standaard Uitgeverij met de comics zal stoppen, want die stonden niet meer in de catalogus. Natuurlijk hebben ze dit wel even gecheckt met de uitgeverij, die heeft laten weten dat ze het contract met Panini niet zullen verlegen.

De lopende verhaallijnen worden nog afgerond en daarna komt er dus wederom weer een einde aan Nederlandse Marvel-comics. Ben benieuwd of in de toekomst iemand het toch weer probeert, of dat het nu definitief bekeken is voor Nederlandse Marvel in de Lage Landen.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Incubator

De dikke bundel Incubator presenteert een selectie van korte stripverhalen van kunstacademiestudenten uit verschillende landen. Daarnaast bevat het boek informatie over de geslecteerde academies en hun docenten.

Incubator is een project van Hans Lijklema, grafisch ontwerper, fervent stripliefhebber en auteur van verschillende boeken over grafische vormgeving en illustratie, zoals de succesvolle Free Font Index-serie en Design for Music. Lijklema selecteerde de beeldverhalen.

Het is natuurlijk fijn voor de studenten dat hun werk op deze manier openbaar wordt gemaakt. Zelf heb ik niet zo veel met dit soort compilatieboeken. Het is lastig te beoordelen wat de doelgroep van zo’n werk moet zijn.

Wie van korte verhalen houdt en het niet erg vindt om veel verschillende tekenstijlen te lezen, is Incubator een geschikte uitgave, vermoed ik. Ook voor uitgevers die op zoek zijn naar nieuw talent of mensen die willen weten wat er zoal op de stripopleidingen geproduceerd wordt.

Alle strips zijn het Engels, dus het is duidelijk dat men een internationaal publiek beoogd. Niet zo gek ook, want de geselecteerde strips komen uit verschillende windstreken.

Van studenten van de volgende academies is werk opgenomen. Uit Duitsland, Kunsthochschule Kassel en Folkwang Universität der Künste. Uit Nederland Academie Minerva en ArtEZ. L’École européenne supérieure de l’image uit Frankrijk, Sint-Lukas Brussels in België en The Center for Cartoon Studies in de VS.

In Incubator is ook werk opgenomen van oud-studenten die inmiddels hun sporen in het stripvak verdient hebben, zoals Sam Peeters (Kaasheld & Poephoofd en Iedereen op Claudia), Aischa Franz (Alien en Shit is Real), Sophie Goldstein (The Oven en House of Women) en Markus Färber (Reprobus). Ook is het boek een uitgebreide interview met James Sturm opgenomen. De gerenommeerd striptekenaar is medeoprichter van The Center for Cartoon Studies.

Incubator is uitgegeven door uitgeverij Palmslag.

ISBN: 978 94 917 7358 7,
€24,95. Hardcover. 

Categorieën
Strips

John Byrne stelt zichzelf voor

Afgelopen woensdag 10 mei was het kennelijk 40 jaar geleden dat de eerste X-Men comic getekend door John Byrne uitkwam. Op de X-Mail-pagina stelde hij zichzelf aan het publiek voor:

Bron: John Byrne Draws.

Dat blog meldt dus dat het 40 jaar geleden was. Nu is de coverdatum van X-Men #108 officieel december 1977. Zoals je wellicht weet geven coverdata aan wanneer de comics weer door de winkeliers teruggestuurd konden worden. Het is dus nooit de datum waarop een comic uitkwam. Meestal was dat een paar maanden eerder.

Maar goed, zelfs als het niet precies 40 jaar geleden was deze week, dan nog is het een mooie, bescheiden introductie van John Byrne – toch echt een van de betere tekenaars van Marvel van de afgelopen vijftig jaar.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Gipi’s schetsboek

Gipi of de gevoelige kracht is een van de tijdelijke tentoonstellingen in het Stripmuseum Brussel. Gipi’s digitale schetsboek biedt een boeiende blik op het werk van de stripmaker.

Gipi (Gianni Alfonso Pacinotti) werd in 1963 geboren te Pisa en maakt illustraties voor de Italiaanse uitgevers en de Italiaanse pers. Hij wordt in 2006 ontdekt na publicatie van zijn indrukwekkende grafische roman Aantekeningen voor een oorlogsverhaal (Appunti per una storia di guerra) waarvoor hij op het Festival van Agoulême de prijs voor het beste album in ontvangst mocht nemen. In datzelfde jaar wordt zijn verhaal De onschuldigen (Gli innocenti) genomineerd voor de Eisner Awards.

In het Nederlands is in 2013 Een verhaal verschenen bij Oog & Blik/De Bezige Bij.

Dit soort doorkijkjes en andere visuele elementen, laten zien dat de expositie met zorg is vormgegeven.

Gipi’s autobiografische strips en fictiealbums vertellen met bijzonder veel gevoel over de menselijke relaties. Gipi is een bijzonder originele auteur, realist van nature en expressionistisch naar de vorm. De kracht van zijn tekeningen en de zuivere verhaallijnen maken van hem een van de beste stripauteurs van deze tijd.

Sigarettenpraat
Opmerkelijk aan het werk van Gipi is dat hij geluidseffecten in tekstballonnen zet. Hij vindt namelijk dat geluiden deel uitmaken van het verhaal. Tekstballonnen lopen door tot het oor van het personage om aan te geven dat hij het geluid waarneemt. Sigaretten zeggen dat ze knisperen als de roker een trekje neemt. Sigaretten nemen dus deel aan het gesprek. Dat soort leuke feitjes ontdek je dus als je door de tentoonstelling loopt:

De expositie toont veel werk van Gipi op chronologische volgorde. De albums worden per stuk behandeld en ingeleid. Mooi aan de originele pagina’s is dat Gipi op het papier heeft geschilderd om de tekeningen in te kleuren. Dat kun je dus mooi van dichtbij bekijken.

Er zit ook heel vroeg werk bij uit 1976, zijn eerste korte verhaal. Gipi of de gevoelige kracht geeft dus een mooi overzicht van het werk van Gipi.

Schetsboek
Het leukste aan de expositie vind ik het kijkje in het schetsboek van de stripmaker. Zo’n tablet met tekenmateriaal maakt een expositie meer dan alleen strippagina’s op een muur.

De expositie is tot en met 3 september 2017 te zien in het Stripmuseum Brussel.

Categorieën
Fotoblog

Pakkend gelaser

Zelf ben ik niet zo’n fan van graffitikunstenaar Laser 3.14. Hij schijnt een aardige following te hebben, ook van mensen die zijn werk online publiceren, maar over het algemeen vind ik zijn slogans aanmatigend en belerend.

De ‘pakkend’ maakt deze echter grappig. Ik kwam ze tegen op de Brouwersgracht deze week.

Categorieën
Strips

Oude Storm

Een character sheet van Storm, gemaakt door tekenaar Dave Cockrum.

Bron afbeelding: Funnypages.tumblr.com.

Een character sheet moet de tekenaars een duidelijk beeld geven van hoe een personage eruit ziet. Kennelijk was het Cockrum die in 1977 bepaalde hoe Storm er toen uitzag.

Dave Cockrum (1943 – 2006) tekende vroeger de X-Men en deed dat heel goed, vind ik. Samen met Len Wein creëerde hij Storm, Nightcrawler en Colossus.Samen waren Cockrum en Wein verantwoordelijk voor de herlancering van de serie X-Men in 1975.

Een paar jaar later krijgt de Afrikaanse schone die met haar mutanten-gave controle heeft over het weer, een make-over. Storm ging punk en liep met een Mohawk rond. Zo zie ik haar eerlijk gezegd het liefste. Want Storm is nogal een stoere dame. En dat mag je best aan haar zien.

Storm en Rogue. Illustratie: John Romita jr. en Dan Green.
Categorieën
Minneboo leest Strips

Van deserteur tot staatsburger

De Deense stripmaker Halfdan Pisket maakte een indrukwekkende trilogie over het leven van zijn vader.

De Deense stripmaker en videomaker Halfdan Pisket (1986) zit ontspannen in zijn stoel in een kamer van een Brussels hotel. Hij is uitgenodigd door het literaire festival Passa Porta om een beeldverslag van de programmaonderdelen te maken. Veel luchtiger werk dan de indrukwekkende en duistere striptrilogie die hij in de afgelopen jaren maakte, en waarvan in het Nederlands recent het tweede deel Kakkerlak is verschenen bij de jonge stripuitgeverij SubQ. Het derde deel, Staatsburger, kunnen we dit najaar verwachten.

Halfdan Pisket. Foto: Michael Minneboo

In de graphic novel Deserteur vertelt Pisket het levensverhaal van zijn vader die opgroeide in een welvarende familie in een klein dorpje in het grensgebied tussen Turkije en Armenië. Zijn beste vriend wordt gedood door het Turkse leger, zijn broer tijdens een demonstratie in Istanboel. De hoofdpersoon deserteert uit het Turkse leger en als hij zijn gevangenisstraf heeft uitgezeten emigreert hij naar Denemarken om te werken als gastarbeider, want ‘op de foto’s waren de Deense meisjes het knapst’. Kakkerlak en Staatsburger vertellen hoe hij langzaam afglijdt in een crimineel bestaan en uiteindelijk probeert zijn leven te beteren door een Deens staatsburger te worden.

Fragment uit Deserteur.

‘De graphic novels zijn op dezelfde manier gebaseerd op de geschiedenis van mijn vader als dat de film Titanic gebaseerd is op de geschiedenis van de Titanic. De strip heeft zeker de realiteit als basis, maar om een dergelijk project te doen, moet je dingen aanpassen. Ik wilde de feiten wel zo goed mogelijk hebben. Bijvoorbeeld, als mensen in Turkije gevangen worden genomen, is er dan een grote kans dat ze gemarteld worden, of was wat mijn vader overkwam een incident? Als het laatste het geval was geweest had ik het niet in het verhaal verwerkt. Mijn vader heeft gedeeltes gelezen. Ik denk dat sommige dingen te pijnlijk voor hem zijn.’

Pisket verwijst naar historische gebeurtenissen en beziet deze vooral vanuit een individuele beleving. In een flashback komt bijvoorbeeld de Armeense genocide aan de orde, waar Piskets grootvader getuige van was. ‘Ik vond dat ik het eerste verhaal niet kon vertellen zonder het hierover te hebben. Het verhaal speelt zich immers af in het conflictgebied en het was belangrijk dat het personage daar een standpunt over inneemt.’

Stripplaatje uit Staatsburger.

Gangster
Het project moest in eerste instantie een ode worden aan zijn vaders criminele daden. ‘Ik groeide op met rapmuziek. Mijn vrienden en ik keken op tegen grote criminele machomannen zoals Scarface en de dealers uit de Pusher-trilogie van Nicolas Winding Refn. Maar al snel zag ik dat het verhaal van mijn vader zou eindigen in de gevangenis of met zijn moord. Dat verhaal wilde ik niet vertellen. De strips moesten nu allereerst gaan over immigratie naar Europa. Door het huidige politieke klimaat in Denemarken voelde ik me genoodzaakt mijn kennis over dit onderwerp te gebruiken. Ik wil aan mensen van de Deense Volkspartij en zoals die Geert Wilders bij jullie laten zien dat hun ‘vijand’, namelijk de immigrant, eigenlijk over hetzelfde droomt als zij: een vast inkomen, familie en zekerheid. Na 11 september 2001 begon ik veel over de rol van immigranten in Denemarken na te denken. Toen veranderde de perceptie van de mensen. Ze waren echt bang. Daarvoor had ik nooit expliciet racisme meegemaakt; daarna wel. Ik woonde al drie jaar in mijn appartement, en op een dag haastte ik me naar de voordeur die al openstond. Een man die binnen stond probeerde de deur dicht te duwen om mij buiten te houden. Ik duwde mijn voet tussen de deur en deurpost en toen zei hij: “We willen jouw soort niet in ons huis.” Als dit soort dingen je overkomen, denk je altijd dat je de volgende keer erop bent voorbereid, maar iedere keer overvalt het je en raak je soort van verlamd.’

In Staatsburger zien we onder andere hoe het hoofdpersonage na 11 september wantrouwend wordt aangestaard in de supermarkt.

Tatoeage
Voor research wilde Pisket zijn vader intensief interviewen, maar dat ging niet zo makkelijk. ‘Mijn vader is iets van dertig jaar crimineel geweest, dus zodra je een recorder op tafel legt, slaat hij dicht. Als je heel gericht naar dingen vraag, heeft hij het idee dat hij weer door de politie ondervraagd wordt. Toen mijn vader echter tekenen van dementie begon te vertonen besloot ik hem dingen te vragen voordat het te laat was. In plaats van mij te focussen op de misdaden, wilde ik zijn geschiedenis weten vanaf zijn vroegste herinnering. Drie keer per week kwam ik bij hem om te eten.’

Weer thuis schreef Pisket alles op van wat er die avond besproken was en verwerkte ook veel van zijn eigen ervaringen in de boeken. ‘Als er een belangrijke gebeurtenis plaatsvindt in de strip zoek ik iets vergelijkbaars dat ik zelf heb ervaren en dan kijk ik of mijn vader op dezelfde manier zou reageren.’
Op Piskets vingers staat ‘livs træt’ getatoeëerd, wat ‘levensmoe’ betekent. Pisket liet dit plaatsen nadat zijn beste vriend zelfmoord pleegde. Dit trauma verwerkte hij in de strip. ‘Door de dood van mijn vriend was ik zo gechoqueerd dat ik niets meer kon. Ik was 20, hij 21. Toen begonnen mijn vader en ik te praten over hoe hij zijn beste vriend en broer verloor. Op dat moment zag ik voor het eerst dezelfde duisternis bij hem die ik in mezelf ook ervaar. Eigenlijk is voor mij het belangrijkste aan dit project dat mijn vader van een goede vriend veranderde in mijn beste vriend.’

Halfdan Pisket: Deserteur en Kakkerlak.
Uitgeverij SubQ

Geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #17.

Categorieën
Media Mike's notities

Instant met vertraging

Sinds Instagram heeft zitten rommelen aan de chronologie van de tijdlijn, vind ik de app een stuk minder leuk. Als ik nu inlog, krijg ik als eerste updates van vier dagen geleden te zien, en daarna staat alles door elkaar.

Hoezo heet het eigenlijk nog Instagram? Daar is nog maar weinig ‘instant’ aan.

Ik vraag me af waarom mensen de neiging hebben om aan dingen te blijven rommelen. Als iets werkt, niet meer aanzitten. Maar nee, dan moet je echt bij Facebook zijn. Een bedrijf dat constant nieuwe manieren bedenkt om geld te verdienen. Dat is volgens mij de belangrijkste reden dat dit soort zaken worden aangepast.

Ik merk in ieder geval dat ik door deze aanpassing al een stuk minder inlog. Misschien moet ik Facebook dankbaar zijn voor de tijdbesparing die dat oplevert.

Categorieën
Mike's notities

Loslaten

De afgelopen weken was ik non-stop bezig met werken. Als ik niet aan mijn boek Mijn vriend Spider-Man zat, was ik aanwezig op het Imagine Filmfestival. Tussendoor interviewde ik Mick Peet en Erik Varekamp over hun strip De Kennedy files en schreef ik wat artikelen.

Spider-Man vs Venom. Todd McFarlane. ASM #317.

Maar ik was dus vooral bezig met het redigeren van Mijn vriend Spider-Man. Van de redacteur had ik het manuscript teruggekregen met aantekeningen die ik verwerkt heb. Ook heb ik nog delen van de tekst geschrapt. Allemaal standaardprocedure bij het schrijven van boeken, maar voor mij een compleet nieuwe ervaring omdat het mijn debuut is.

En een heel leerzame ervaring. Er is namelijk niet een manier waarop je iets kunt vertellen. Tekst kan altijd beter en vaak korter.

Het boek ligt nu bij de afdeling opmaak. Er is niets meer wat ik aan de tekst kan veranderen. Aan de ene kant geruststellend, aan de andere kant ook heel spannend. Op een gegeven moment moet je het loslaten. Daar ben ik de komende dagen mee bezig.

De boekpresentatie is trouwens 7 juni in Scheltema in Amsterdam. Aanvang 17 uur. Hopelijk zie ik je daar.