Categorieën
Fotoblog Strips

Tot zover januari 2016

Het is alweer de laatste dag van de maand januari. En dan te bedenken dat we gisteren nog aan de oliebollen zaten en de atmosfeer vervuilden met vuurwerk. De tijd vliegt. Hier mijn favoriete plaatjes van de afgelopen maand van onder andere mijn Instagram-account.

eppo kalender januariDe hele maand keek Dirkjan mij guitig aan als ik de wc bezocht. Dankzij de Eppo-verjaardagskalender. Een leuke kop heeft ie die Dirkjan, daar niet van, maar ik ben toch blij dat ik 1 februari de bladzijde om kan slaan.
club de ville club de ville 02Ingang tot een feestje op de Westergasfabriek dat rond de jaarwisseling plaatsvond. Mooi artwork vind ik.

bunbun-t-shirt typex weer bowie typex bowieTijdens de Stripmaand in Scheltema hield Typex een lezing over zijn helden Bowie, Pontiac en Warhol. Fijn aan stripmakers een presentatie laten doen is dat ze hun eigen illustratiemateriaal tekenen. ochtendzon wolkendek wasco tekent op raamVoor Wasco was tekenen op papier niet genoeg dus begon hij bij Scheltema de etalageruit te verfraaien.

Kees van Kooten leest voor bij Scheltema tijdens de Stripmaand (januari 2016)Een paar maanden geleden interviewde ik tv-legende Kees van Kooten over zijn nieuwe boek Leve het welwezen. Omdat hij op dat moment in Frankrijk zat, verliep het gesprek telefonisch. Dat is voor het interview verder geen probleem, maar toch vond ik het jammer om Van Kooten niet face to face gesproken te hebben. Gelukkig gaf hij ook een lezing in Scheltema en kon ik hem ervoor even spreken. Van Kooten vond het artikel in Stripgids mooi opgemaakt en vroeg of hij het magazine mee naar huis mocht nemen. Dat was geen probleem natuurlijk. Daarna verraste hij me nog eens, want ik had gedacht dat hij heel veel over cartoons zou vertellen die avond, maar in plaats daarvan las hij vooral stukken voor uit ander werk en maar een klein stukje uit zijn nieuwe boek.

michael-minneboo-persprijs-Nuff said.

Categorieën
Strips

Persprijs Brussel gewonnen

Vrijdagmiddag 29 januari werd in Brasserie van Baerle bekend gemaakt dat mijn artikel Striperfgoed de persprijs Brussel heeft gewonnen. Hans van Loozenoord won de Persprijs  Wallonië voor Met de motor naar het slagveld.

michael-minneboo-persprijs-
Minneboo met zijn raket. Foto: Linda Delis.

Het bureau voor Toerisme België voor Wallonië & Brussel geeft sinds 1991 jaarlijks persprijzen aan journalisten en/of programmamakers voor hun toeristische publicaties over België. Voor de publicaties reikt de jury een Persprijs Wallonië en een Persprijs Brussel uit.

Vrijdag las juryvoorzitter Lou Lichtenberg het juryrapport voor:

Michael Minneboo staat in zijn verhaal stil bij het 25-jarig jubileum van het Belgisch Stripcentrum. Dit succesvolle museum waakt over het striperfgoed van België, maar heeft hiervoor eigenlijk te weinig middelen, zo blijkt uit interviews met betrokkenen. Het verwerven van nieuwe stukken en de nieuwe klimaatruimte voor de noodzakelijke opslag is dan ook een uitdaging voor het museum. Het helder en pakkend geschreven artikel geeft hiervan een positief kritisch beeld en is daarmee bijzonder informatief. De lezer krijgt zin om dit kwalitatieve museum in striphoofdstad Brussel te gaan bezoeken.

Nou vond ik het al erg leuk dat een artikel van mij een keer genomineerd is voor een prijs, maar nu ik hem dan ook werkelijk gewonnen heb vind ik het extra leuk natuurlijk. Zeker omdat de prijs in de vorm van een wel heel bekende stripraket komt. Iets wat overigens niet alleen dit jaar het geval is. De persprijzen hebben zien er al een paar jaar uit als de raket uit Kuifje. Niet zo gek natuurlijk met stripstad Brussel.

Voor zover ik weet is dit de eerste keer dat een artikel over het beeldverhaal een dergelijke prijs in de wacht sleept. Meestal worden bijzondere reisverhalen met deze prijzen gehonoreerd. Het was daarom extra leuk dat Willem De Graeve, de codirecteur en hoofd communicatie van het Stripmuseum Brussel, bij de lunch aanwezig was. Het interview met Willem maakt een belangrijk deel uit van het artikel dat ik over het stripmuseum schreef. Het stond een tijd geleden in de VPRO gids.

Sowieso vond ik de reacties op Facebook toen ik bekend maakte dat ik voor de Persprijs Brussel genomineerd was, hartverwarmend. Veel likes en felicitaties. Dat gaf een warm gevoel en maakte duidelijk dat mensen mijn werk lezen en waarderen. Dus voor iedereen die leuk reageerde deze week: hartstikke bedankt!

Categorieën
Minneboo leest Strips

Kees van Kooten: ‘Een goede cartoon zet je aan het denken’

Cabaretier en schrijver Kees van Kooten zou een boek met zijn favoriete cartoons samenstellen en deze toelichten. Toen kreeg hij een zware hartaanval en veranderde de aard van het boek. Toch valt er voor de stripliefhebber veel te genieten in Leve het welwezen.

Kees van Kooten leest voor bij Scheltema tijdens de Stripmaand (januari 2016)
Kees van Kooten leest voor bij Scheltema tijdens de Stripmaand (januari 2016). Foto: Michael Minneboo.

‘Nee, ik ben geen stripliefhebber,’ geeft Kees van Kooten ruiterlijk toe. ‘Maar ik waardeer sommige strips zeer. Little Nemo van Winsor McKay, vind ik fabuleus. Wat daarin gebeurt is bijna Dali-achtig. Verder hou ik van Le Petit Nicholas van Sempé, Kuifje ken ik natuurlijk en de fabelachtige productie van Dick Matena. Maar gewone stripverhaaltjes met bijvoorbeeld Michel Valliant, nee, daar heb ik nooit iets mee gehad. Zelfs Tom Poes niet. Prachtig wat Toonder deed, zeker tekstueel, maar een grote vermoeidheid overviel mij bij het lezen van die verhalen. Een uitzondering moet ik maken voor Kapitein Rob en dat komt omdat ik geabonneerd was op de Ketelbinkie krant. En Cowboy Henk van Kamargurka en Herr Seele, door die strip liggen mijn vrouw Barbara en ik onder de tafel van het lachen. Absurdisme ten top! Daar zijn de Belgen altijd ontzettend sterk in,’ vertelt Van Kooten enthousiast telefonisch vanuit zijn vakantiehuisje in Frankrijk.

De Nederlandse cabaretier en schrijver Kees van Kooten (Den Haag, 1941) behoeft weinig introductie. Jarenlang was hij samen met collega Wim de Bie op de televisie te zien en stimuleerde het duo de lachspieren van een groot aantal kijkers. Typetjes als de Vieze Man, de Turk Mehmet Pamuk en het Haagse duo Jacobse en Van Es zijn legendarisch. ‘We zijn wat Jacobse en Van Es betreft zeker geïnspireerd door tekenaar Jaap Vegter: die heeft ook veel van dat soort halve penozetypes getekend. Hij kon heel goed plat-Hagenaarse types tekenen, hun lichaamstaal en doen en laten neerzetten.’ Naast televisie maken schreef Van Kooten ook een stapel boeken. Hij schopte het zelfs tot stripfiguur in de reeks ‘De Kiekeboes’. In het album ‘De taart’ speelt verslaggever-ter-plaatse Koos Van Keeten namelijk een rolletje.

leve het welwezenWanneer een humorist pur sang als Van Kooten een boek schrijft over cartoons en cartoonisten, is dat natuurlijk verplicht leesvoer voor de stripliefhebber. De oorspronkelijke opzet van Leve het welwezen was het samenstellen van een bloemlezing nationale en internationale cartoons die Van Kooten echt goed vindt, voorzien van toelichting en commentaar. Het boek zou dus vergelijkbaar zijn met Van Kootens Mijn Plezierbrevier (2006) waarin hij komische verhalen selecteerde en vertaalde en Zo Wordt U Gelukkig (2010) waarin de humoristische poëzie van de Amerikaanse dichter Billy Collins centraal staat.

Poëtisch schokje
Van Kooten: ‘Ik was op zoek naar de cartoons die mij een poëtisch schokje bezorgen, omdat ze een herkenbare situatie schetsen waar je zelf vaak in ondergedompeld bent geweest. Als voorbeeld geef ik mijn favoriete cartoon uit de bundel, de tekening van Gluyas Williams (1888-1982) van de man die uit zijn bed stapt. Hij wil in zijn pantoffels stappen, maar die staan nog de verkeerde kant op. De cartoon toont wat ik een lekje in de werkelijkheid noem: een klein missertje. In het dagelijks leven gebeuren dingetjes waar je verstild in je eentje om moet lachen. Deze alledaagse dingetjes krijgen nooit de aandacht die ze verdienen en als iemand dan de moeite neemt om ze dan zo mooi, zo fantastisch smaakvol uit te werken, vind ik dat grote kunst.’

Gluyas Williams
Gluyas Williams

Van Kootens enthousiasme voor mooi tekenwerk en slimme cartoons wordt uit ons gesprek direct duidelijk. Vol bewondering praat hij over de gewassen tekeningen van Chas Addams (1912-1988), de cartoonist die ook de Addams Family bedacht, en de cartoons van Saul Steinberg (1914-1999) die als Roemeense immigrant de Amerikaanse cultuur met haar diners, architectuur en ambtenarij fabuleus in illustraties wist vast te leggen en te becommentariëren: ‘Hij is de tekenaar die op andere tekenaars het meeste invloed heeft gehad.’

Een slecht hart
Toch is Leve het Welwezen een ander boek geworden: tijdens de voorbereiding ervan kreeg de schrijver een zware hartaanval. Dankzij vijf bypasses voelt hij zich beter dan ooit tevoren: ‘De cardioloog zei dat ik een ontzettend slecht hart had. Dat heb ik me nooit gerealiseerd en gewoon alles gedaan. Maar door het slechte hart pompte het bloed te weinig rond en met die bypasses is dat nu sterk verbeterd, dus ik voel mij heel goed.’

Cartoon van Saul Steinberg opgenomen in Leve het welwezen.
Cartoon van Saul Steinberg opgenomen in Leve het welwezen.

Het boek gaat zowel over het herstel van Van Kooten in het ziekenhuis als over cartoons, want op een handige wijze weet de humorist beide onderwerpen slim aan elkaar te verbinden. ‘Tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis leefde ik eigenlijk twee en een halve week in een cartoon. Al die situaties waren cartoonesk,’ zegt Van Kooten. Ook brengt hij cartoons ter sprake door de heer Hartman te introduceren: een medepatiënt die ook aan zijn hart is geopereerd. De 85-jarige Hartman – de naam is bedacht door Van Kooten uit piëteit – is oud-werknemer bij de Nederlandse spoorwegen. Hij heeft een boekje dat vol staat met cartoons die eerder in het vakblad van de NS hebben gestaan. Hartman, die Gummbah een viezerik vindt en moderne cartoons maar niets, kan hartelijk lachen om de grappen uit de jaren vijftig terwijl Van Kooten die juist als belegen en flauw bestempelt. Een confrontatie tussen beide heren kan niet uitblijven. De dialogen tussen hen zijn op zichzelf al erg humoristisch, en ze stellen Van Kooten daarnaast in staat om verschillende cartoons en verschillende soorten humor te behandelen. Wat dat betreft is de confrontatie een gelukkig toeval die mooi uitpakt voor het boek. ‘De dialogen met meneer Hartman heb ik natuurlijk wel een beetje gepolijst en wat sneller gemaakt, maar verder is het allemaal gebeurd zoals het er staat. Dat noem ik keepersgeluk, toevallig geluk. Daar heb ik in mijn leven niet over te klagen gehad. Het feit dat mijn dochter Kim erbij was toen ik de kleinkinderen naar school bracht en die hartaanval kreeg, dat is het grootste geval van keepersgeluk.’

Examen
In Leve het welwezen gaat Van Kooten in op de aard van humor. Eigenlijk is het snappen van een grap een soort van examen doen, vindt de auteur. Hij schrijft: ‘Wie om een grap lacht, lacht uiteindelijk om zichzelf. Dat wil zeggen: hij lacht van tevredenheid over zijn getoonde begrip.’ Een interessante gedachte die impliceert dat humor ook angst met zich meebrengt. Van Kooten: ‘Jazeker. Denk maar aan een moppentapper op een verjaardag. Iemand zegt op een gegeven moment: “Ik weet een mop” en dan zie je iedereen gespannen naar voren buigen. Niet zo zeer om snel iets te lachen te hebben, maar omdat ze bang zijn dat ze de grap niet zullen begrijpen. Mensen zijn altijd bang geweest in gezelschap als iemand moppen vertelt. Of ze lachen overdreven hard om te laten merken dat ze hem doorhebben, of ze zwijgen en knikken fijntjes en dan zie je ze intussen denken. Als ik een mop/cartoon niet meteen doorheb, zit ik toch met een lichte schaamte. En dan vraag ik me af of ik de grap niet even aan mijn kleinzoon Roman moet voorleggen, want misschien kan hij hem uitleggen. Maar liever niet, want je wilt niet voor gek staan.’

Charles - Chas - Addams Dit is een van mijn favoriete cartoons.
Charles – Chas – Addams Dit is een van mijn favoriete cartoons.

The New Yorker
Overigens schuilt er in zekere zin ook een soort meneer Hartman in Van Kooten, want hij heeft grote bezwaren tegen de huidige trend die in cartoonland heerst. Vooral het tijdschrift The New Yorker en cartooneditor Bob Mankoff krijgen ervan langs: ‘Ik was erg teleurgesteld en werd steeds ontevredener over de kwaliteit van de cartoons in The New Yorker. Als je vroeger met je cartoon in The New Yorker stond had je het gemaakt. Die gouden jaren met Sam Cobean, Saul Steinberg, James Thurber, Chas Addams en noem ze allemaal maar op, die zijn voorgoed voorbij. Ik begrijp dat de humor is veranderd en daar moet ik ook in meegaan. Mankoff selecteert gemakzuchtig en harteloos materiaal en zelf maakt hij ook saaie en bloedeloze cartoons. Visueel voegt hij niets aan de tekst toe. Het grote verschil tussen toen en nu is denk ik dat er een ontzettende druk op de cartoonisten rust omdat ze in een hogere frequentie moeten produceren. Daarnaast was de tijd waar mijns inziens de mooiste cartoons in verschenen redelijk zorgeloos. We hadden natuurlijk wel de naweeën van de Tweede Wereldoorlog en de oorlog in Vietnam. Er gebeurde genoeg rotzooi, maar niet in de mate waarin we er nu kennis van nemen. Tegenwoordig voelen tekenaars zich gedwongen niet meer puur amusement te bieden, maar geëngageerd en becommentariërend te gaan tekenen. En zo ben ik redelijk verbaasd over het ontbreken van de smaakvolle, fijnzinnige, goed getekende cartoons, die niets met de politieke of actuele, economische of financiële werkelijkheid te maken hebben.’

© Ruben Oppenheimer.
© Ruben Oppenheimer.

Zwarte Piet
Daarbij heeft de auteur een hekel aan afgekloven clichés: ‘Geen kwaad woord over Ruben Oppenheimer hoor, maar ik zag van hem weer Zwarte Piet aan de mijter van Sinterklaas genageld alsof die het kruis van Christus is. Kijk, in de wereld van de cartoons wordt net als in de popmuziek gedoubleerd en gepikt. Hoeveel cartoons zijn er immers niet gemaakt over het onbewoonde eiland, over de dronken man en de dikke vrouw? Maar hoe vaak hebben we de kruisiging niet geparodieerd gezien? Eigenlijk kan die grap dus niet meer en zeker niet na Monty Python’s Life of Brian. Met die film is daar een punt achtergezet.’

Het Sempégevoel
Wat vindt Van Kooten dan wel een goede cartoon? ‘In het verband met het werk van Peter van Straaten gebruik ik in het boek het begrip teruglachen. Een goede cartoon moet jou beschamen. Je moet eigenlijk denken: “Jezus, wat is dat goed! Waarom ben ik daar niet eerder opgekomen?” Neem bijvoorbeeld een cartoon van Jerry Marcus, die overigens niet in de bundel is opgenomen. We zien een man en een vrouw die allebei in bed een boek zitten te lezen. Gezellig, gezellig, denk je als kijker in eerste instantie, maar dan kijkt de man op zijn horloge en zegt: “Ik moet weer naar huis.” Dan lach je terug, want je denkt dat het een getrouwd stel is, maar dan blijken het minnaar en minnares te zijn. Je verwacht dat die twee alleen even met elkaar neuken en dat de man dan weer naar zijn vrouw gaat, zoals dat in de praktijk gaat, maar in plaats daarvan toont Marcus ons een nieuwe kijk op zo’n relatie, die vergelijkbaar is met hoe een getrouwd stel doet. Een nieuwe kijk op een standaardsituatie zet je aan het denken en daarom vind ik het een goede cartoon. Je voelt zelfs dat je een beetje een rode kop krijgt, omdat je zo dom bent geweest om de situatie alleen op een heel burgerlijke manier te bekijken.’

Sempé
Sempé

De auteur heeft een voorkeur voor cartoons die je laten doordenken; cartoons waarvan de grap niet in een keer evident is. En een voorkeur voor visuele cartoons, het liefste ook nog zonder onderschrift, zoals het werk van Sempé. ‘Die maakt eigenlijk blije schilderijtjes. Ik ken niemand die in zijn eeuwige jongensachtigheid zo ontroerend meisjes van vijftien in een balletklasje tekent of jongens die met zijn zessen hand in hand in de golven springen. Dat zijn geen moppen, maar situaties die vertederen en waar je om moet glimlachen. En er zijn niet meer zoveel tekenaars die een stemming willen weergeven in plaats van grappen te maken. Denk maar aan de covers die Sempé tekende voor The New Yorker. Dan zie je op zesenveertig hoog een poes voor het raam spinnen en op de achtergrond staat iemand viool te spelen. Dat soort idyllische situaties noem ik het Sempégevoel.’

Tijdgebrek
Nu de 75-jarige cabaretier weer op de been is en hersteld, gaat hij echter het cartoonboek niet meer maken. ‘Door de hartaanval en door het ouder worden, besef ik dat de tijd opraakt. Je beseft wat je allemaal niet meer zult afmaken of zien, en in welke mate je aan de zijlijn komt te staan. Als je de tijdlijn uitzet van hoeveel ik nog heb en wat ik allemaal nog moet doen, wordt duidelijk dat er geen tijd is voor luimelen, lobbelen en in de hangmat liggen. Ik moet nog een hoop afspraken met mezelf nakomen. Dit boekje was er een van, maar ik ga niet meer pogen het ultieme cartoonboek te maken, omdat ik een ander idee heb dat me ook een paar jaar gaat kosten. Daar kan ik verder nog niets over zeggen. Ook zijn Wim de Bie en ik, en Wim voornamelijk, druk met het ordenen van ons archief. Ik wil niet te hoog van de toren blazen, maar qua hoeveelheid is het onbeschrijfelijk wat we in al die jaren gedaan hebben. We willen bijvoorbeeld nog eens iets doen met de schrijverijen uit Het Parool waarmee we begin jaren zestig begonnen zijn. Deze zijn nog niet gebundeld en uitgezocht. Dat kost ook veel tijd.’

Hoewel Leve het welwezen dus een ander boek geworden is dan beoogt, valt er voor de strip- en cartoonliefhebber een hoop te genieten. Niet alleen spreekt Van Kooten tussen het herstel van zijn operatie door, op intelligente wijze over het medium en humor, ook zijn z’n favoriete cartoons in de bundel opgenomen en eindigt het boek met korte, gevatte biografieën van de cartoonisten. De laatste strip in het boek is van Jaap Vegter (1932-2003) die een uitspraak van de auteur verbeeldde.

Van Kooten: ‘Vegters tekeningen zijn ongelooflijk mooi uitgewerkt. De houdingen van mensen, het lopen, het staan, zitten, het kijken, het lachen en het nichterige. Ook heeft hij er geweldige teksten bij geschreven. Als je wilt weten hoe iemand aan een cappuccinomachine staat, of hoe iemand zijn hondje laat schijten op de straat maar ondertussen doet alsof ie het niet doorheeft, dan moet je de tekeningen van Jaap Vegter bekijken. Toen ik de Groenman Taalprijs kreeg toegekend, was de beloning dat een zin van mij door Vegter zou worden geïllustreerd. Daar heeft hij heel lang over gedaan. Toch, op de uitreiking was hij klaar en kreeg ik die tekening ingelijst: “Schrijven is zitten blijven tot het er staat!” Jaap zuchtte: “Ja, maar tekenen is nog veel meer zitten blijven tot het er staat!” zegt Van Kooten lachend.

Kees van Kooten. Leve het welwezen
Uitgeverij De Harmonie, € 19,90

Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in Stripgids Vol2. #44.

Categorieën
Mike's notities Strips

Genomineerd voor Persprijs Brussel

Elk jaar reikt Toerisme België voor Wallonië & Brussel de Persprijzen Wallonië en Brussel uit en dit jaar is een van mijn stukken genomineerd. Het gaat om het artikel dat ik naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van het Belgisch Stripmuseum schreef.

Minneboo in gesprek met Hec Leemans (rechts). Foto copyright Daniel Fouss.
Minneboo in gesprek met Hec Leemans (rechts). Foto copyright Daniel Fouss.

In het artikel interview ik onder andere Willem De Graeve, de codirecteur en hoofd communicatie van het museum. Maar ook spreek ik met stripmakers Hec Leemans en Pieter de Poortere. Het belangrijkste thema dat we bespreken is striperfgoed en de moeilijkheden bij het bewaren daarvan. Het is een reportage waar ik met plezier op terugkijk, niet in de laatste plaats omdat het me herinnert aan een leuk weekend in Brussel.

Toerisme België voor Wallonië & Brussel geeft sinds 1991 jaarlijks persprijzen aan journalisten en/of programmamakers voor hun toeristische publicaties over België. Voor de publicaties reikt de jury een Persprijs Wallonië en een Persprijs Brussel uit. De nominaties voor de Persprijzen Wallonië & Brussel 2015 in alfabetische volgorde zijn:

Nominaties Persprijs Wallonië
Lex van den Bosch, ‘3 gangen trekking door de Oostkantons’ in Hike & Trekking
Hans van Loozenoord, ‘Met de motor naar het slagveld’ in Moto73
Harri Theirlynck, ‘Van Gogh tot Google’ in Reiz& magazine

Nominaties Persprijs Brussel
Hans Avontuur, ‘Brussel: oh la la en olijk’ in Reiz& magazine
Kim van Dam, ‘Brussel bruist als nooit tevoren’ in Spoor
Michael Minneboo, ‘Striperfgoed’ in VPRO gids

Vrijdag 29 januari hoor ik tijdens een speciale lunch of ik de prijs heb gewonnen of niet. Sowieso vind ik het erg leuk om eens genomineerd te zijn voor een van mijn artikelen. Daar ben ik dus al erg blij mee.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Patience van Daniel Clowes

persbericht patienceEen goed persbericht is werkelijk het halve werk. Gelukkig is Scratch een van de uitgeverijen die prima persberichten bij de boeken aanlevert.

Daniel Clowes. Patience.
Scratch, hardcover € 27,90

[hr]

Daarom Minneboo leest:
Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Vlog: Jean-Marc van Tol tekent Fokke & Sukke

Op Vers voor de Pers tekende Jean-Marc van Tol een cartoon van Fokke en Sukke. Het publiek mocht het onderwerp aandragen: een berichtje uit het nieuws natuurlijk, over Potvissen.

Ook vertelt Van Tol over zijn samenwerking met Mark Retera: vanaf nu zijn Fokke & Sukke en Dirkjan samen in schoolagenda’s en op andere schoolspullen te vinden. Hij was sowieso op Vers voor de Pers om Fokke & Sukke aan het examen te promoten: een bundel met de beste examengrappen die in maart zal verschijnen. Dit was het enige stripitem op Vers voor de Pers dit jaar, een beurs georganiseerd door het CPNB waar uitgeverijen hun nieuwe plannen presenteren aan de media. Het was een beetje karige bedoening. Er viel er voor mij als journalist sowieso al niet veel te halen.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Vlog: Wasco tekent pinguïns

Tijdens Stripmaand in Scheltema zit Wasco geregeld in de etalage te tekenen. Ik besuit hem bij het maken van een tekening te volgen en stel Wasco meteen enkele vragen.

Wasco vertelt onder andere dat hij zichzelf bij het tekenen vaak een regel of beperking oplegt. ‘Er is maar een wet in deze stripjes en dat is dat er vier pinguïns in moeten voorkomen,’ legt Wasco uit. ‘Soms stel ik mezelf gewoon regels. Mijn boek Het Tuitel Complex heeft ook allemaal hoofdstukken waarbij ieder hoofdstuk aan een bepaalde regel of wetmatigheid onderhevig is. Dat doe ik omdat ik steeds iets wil creëren waarin je iets moet vinden. Mijn stripjes bevatten geen mop, tenminste, dat hoop ik niet. Dus er zit iets anders in wat ze op de een of andere manier interessant maakt of betekenis moet geven…’

Tijdens het gesprek komt Peter de Wit er ook even gezellig bijstaan en ter plekke doet Wasco een voorstel voor een Sigmund-strip.
Lae Schäfer, stripmaker in opleiding bij Comic Design Artez, kijkt mee.

Long take video’s
De video bestaat inderdaad uit één take van ruim 12 minuten. Ik vind het fijn om dit soort slices of life te maken. Natuurlijk kun je die opnames ook monteren en de acties indikken, maar door alles realtime te laten zien, inclusief herkadrering, krijg je mijns inziens nog beter een idee van hoe het was om er live bij te zijn. In wezen is het een vorm van live, zij het dan later. Dat er soms wat onscherp beeld is omdat de camera moet focussen, neem ik dan voor lief. Bij de opnames van Wasco moest ik redelijk dichtbij hem staan en had ik weinig bewegingsruimte doordat ik in een hoek stond met een grote televisie naast me. Dat was dus een kwestie van het beste er van maken.

Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Vlog: Peter de Wit tekent Sigmund

Wie zaterdag 16 januari boekwinkel Scheltema bezocht, had een grote kans Peter de Wit, Wasco en Jean-Marc van Tol te ontmoeten. De stripmakers waren daar aanwezig om respectievelijk te tekenen of een lezing te geven. Het is namelijk Stripmaand in Scheltema.

Er zijn dus aardig wat lezingen en signeersessies gepland met stripmakers. Sigmunds pop-up store is ook tijdelijk gehuisvest aan het Rokin, evenals Wasco’s atelier. Je zult hem dus geregeld zien tekenen in januari. Een mooie gelegenheid om een praatje te maken en een boek te laten signeren. Bij voorkeur natuurlijk een van de stripalbums van de makers zelf, niet het nieuwste kookboek van Jamie Oliver – hoewel de goedgeluimde heren daar ook nog wel voor in zijn.

druk-bij-peter-de-wit
Peter de Wit signeert terwijl hij door Scheltema TV wordt vastgelegd.
wasco-tekent-scheltema
Wasco tekent rustig door.

Terwijl De Wit werd geïnterviewd door het camerateam van Scheltema TV, sprak ik met de directeur van de boekwinkel, Harold Zwaal. ‘Januari is officieel de maand van de spiritualiteit, en daar wilde we iets tegenover zetten wat totaal anders is. Daarom kozen we voor strips. We willen dit ieder jaar gaan doen.’ Scheltema verhuisde vorig jaar van het Koningsplein naar het Rokin. Daarvoor dreigde de winkel ten onder te gaan toen keten Polare failliet ging, maar dankzij een reddingsactie van Novamedia, het bedrijf achter de Postcodeloterij, kon de winkel gered worden. De winkel is nu vlak bij de Dam en naast het NRC gebouw te vinden. ‘En naast de halte van de Noord-Zuidlijn,’ benadrukt Zwaal nog even. ‘Als die af is lopen er dagelijks dus heel veel mensen langs de winkel.’

Het is ook een mooie winkel geworden met een aardig uitgebreide stripafdeling. Als journalist gespecialiseerd in film en strips ben ik altijd blij met dit soort openbare stripevenementen, want in Amsterdam is er buiten de stripwinkels om, weinig te doen op stripgebied. Dankzij een Stripmaand maken casual readers kennis met strips die ze normaal gesproken misschien niet zouden oppakken. ‘Scheltema moet een beetje en huiskamer voor mensen zijn. Hier lekker zitten lezen is prima,’ vertelt Zwaal.

René WIndig kwam ook nog even gezellig bij Wasco langs.
René WIndig kwam ook nog even gezellig bij Wasco langs.

Jean-Marc van Tol, tekenaar en co-bedenker van Fokke & Sukke, gaf die middag een lezing over zijn helden Walt Disney, Hergé, Willy Vandersteen en Marten Toonder. Allemaal gemankeerde helden overigens, wiens verleden niet altijd even zuiver is. Toonders rol in de Tweede Wereldoorlog was dubieus, evenals die van Vandersteen die onder het pseudoniem Kaproen antisemitische cartoons maakte. Disney kon zelf niet zo heel goed tekenen, maar zorgde er wel voor dat hij de eigenaar was van alle creaties die in zijn studio werden gemaakt. Toen het slecht ging met de studio weigerde hij zijn tekenaars te betalen.

van-tol-scheltema van-tol-toonder-disneyVan Tol hield een bevlogen verhaal boordevol met interessante weetjes. Het leukste vond ik dat hij met eigen tekeningen en een stapel boeken zijn verhaal visualiseerde. Met een camera op de spreekstoel werden deze via een live-feed getoond. Het wisselen van de blaadjes en het andere beeldmateriaal was al vermakelijk op zich, maar daarnaast werkte Van Tols enthousiasme aanstekelijk. Ik kreeg meteen zin om een biografie over Disney te gaan lezen.

Bekijk de site van Scheltema voor de andere stripevenementen deze maand.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Kick-Ass 3

With Kick-Ass 3, the saga of the teenage real-life superhero Kick-Ass and the even younger but more badass Hit-Girl comes to a close. It’s a smart and worthy finale to one of the best original series published today.

kick ass 3 cover kleinWriter Mark Millar and artist John Romita Jr. have created a wonderful series with a very original angle: a high school teenager, a big fan of comic books, decides to become a real-life superhero. But in real life superheroism is not as easy as it might seem on the comic book page. Chances are, when you confront a robber you get your ass kicked. Dressing up as a superhero doesn’t necessarily make you one. And Dave Lizewski, the main character, has learned that the hard way, as one could have read from past storylines in the series. I am a fan of the series, and wrote about past volumes before on this blog.

The series has spawned two feature films and now comes to an end with Kick-Ass 3, a story which, as far as Dave Lizewski is concerned, is all about growing up. In the previous installment, Kick-Ass 2, Hit-Girl and Kick-Ass took on the mafia and won, but the cost of this victory was high: Hit-Girl got arrested while all real-life superheroes got outlawed. Kick-Ass and his team Justice Forever are biding their time while Hit-Girl is waiting in vain for them to rescue her from prison. After Dave graduates high school he and his roommate Todd start working at a fast-food joint. Meanwhile mafia boss Rocco Genovese returns from exile with a grand plan to unite all the East Coast crime families. Rocco is a psychopath that likes to kill his enemies with a solid gold ice pick.

kick-ass-3-hit girlWith Hit-Girl behind bars and the police in Rocco’s pocket, the mafia seems to be unstoppable. It’s up to Dave and his gang to put an end to their crimes, but the best they can do is try to intimidate the mafia by re-enacting scenes from old Batman-comics and the execution of these little play acts aren’t exactly going as planned. And how is Kick-Ass to stop the mafia anyway when he can’t even get rid of The Juicer: the newest member to the team of superheroes that uses their headquarters as his own apartment and laundry basket while he’s playing videogames all day? The Juicer’s superpower seems to be slacking and being obnoxious.

I really enjoyed the personal growth Dave experiences in Kick-Ass 3. While Hit-Girl basically stays the same character, Dave is about to grow up. When he falls in love and gets a girlfriend for the first time, Dave starts to skip meetings with the team. He chooses to have sex with Valerie instead. (Who could blame him?) While the persona of Kick-Ass gave him some prestige, now Dave has met someone who likes him for who he is without the mask and he starts to detach himself from the superhero lifestyle. That is, until the mafia tries to kill Hit-Girl and they have to team-up one more time. The climax is as one could expect from a Kick-Ass story: bloody violent and funny at the same time. But then again, the comic is not meant for young readers.

kick-ass 3 sex

Kick-Ass 3 has hard-edged action and a lot of humor. One could see this series as a parody of superheroes taking a piss at comic book readers because it makes fun of conventions and geek-dom. Let’s face it: it’s fun to see Hit-Girl wielding a sword and chopping off the heads of bad guys, but when you realize she’s only supposed to be about 12 years old, you understand in real life she would never have the strength to execute such actions, which not only shows how ridiculous these superhero narratives can get, but also shows this aspect is part of what makes Kick-Ass so enjoyable. At the same time it’s also a celebration of the genre and as Millar has told me in an interview in the past, it’s his love letter to superhero comics.

When the going gets really though for Dave and he’s about to give up, regretting all the time wasted on reading comic books, he has a vision of his parents telling him how much comic books can inspire. ‘Reading COMIC BOOKS is what got you through the TOUGH TIMES, Dave,’ his mom says. His dad adds: ‘Your mother’s right, son. And it wasn’t just the ESCAPISM they gave you. It was the OPTIMISM they instilled in those twenty-two page CHUNKS.’

kick-ass-3-auwWhat I particularly like about this installment is that Millar has an eye for the effect the actions of supervillains have on the lives of people close to them. For instance, Chris Genovese’s mother Angela suffers a great deal because her kid tried to be the super villain the Motherfucker and has killed people. While walking down the street, family members of the victims spit in Angela’s face. Her son is a great disappointment and while Chris is whining his life didn’t turn out like he planned to, she thinks to herself: ‘You think this was MY PLAN. You think I grew you for nine months and fed you my milk just to watch you become a FIGURE of PUBLIC HATE? Your father only killed people for BUSINESS. You killed people for FUN.’ These kinds of characterizations make the Kick-Ass series a wonderful study of many aspects of the superhero genre. I believe the story has run its course and with Kick-Ass 3 has a worthy finale. It has been a wonderful adventure and a lot of fun.

Written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: The Sandman – Overture

I’ve just finished reading The Sandman: Overture and I’m flabbergasted. This is a wonderfully written comic book, with beautiful artwork and coloring. It is a world by itself, and a narrative that reads like a dream. A very strange and fascinating dream.

Sandman-Overture_Deluxe
The Sandman is a critically acclaimed comic book series written by the talented and award winning Neil Gaiman (Coraline, American Gods, The Ocean at the End of the Lane), which ran for 75 issues and was published between November 1988 and March 1996. Different artists visualized the stories, such as Sam Kieth, Mike Dringenberg, Jill Thompson, Shawn McManus, Marc Hempel, and Michael Zulli. Dave McKean made his trademark covers for the series.

The Sandman series revolves around Dream, also known as Morpheus and by many other names, who is the Lord of Dreams. He is one of the seven Endless: mythological creatures, anthropomorphic personifications of an aspect of existence. Besides the king of dreams we have Destiny, Death, the twins Desire and Despair, Delirium, and Destruction. I’ve always liked Gaiman’s interpretation of Death: a smart, sexy gothic woman. She’s so likable; you almost wish she would pay you a visit. (But please, not for a long time, Death.) Part of the Gaiman magic is his talent for rounded characters with a distinct personality, and writing weirdly fantastical and fascinating stories.

sandman-overture-alle-sandmenThe Sandman: Overture was published by DC Comics’ Vertigo imprint between 2013 and 2014 as a six part comic book series and is now collected as a wonderful hardcover deluxe edition. The story takes place before the original Sandman series, which makes this prequel either a very interesting introduction to this character and his world for those who are not familiar with the comic, or a wonderful reacquaintance for those who have read the series. The original series starts with Dream being captured by a black magic organization and being held prisoner for 70 years. The Sandman: Overture explains why it was so easy for them to capture him and why he was so exhausted at the beginning of the series. It’s a tale that has been in Gaiman’s mind for quite a long time and being able to read it now, one could compare to a new, and thankfully good, Star Wars movie being released after all those years.

sandman-overture-3In short, Overture reads like this: when a sentient star has lost its mind, its madness threatens to unravel the universe as we know it. It’s up to the Sandman and his companions, a young alien girl and a cat, which is basically an alternate form of Morpheus himself, to prevent the catastrophe from happening. Yes, that sounds a bit weird, but frankly a Neil Gaiman story is something one has to experience, and cannot be easily summarized in a few sentences. Because the story reads like a dream itself and is very layered, sometimes more questions are raised than answered. A quality I like very much in Gaiman’s writing. The eloquent English scribe gives the reader the freedom to imagine and ponder. At the same time, because not all is crystal clear at face value, one feels invited to re-read the story right after finishing it.

Perfectly matched with Gaiman’s kaleidoscopic script is the artwork by J.H. Williams III, which is just stunningly beautiful and richly detailed. Williams uses organic layouts that give the story a unique flow and underscore its dreamlike quality. The coloring by Dave Stewart compliments the artwork perfectly. Frankly, visually this is one of the best comic books out there at the moment. If anyone needs to convince others that comic book artwork can be as rich and beautiful as anything hanging on the walls of museums, this book will be a hell of a convincing argument.

sandman overture_2I highly recommend buying the deluxe edition because it contains more than 40 pages of behind-the-scenes material that includes interviews with Neil Gaiman, J.H. Williams III and colorist Dave Stewart, notes on the covers by Dave McKean and pages from Williams’ sketchbook.

This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.

Categorieën
English Striprecensie Strips

Review: Ms. Marvel vol. 1- No Normal

ms marvel coverKamala Khan is a sixteen-year-old Pakistani-American girl from Jersey City. She idolizes superheroes and Carol Danvers in particular. Danvers is a super heroine who calls herself Captain Marvel (she used to be Ms. Marvel). Kamala has a hard time fitting in: she is a Muslim and her parents try to bring her up according to their faith. Obviously, they don’t like their teenage girl to go to parties where boys attend as well and alcohol is being served. Her older brother spends his time praying all day, wearing traditional clothes, much to the chagrin of their father who’d rather see his son get a job. Kamala is living between two worlds, not really fitting in with either of them. Some of her white American school buddies, particularly Zoe, have no problem pointing out that she’s the odd one out.

When Kamala is bestowed superpowers, her life gets even stranger. All of a sudden she can change her appearance to whomever she wants, even her mother, and she can stretch her body to become very big or very small. She also heals a lot faster than before. Kamala becomes the new Ms. Marvel.

The way Kamala gets her powers is a bit vague. On a foggy night, she has a vision or hallucinates Carol Danvers, Iron Man and Captain America. These all-American characters start talking to her in Urdu and they bestow her new powers on her. How is never really explained and all this seems like some sort of divine intervention or magic. Being an atheist, I usually don’t like my superheroes mixed up with religion, and I prefer a more ‘scientific’ explanation on how superheroes get their powers.

ms marvel 01Kamala is actually the fourth character called Ms. Marvel in the Marvel Comic books, but she’s the first Muslim character to headline her own book. This was presented as a big deal when the series started and is part of a larger strategy by the publisher to reach new readership outside the traditional white male demographic. For a while now, they particularly try to cater to minorities that until now had to play second fiddle in the world of superheroes. So Marvel came up with Black Hispanic Spider-Man Miles Morales, African-American hero Sam Wilson taking over as Captain America, and a whole reign of female superheroes who are either counterparts to known male heroes or pressed from a new mold that has an emancipatory flavor.

This is not to say that there were never any so-called minority superheroes in the Marvel Universe, quite the contrary actually, but in the last couple of years there has been more focus on such characters. Also, when it comes to the casting of Marvel characters in movies, some comic book characters that are white are now being portrayed by black or ethnic actors. Not all readers are happy with this trend.

ms marvel 02

But, politics aside, is this Ms. Marvel comic a good read? I think it is. Firstly, because Kamala and her co-stars are rounded and interesting characters. Writer and co-creator G. Willow Wilson takes the time to develop the character and sketch out the world she lives in. I like the fact that Kamala has to learn how to use her powers. In this first storyline learning to cope with these powers is an important factor. The story is also about trying to determine your identity, accepting who you are and not being afraid to show it. These are important issues for teens, and typical for coming-of-age stories. Then again these issues stay with us for the largest part of our lives. At first Kamala changes her appearance into a white, attractive blonde, just like Danvers. Later on, she decides the new Ms. Marvel might as well look Pakistani and her hero-self looks more like Kamala looks in real life. Personally I thought Wilson puts this theme of identity on a little thick, but then again: she does get the message across this way.

ms marvel 03What makes this comic stand out from other Marvel titles to me is Adrian Alphona‘s art work and the coloring by Ian Herring. Alphona is a Canadian artist that is best known for the series Runaways. He created this new Ms. Marvel together with Wilson and editors Sana Amanat and Stephen Wacker. Alphona’s style is a blend of realism and a more cartoony way of drawing, and that works very nicely with a superhero that can stretch her body. Interestingly, it looks like his pencil drawings are scanned and not inked. Therefore there are no black areas in the artwork. Herring’s bright color scheme compliments the drawings perfectly, adding shade and a lively sort of mood.

Ms. Marvel vol. 1: No Normal collects Ms. Marvel (2014) issues 1-5 and material from Marvel Now! Point One #1. This collection won the 2015 Hugo Award for Best Graphic Story.

This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.

Categorieën
Strips

Ophef over het negeren van vrouwelijke stripmakers

De afgelopen dagen was er nogal veel gedoe rondom vrouwelijke stripmakers. Die werden namelijk volledig genegeerd in de shortlist voor de grote prijs van stripfestival Angoulême. Dit is het belangrijkste stripfestival van Europa.

© Aimée de Jongh
© Aimée de Jongh

De Grand Prix de la ville d’Angoulême is een jaarlijkse prijs die uitgereikt wordt aan een auteur van voor het geheel van zijn oeuvre en voor zijn bijdrage aan het stripverhaal. De winnaar is de juryvoorzitter in het volgende jaar.

De jury had dertig stripmakers uitgekozen die kans maken op deze oeuvreprijs, maar kon geen enkele vrouw bedenken die ook op die lijst thuis zou horen. Dat was veel stripmakers een schop tegen het zere been, en mensen als Daniel Clowes, Joann Sfar en Riad Sattouf bedankten voor de eer en wilden niet meer op de lijst staan.

In Le Monde zei Franck Bondoux, de directeur van het festival: ‘Het idee van de prijs is om een auteur te onderscheiden voor zijn gehele oeuvre. Als je naar de lijst kijkt, zie stripmakers die een zekere mate van volwassenheid van een zekere leeftijd staan. Helaas zijn er maar weinig vrouwen in de geschiedenis van het beeldverhaal. Dat is de realiteit. Als u naar het Louvre gaat, zal u daar ook weinig werk van vrouwen aantreffen.’ Ook deze uitspraak was tegen een zeer been. Nu heeft Bondoux gelijk dat vrouwen jarenlang in de minderheid waren wat strip maken betreft. Maar de laatste pakweg tien jaar zijn vrouwelijke stripmakers steeds prominenter aanwezig. En dan heb ik het vooral over vrouwen als scenarist en/of tekenaar, want aan de productie kant hebben vrouwen altijd een grote rol gespeeld bij het maken van strips. Als inkleurder, letteraar en redacteur bijvoorbeeld.

Maar ook als ‘auteur’ kent de stripgeschiedenis aardig wat vrouwen, al zijn het in verhouding wel minder dan mannen. Check deze lijst maar eens. Of deze top 50 stripvrouwen van CBR uit 2015. Ik kan me niet voorstellen dat hier geen vrouw tussen zit die kans maakt op zo’n oeuvreprijs.

De grote prijs van Angoulême wordt sinds 1974 uitgereikt en sinds dien kregen een vrouw deze, namelijk Florence Cestac in 2000. Nu zet het festival wel eens vrouwen in het zonnetje, zoals ze op de eigen site aangeven, dus het is niet zo dat vrouwen in Angoulême zijn genegeerd in de afgelopen jaren:

If one wants to judge the Festival’s actions with regards to female authors in this day and age, one should turn towards its Official Selection (which takes into account books published during the past year). In this year’s Festival, female authors represent a quite significant proportion of the Selection (25% of books whereas their representation among all comic book authors is of less than 15%).

Nooit meer slapen
Ik werd vrijdagmiddag geïnterviewd door Adinda Akkermans voor het programma Nooit meer slapen. Van ons 15 minuten durende gesprek is een klein fragment in het radio-item gebruikt. Adinda sprak ook met Aimée de Jongh, een van de Nederlandse stripmakers die zich fel uitsprak tegen deze hele kwestie. Tegen Wouter Adriaensen van Stripgids zei ze: ‘Ik vond het belachelijk. Het is natuurlijk wel zo dat er in de westerse stripwereld nauwelijks vrouwen zijn met het oeuvre van ‘een Alan Moore’. Maar er staan ook tekenaars op de lijst die net zo lang bezig zijn als bijvoorbeeld Marjane Satrapi. Die had er gewoon bij moeten staan. En aangezien er ook enkele Japanse tekenaars genomineerd zijn, verwondert het mij des te meer dat veel belangrijkere vrouwelijke stripmakers uit dat land er niet bij staan.’

In de toekomst zie ik haar naam ook nog wel eens op de shortlist van de Grand Prix staan, al is het daar nu nog wel even te vroeg voor.

© Maaike Hartjes
© Maaike Hartjes

Maaike Hartjes had wel min of meer begrip voor het feit dat het stripfestival stripmaaksters over het hoofd heeft gezien, aldus NRC: ‘Aan de ene kant begrijp ik hoe dit kan gebeuren. De stripwereld was tot voor kort een mannenbolwerk. Maar de afgelopen vijf jaar is er een emancipatieslag gemaakt. Er zijn heel veel vrouwelijke striptekenaars bij gekomen. Daarom vind ik dat het stripfestival niet weg kan komen met zo’n lijst met alleen maar mannen.’

Hier het fragment van Nooit meer slapen: